Uitvoerende Kunstenaars

CANTELLI, GUIDO

GUIDO CANTELLI: JONG GESTORVEN GROOT DIRIGENT
 
Uit pure nieuwsgierigheid heb ik eens gekeken wat er nog aan opnamen verkrijgbaar is van de Italiaanse dirigent Guido Cantelli, een van mijn helden uit de jaren vijftig en nu alleen nog iemand die bekend is in een groep van andere tachtigjarige muziekliefhebbers. 
Cantelli werd in 1920 geboren in Novara, debuteerde na zijn studie aan het Conservatorium in Milaan in 1945 bij de Scala in Milaan waar hij drie jaar later door Toscanini werd ontdekt. Deze zag in hem een veelbelovende orkestleider en haalde hem naar New York, waar hij van 1949 tot 1954 met diens NBC Symfonie orkest en het New York filharmonisch orkest kon werken en opnamen heeft gemaakt. Hij dirigeerde ook in Boston. In Engeland had Walter Legge een fijne neus voor aanstormend talent en haalde hem naar Londen om met het nog jonge Philharmonia orkest opnamen voor HMV te maken. Een optreden tijdens het Edinburgh Festival in 1954 was ook van belang en toonde zijn tomeloze energie.
Verdere plannen en hoge verwachtingen werden niet vervuld omdat Cantelli 24 november 1956, 36 jaar jong, omkwam bij een vliegtuigramp van vlucht LAI 451 in de buurt van de Parijse luchthaven Orly nadat hij was benoemd als opvolger van Dimitri Mitropoulos bij het New York filharmonisch. In plaats van hem kreeg Leonard Bernstein toen die functie. In 1958 zou hij ook de leider van het Philharmonia orkest zijn geworden. 
Gelukkig zijn al zijn opnamen niet alleen bewaard gebleven, maar in zoverre het die van EMI (thans Warner) betreft ook heruitgegeven ter gelegenheid van de herdenking van zijn honderdste verjaardag 27 maart 1920. Het materiaal op de analoge tapes uit de 78t. en LP periode is grondig gerestaureerd.
In 1981 publiceerde Laurence Lewis ‘Guido Cantelli, Portrait of a maestro’ (Tantivy Press) en daarin wordt in tegenstelling tot de verwachting niet alleen het beeld van een succesvolle, maar ook van een gefrustreerde, veeleisende dirigent geschilderd. Hij kon met het Philharmonia orkest heel lang repeteren. Een opname van Ravels La valse werd in 1951 gestaakt omdat zijn doel niet werd bereikt. Om de Pavane van Ravel naar zijn zin te krijgen, waren 18 ‘takes’ nodig, bij Debussy’s Nocturnes twintig en hij barstte haast in tranen uit toen hij het eerste resultaat hoorde van de Symfonie nr. 4 van Schumann omdat hij zich dat zo anders had voorgesteld. Iets degelijks zou zijn gebeurd met Brahms III.
Nu in alle rust luisterend naar deze mooi verdoekte heruitgaven, overwegen alleen vreugde en dankbaarheid. Probeer het zelf ook maar eens. De Discografie is beperkt, maar heel wezenlijk.