LISA JACOBS: JONGE, VEELZIJDIGE, GROTE VIOLISTE
Op je zesde ben je begonnen viool te spelen. Gebeurde dat op eigen wens of werd door je ouders druk op je uitgeoefend?
Geheel op eigen wens, mijn ouders en trouwens hele familie hebben zelf nooit iets gespeeld, ook niet als hobby!
Wat lokte je zo aan? Het instrument? De toon? De status? Wat anders?
Ik ben begonnen met spelen, hoe origineel, omdat mijn oudere zusje dat ook deed en ik alles wilde wat zij deed. Zo ook vioolspelen. Mijn ouders waren daar in eerste instantie niet zo weg van, ik zat immers net op ballet, maar na een flinke tijd blijven vragen en mee oefenen met mijn zus met lepels, mocht ik op m’n zesde ook.
Ooit getwijfeld of je niet ook een ander instrument had zullen kiezen?
Nee eigenlijk niet, de klank en de virtuositeit van de viool waren vanaf het eerste moment een ongelofelijke trigger en zijn dat nog steeds! Je kan er zoveel mee en ik ken bijna geen ander instrument met zo’n diversiteit aan klanken en technieken!
Al op je achtste werd je toegelaten op het Utrechts Conservatorium. Was dat in een Jong Talent klas? Blonk je toen al uit?
Ja ik werd toen ik acht was aangenomen in de Jong Talentklas bij Joyce Tan. Mijn allereerste leraar daarvoor gebruikte de Suzuki methode en had het meer als grap bedacht dat ik ook ging voorspelen, want in eerste instantie ging het om mijn zus (die overigens ook werd aangenomen). Ik was altijd te ongeduldig voor de Suzuki methode (luisteren en dan naspelen) aangezien ik de liedjes al kende via mijn zus en gewoon zelf wilde spelen en hij dacht; laten we maar eens kijken of ze het redt. En dat deed ik dus.
Ooit gedacht aan deelname bij de Fancy Fiddlers of was dat alleen voorbehouden aan leerlingen van Coosje Wijzenbeek?
Nee ik heb in Utrecht gestudeerd, zelfs nooit aan de Fancy Fiddlers gedacht en ook eigenlijk nooit in orkesten gespeeld. Wel heel veel kamermuziek gespeeld vanaf zeer jonge leeftijd, maar mijn droom van een solistische carrière was al vanaf zeer jongsaf aan aanwezig.
De eerste geslaagde tests dat je op de goede weg was, kwamen via het winnen van de Iordens Viooldagen en het Prinses Christina concours. Hoe oud was je toen?
Ik won de Iordens viooldagen op mijn tiende en het Christina Concours op mijn veertiende.
Heb je intussen gewoon de middelbare school afgemaakt?
Ja ik heb gewoon mijn gymnasium netjes afgerond, heb ook altijd erg makkelijk kunnen leren en nooit heel erg hard voor school hoeven werken. Ik vond en vind het nog steeds erg belangrijk dat je, hoeveel talent je ook voor iets hebt, toch die basis meeneemt, want je hoeft maar je arm te breken of iets soortgelijks en je carrière kan zo voorbij zijn; dan moet je toch je leven nog op een zo interessant en aangename lonende manier kunnen inrichten, vind ik.
Wanneer precies stapte je over naar Ilya Grubert aan het Amsterdams Conservatorium? Waarom juist bij hem en daar?
Op mijn twaalfde gaf Ilya een masterclass in Utrecht waaraan ik deelnam, en meteen was er een klik. Het is een fantastische musicus en violist waarvan ik ongelofelijk veel heb geleerd, zowel qua klankvorming als qua techniek en traditie/vormgeving van een stuk.
Hij is een beetje mijn tweede vader geworden kan ik wel zeggen.
Waarom ging je bijvoorbeeld na je bachelor examen niet elders (in het buitenland bijvoorbeeld) verder?
Ik heb na mijn bachelor in het buitenland gestudeerd, namelijk in München, waar ik werd toegelaten voor het prestigieuze Konzertexam bij Christoph Poppen. Een fantastische dirigent en musicus die mij als musicus ook op vele vlakken heeft laten groeien. Er was echter nog zoveel dat ik van Ilya kon leren dat ik ook bij hem door ben blijven studeren in Amsterdam.
In 2008 studeerde je met een 10 en onderscheiding definitief af. Voelde je je toen meteen klaar voor het grote concertpodium en de zware concurrentie?
Ik ben in 2009 afgestudeerd voor mijn master in Amsterdam én voor dat Konzertexam in München, maar gaf toen al veel concerten in binnen en buitenland, omdat ik in 2005 een groot internationaal concours heb gewonnen. Het was dus niet ineens in het diepe, want ik speel al eigenlijk sinds mijn tiende op zeer regelmatige basis concerten, zij het de afgelopen jaren natuurlijk steeds grotere en internationalere.
Toch ging je nog naar München om daar met andere (zwaardere?) eisen het Konzertdiplom (solistendiploma) te halen bij Christoph Poppen (zoon van Fischer-Dieskau?). Opnieuw de vraag: waarom uitgerekend daar?
De keuze voor München en Christoph Poppen was eigenlijk een hele natuurlijke; ik zag hem in Amsterdam dirigeren (bij Amsterdam Sinfonietta) en heb gevraagd of ik voor mocht spelen. De volgende ochtend na het concert vond dat plaats en hij bood me aan om naar München te komen, ook al had hij een klas van slechts 4 leerlingen (inclusief mij). Hij heeft speciaal plaats gemaakt zodat ik bij hem verder kon studeren.
Zijn kennis van barok en klassiek repertoire en twintigste en eenentwintigste eeuwse muziek in combinatie met zijn achtergrond als dirigent was een ongelofelijke aanwinst voor mij als musicus.
Daarnaast staat München bekend om zijn vioolschool en was het dus een eer in zo’n inspirerende omgeving te mogen en kunnen studeren en muzikaal verder te groeien.
Eerder al had je in Litouwen een Heifetz concours gewonnen. Was dat de eerste internationale krachtmeting? Hoeveel deelnemers waren daar?
Ik heb al eerder eens in Duitsland aan een concours meegedaan, maar het Heifetz concours was wel van een andere orde. Er waren volgens mij rond de 50 deelnemers na een grote voorselectie via video en audio inzendingen vooraf.
Tussendoor volgde je masterclasses bij lieden van zeer verschillende snit als Herman Krebbers, Thomas Brandis en Maxim Vengerov. Wat was de meerwaarde? Verder werken aan techniek en presentatie, of vooral bepaald repertoire instuderen?
Alle drie de punten achter elkaar: Krebbers heeft natuurlijk naast violistische kwaliteiten een enorme kennis van de orkestkant als oud concertmeester en heeft mij daar met alle grote concerten bij de hand enorm veel mee geleerd; wat gebeurt er om je heen, waar moet je op letten, waar kan je je vrijheid nemen, waar niet? Hetzelfde geldt voor Thomas Brandis.
Vengerov is vooral een gigantische showman en dat is goed om daar ook eens goed naar te kijken.
Je leert er altijd van als iemand die je (nog) niet kent met een open blik en oor naar je spel luistert.
Al op je zeventiende debuteerde je bij het Koninklijk Concertgebouworkest onder Riccardo Chailly. Was dat op uitnodiging?
Ja en dat was echt een magisch moment, met zo’n orkest en zo’n topdirigent te mogen spelen in die prachtige zaal.
Een voor de hand liggende vraag is dan: had (en heb) je veel last van zenuwen of ben je echt een concertdier dat dergelijke spanningen in positieve energie weet om te zetten?
Ik heb nooit echt last van zenuwen gehad; wel hou ik absoluut niet van concoursen spelen, daar gaat een ander soort energie van uit, maar niks heerlijkers dan op het podium mooie muziek mogen maken!
Over je instrument, een Rugieri uit 1683 hebben we het nog niet gehad. In hoeverre had je inspraak bij deze keuze? Wat is er zo bijzonder aan juist dit instrument? Zou je ooit willen overstappen?
Ik heb het instrument via een anonieme gever in bruikleen. Het is op een bijzonder moment in mijn leven gekomen en heeft naast een briljante klank op de e snaar een hele donkere en diepe kant waar ik enorm van hou.
Ik ben geïmponeerd door het grote repertoire dat je al beheerst. Dat bij het concertante repertoire de standaardwerken van Bach, Beethoven, Brahms, Mendelssohn, Mozart, Paganini, Prokofiev, Sibelius en Tchaikovsky present zijn, valt nog te verklaren. Je moet welhaast deze werken paraat hebben. Maar dan zie ik verder Britten, Chausson, Dvorak, Elgar, Glazoenov, Goldmark, Hartmann, Lancen, Milhaud, Nielsen, Pärt, Piazzolla, Schumann, Vieuxtemps, Waxman, Wieniawski en Ysaÿe. Daaruit valt af te leiden dat je makkelijk en snel instudeert en al dat moois snel paraat hebt. Klopt dat? Is het een bijzondere gave?
Ik heb altijd snel kunnen leren, met alles, dat is wel een geluk ja.
Maar daarnaast vind ik het ook gewoon ontzettend leuk om nieuw en misschien niet altijd zo gangbaar repertoire voor het voetlicht te krijgen. Of dat bijzonder is kan ik niet beoordelen.
Ontbreken bepaalde composities op die imposante lijst zodat je die graag wilt aanvullen? Of is genoeg ook echt genoeg?
Muziek is er nooit genoeg Suggesties zijn welkom.
Het lijkt of je geen uitgesproken voorkeur hebt voor stijlperiode, ontstaanstijd, populariteit van de werken. Of bestaat stiekem toch zo’n voorliefde?
Mijn voorliefde is er wel degelijk, alhoewel ik wel een muzikale veelvraat ben, dat klopt.
Ik hou van het groot romantisch/laat romantisch repertoire. Daar kan ik ook echt mijn beste zelf in naar voren laten komen. Maar ook Locatelli en Bach staan op mijn favorieten lijstje.
Nu, in november 2013, verschijnt je debuut cd met de Vioolsonate van Franck en Poeme elegiaque en Extase van Ysaÿe onder de titel Poème bij Challenge samen met pianiste Ksenia. Kouzmenko. Is zij je vaste begeleidster? Kennen jullie elkaar al lang?
We spelen nu ongeveer 5 jaar zeer regelmatig met elkaar met heel veel liefde, plezier en genoegdoening , maar ik werk ook nog met andere pianisten.
Hoe belangrijk is internet voor je? Natuurlijk ben je op FB te vinden, via e-mail te bereiken. Je hebt een mooie, informatieve eigen website maar manifesteert je met korte muziekfragmenten ook hoor- en zichtbaar op YouTube. Enig idee hoe vaak daar naar gekeken en geluisterd wordt?
Mij is daar de laatste tijd op gewezen, dat ik me daar nog veel meer in zou kunnen en moeten profileren dus daar ben ik nu mee begonnen.
Internet is tegenwoordig een ongelofelijk belangrijke factor in je carrière. Mensen kijken hier snel of ze iets over en van je kunnen vinden, dus het is wel belangrijk om hier aandacht aan te besteden.
Ontvang je veel fanmail? Of kan dat alles ook tot engagementen leiden?
Ja af en toe krijg ik wel hele leuke berichten naar aanleiding van radio/tv optredens of concerten. En soms leidt dat inderdaad nog wel eens tot een muzikaal vervolg!
Een paar jaar geleden werd wat denigrerend de term Vioolbabes geïntroduceerd. Je moest jonge vrouw, schoonheid en niet gehinderd door zelfoverschatting zijn, vluchtig optreden in een TV programma en je kostje was gekocht. Soms bleek het inderdaad om snel gedoofde strovuurtjes te gaan, maar er waren ook blijvers.
Ik voel me daardoor niet aangesproken.
Een eerste vraag is: heb je als jonge ervaringsdeskundige al een duidelijke opvatting hoe sterk je fysiek en mentaal moet zijn om het veeleisende concertleven optimaal aan te kunnen?
Je moet heel goed je lichaam en je geest in de gaten houden en ook je rust inplannen!
Bij Janine Jansen die mede door de media over de kling werd gejaagd, kun je zien hoe het niet moet. Kun jij jezelf relativeren?
Ja ik denk dat dit het allerbelangrijkste is; jij bent uiteindelijk degene die met jezelf moet leven en mensen zeggen nu eenmaal dingen over je, leuk of niet leuk, maar uiteindelijk draait het daar niet om. Zolang je zelf maar gelukkig bent met wat je doet en wie je bent.
Doe je wat aan ontspanning, sport, yoga of bepaalde oefeningen om een gezonde balans te bewaren?
Ik loop hard, zwem regelmatig en ga ook zeker af en toe lekker uit (dansen) met vrienden om er eens lekker uit te zijn. Niet alleen fysieke gezondheid maar ook mentale gezondheid is superbelangrijk.
Terug naar de verdiende en noodzakelijke opmars van de vrouw in het muziekleven. Wat in Nederland destijds aarzelend begon met mensen als Emmy Verhey, Vera Beths en Theodora Geraets is met de jaren kwantitatief en kwalitatief haast exponentieel gegroeid. Denk aan grootheden als Liza Ferschtmann, Janine Jansen, Simone Lamsma en Frederike Saeijs. Heb jij daar een verklaring voor?
Nee, misschien moet de balans van de afgelopen eeuwen hersteld worden in Nederland;) In Duitsland was de verhouding eigenlijk gewoon 50-50 toen ik daar studeerde dus ik denk dat het ook een toevalligheid is...
Krijgen zulke begaafdheden dankzij de emancipatie pas nu een echte kans? Was er vroeger net als in het bedrijfsleven een glazen plafond? Of zijn zij werkelijk zo ver boven de middelmaat uitstekend?
Vroeger waren er ook wel zeer befaamde dames (denk aan Ginette Neveu, Ida Haendel, Gioconda de Vito, Guila Bustabo, Jelly d’Aranyi, Stefi Geyer (de muze van Bartók), Johanna Martzy, Nelli Shkollnikova, Rosa Fain, etc.) maar was het toch wel echt een mannenberoep, zoals zoveel dingen.
Andere tijdsgeest, andere omstandigheden denk ik. Meer emancipatie, gelijkberechtiging.
Is er mogelijk een sociale achtergrond en kiezen jongens vanwege de bestaanszekerheid liever voor andere beroepen dan uitvoerend musicus? Een trend die zich in tijden van crisis waarschijnlijk versterkt.
Dat vind ik erg moeilijk om te zeggen want ik ken bijvoorbeeld wel heel veel mannelijke cellisten, klarinettisten en pianisten om maar snel iets te zeggen...
Is Nederland wat klein voor je? Heb je misschien meer kansen om je vleugels in het buitenland uit te slaan?
In Nederland heb ik door de jaren heen mijn plek wel echt verworven. Met mijn contract bij Challenge Records International heb ik een prachtige kans gekregen om me meer naar het buitenland te profileren en presenteren. Dat is ook mijn droom: een grote internationale loopbaan.
Discografie
Lisa Jacobs en Ksenia Kouzmenko: Poème. Ysaÿe: Poème élégiaque op. 12; Extase op.21; Franck: Vioolsonate in A. Challenge CC 72624.