Uitvoerende Kunstenaars

FRÖST, MARTIN

MARTIN FRÖST: GOUDDELVENDE KLARINETTIST

Het lijkt hoog tijd te worden dat van de Zweedse wonderklarinettist Martin Fröst dvd’s gaan worden gemaakt. De instrumentalist zoekt naar nieuwe, meer theatrale expressiemogelijkheden om zijn fraaie, maar tenslotte om naar te kijken toch altijd wat saaie recitals een extra dimensie te geven. Vooral de eigentijdse muziek waarvan hij zo’n groot pleitbezorger is, leent zich daartoe. Voor Hillbergs verbeeldingsvolle Peacock tales wordt het zaallicht dedimd en worden op de achtergrond videobeelden geprojecteerd van de solist in duet met zichzelf, een danser en een mimespeler als eigen alter ego’s. Droogjes op een cd vastgelegd gaat zo veel van zo’n duet met zichzelf verloren. Niet alleen het spel zelf, maar ook de mimiek, de wisselende lichaamshoudingen vormen dan belangrijke componenten die alleen bij een verfilming tot hun recht komen.

Maar laten we voorlopig blij zijn met het gestaag groeiend aantal cd’s dat voornamelijk op BIS van de klarinettist ter beschikking is. Opvallend in zijn repertoirekeus is dat de standaardwerken karig bedeeld zijn. Klarinetconcert en –kwintet van Mozart, de kamermuziekwerken voor klarinet van Schumann, sonates van Saint-Saëns en Poulenc, de eerste Rapsodie van Debussy: ze zijn er. Maar concertante werken uit de oude doos van Stamitz, Reicha, Molter, Mercadante, Krommer, Weber en Spohr mankeren nog, evenals bijvoorbeeld het kwintet van Brahms en sonates van Brahms en Reger. Bewust lijkt hij platgetreden paden te vermijden.

Twintigste eeuwse muziek daarentegen, en vooral die van eigen bodem, is royaal vertegenwoordigd. Geen wonder, want net zoals iemand als Rostropovitch die menig componist inspireerde tot het schrijven van nieuwe solistische cellowerken, stimuleert Fröst heel wat componisten om hem met zijn bijzondere spel en vooral ook zijn aparte speelwijze met en zonder uitbuiting van nieuwe technische mogelijkheden te bedienen: Penderecki, Sandström,, Rehnquist, Hillborg en Aho bijvoorbeeld Fröst studeerde in Stockholm bij Sölve Kingstedt en liet Hans Deinzer in Hannover wat finishing touches aanbrengen. Natuurlijk was hij prijswinnaar op menig concours en werd hij o.a. geëerd als eerste prijswinnaar van het prestigieuze concours in Genève.

Zijn optredens in Nederland zijn gelukkig niet al te zelden. Vooral Amsterdam en omstreken leerden hem kennen als een uitzonderlijke kunstenaar. Bij zijn laatste optreden begin juni in Amsterdam verraste hij met een breed scala aan werken van Schumann via Messiaen tot Högberg, Hillberg en eigen werk.

Zijn opnamen zijn alle om door een ringetje te halen. Om het even of het om milde, zoetgevooisde of om fel agressieve uitingen gaat, steeds palmt hij met zijn spel het oor volkomen in van boterzachte pianissimi via zoetgevooisde mezzoforti tot de felste, waar nodig agressieve fortissimo uithalen blijft de toon prachtig zonder rafelrandjes of ongewenste neveneffecten. Voeg daarbij een grote zijn voor detail plus de nodige avontuurlijkheid en originaliteit. 

Beluister op zijn nieuwste cd het exuberante derde deel uit het Klarinetconcert van Aho. Enorm virtuoos lijken we hier wel Strauss’ Tijl Uilenspiegel te ontwaren die bezeten is door inwendige demonen, waarna in het daarop volgende adagio de rust als in een stille overpeinzing terugkeert en de Epiloog een geheimzinnig slot betekent. Binnen twintig minuten een heel scala aan expressie, vertolkt door een sublieme kunstenaar die als klarinettistische gouddelver (en rattenvanger van Hameln) optreedt. Bij piano- en vioolopnamen wordt steeds vaker vermeld wat voor instrument de solist speelt, het is interessant dat in het boekje bij deze cd ook staat dat Fröst bij Nielsen een Chandash instrument met een Kanter mondstuk A klarinet en bij Nielsen een Buffet Crampon, Tosca  Bes klarinet bespeelt.

 

30 Augustus a.s. treedt Fröst weer aan in Amsterdam, ditmaal met het kwintet van Brahms (samen met het Jerusalem kwartet) en van 27-31 december is hij deelnemer aan het Janine Jansen kamermuziekfestival in Utrecht.