COLIN DAVIS (1927-2013): GESLAAGDE AUTODIDACT
Het is uilen naar Athene dragen om gegevens van persoonlijke aard en carrièreverloop van de 14 april 2013 overleden Britse dirigent hier nog eens samen te vatten. Met wat googlen kan eenieder dat zelf doen.
Opvallend genoeg en wel vermeldenswaard is dat Davis als klarinettist zonder als pianist te zijn opgeleid niet werd toegelaten aan het Londense Royal College of Music tot de studie die hij nodig achtte om dirigent te worden.
Daardoor niet uit het veld geslagen, vormde hij met een groepje vrienden de Chelsea Opera Group, waarmee hij al in 1950 met Mozarts Don Giovanni succes had. Maar nog niet voldoende om professioneel aan de slag te kunnen. In 1957 werd hij assistent bij een BBC orkest, niet in Londen, maar in Schotland.
De echte doorbraak kwam toen hij in 1959 kon invallen voor Otto Klemperer met diezelfde Don Giovanni en in 1960 idem met Die Zauberflöte in Glyndebourne als vervanger van Thomas Beecham. Maar pas vanaf 1971 verliep Davis’ loopbaan echt crescendo: hij kon Georg Solti opvolgen aan Covent Garden.
Zo werd hij geleidelijk een internationaal gevierde dirigent die na een vroege binding aan de Sadler’s Wells opera bijvoorbeeld sinds eind jaren zestig een regelmatige gast was bij het Concertgebouworkest – Haydn, Berlioz, Stravinsky - en het Boston symfonie orkest - Sibelius; met beide maakte hij fraaie opnamen van deze werken die weinig van hun glans hebben verloren.
In Amsterdam werd hij nog teruggezien om in 2008 de Matthäus Passion met het Nederlands kamerorkest uit te voeren en in 2009 de St. John passion van McMillan bij met het Concertgebouworkest.
Een Sternstunde moet voor hem zijn geweest toen hij in Bayreuth Tannhäuser mocht dirigeren in 1977. Van 1983-1993 leidde hij het Symfonie orkest van de Beierse omroep en in 1995 keerde hij bij het Londens symfonie terug waar hij veel bijdroeg aan in eigen beheer als LSO Live geproduceerde cd’s totdat Valery Gergiev daar in 2005 het roer overnam.
Selectieve discografie
Beethoven: Pianoconcerten nr. 1-5. Jevgeny Kissin en het Londens symfonie orkest. EMI 206.311-2 (3 cd’s).
Berlioz: Symphonie fantastique op. 14. Weens filharmonisch orkest. Philips 432.151-2.
Berlioz: Symphonie fantastique op. 14. Londens symfonie orkest. LSO Live LSO 0007.
Berlioz: Harold en Italie op. 16; Balletmuziek uit Les Troyens. Tabea Zimmermann en het Londens symfonie orkest. LSO Live LSO 0040.
Berlioz: Ouvertures Les francs-juges op.3; Waverley op. 1; King Lear op. 4; Le carnaval romain op. 9; Béatrice et Bénédict; Le corsaire op. 21; Benvenuto Cellini. Staatskapel Dresden. RCA 09026-68790-2.
Berlioz: Roméo et Juliette op. 17. Daniela Barcellona, Kenneth Tarver, Orlin Anastassov met het Londens symfonie orkest en –koor. LSO Live LSO 0003.
Berlioz: Grande messe des morts op. 5; Te Deum op. 22. Ronald Dowd, Franco Tagliavini, Nicolas Kynaston, Wandsworth jongenskoor en Londens symfonie orkest en –koor. Philips 464.689-2 (2 cd’s).
Berlioz: La damnation de Faust op. 24. Enkelejda Shkosa, Giuseppe Sabbatini, David Wilson-Johnson, Michele Pertusi en het Londens symfonie orkest en –koor. LSO Live LSO 0008 (2 cd’s).
Berlioz: Les Troyens. Ben Heppner, Michelle DeYoung, Petra Lang, Sara Mingardo, Peter Mattei, Stephen Milling, Kenneth Tarver e.a. met het Londens symfonie orkest en –koor. LSO Live LSO 0010 (4 cd’s).
Britten: Peter Grimes op. 33. Jon Vickers, Heather Harper, Jonathan Summers met het Ensemble van Covent Garden. Philips 462.847-2 (2 cd’s).
Dvorak: Symfonie nr. 7 B 141. Londens symfonie orkest. LSO Live LSO 0014.
Dvorak: Vioolconcert; Pianokwintet. Met Sarah Chang e.a. en het Londens symfonie orkest. EMI 557.521-2.
Elgar: Symfonie nr. 1 op. 55. Londens symfonie orkest. LSO Live LSO 0017.
Grieg en Schumann: Pianoconcerten. Murray Perahia met het Symfonie orkest van de Beierse omroep. Sony 82796-92736-2.
Haydn: Symfonieën nr. 93-14. Concertgebouworkest. Philips 442.611-2 (2 cd’s) en 442.614-2 (2 cd’s).
MacMillan: St. John passion. Christopher Maltman met het Londens symfonie orkest en –koor. LSO Live LSO 0671 (2 cd’s).
Mozart: Symfonieën nr. 28, 33, 36, 38; Divertimenti nr. 10 en 11. Engels kamerorkest. Decca 442.8149 (2 cd’s).
Mozart: Vioolconcerten nr. 1-5. Arthur Grumiaux met het Londens symfonie orkest. Philips 464.722-2 (2 cd’s).
Mozart: Klarinetconcert. Jack Brymer met het Londens symfonie orkest. Philips 442.390-2.
Mozart: Missen nr. 16 (Krönungsmesse), 18 (Grosse Messe) en 19 (Requiem). Helen Donath, Ryland Davies, Heather Harper, Yvonne Minton, Gerd Nienstedt e.a. met het John Alldis koor en het Londens symfonie orkest. Philips 438.800-2 (2 cd’s).
Puccini: Tosca. Montserrat Caballé, José Carreras, Ingvar Wixell, Samuel Ramey, Piero de Palma, Domenico Trimarchi e.a. met het Ensemble van Covent Garden Londen. Philips 438.359-2 (2 cd’s).
Sibelius: Symfonieën nr. 1-7; Kullervo; De bard op. 22; Finlandia op. 26; Karelia suite op. 11; Uit Kuolema: Valse triste; 4 Legenden op. 22; Nachtrit en zonsopgang op. 55; De Oceaniden op. 73; Pohjola’s dochter op. 49; Rakastava Tapiola op. 112. Hillevi Martinpelto en Karl Magnus Frederiksson met het Londens symfonie orkest en –koor. RCA 82876-55706-2 (7 cd’s).
Sibelius: Symfonieën nr. 1, 2, 4 en 5. Boston symfonie orkest.
Philips 446.157-2 (2 cd’s).
Sibelius: Symfonieën nr. 3, 6 en 7; Vioolconcert. Salvatore Accardo met het Londens symfonie orkest. Philips 446.160-2 (2 cd’s).
Stravinsky: L’oiseau de feu; Orpheus; Petroesjka (1947); Le sacre du printemps. Concertgebouworkest c.q. Londens symfonie orkest. Philips 464.744-2 (2 cd’s).