Uitvoerende Kunstenaars

ALBANESE, LICIA

LICIA ALBANESE (1909-2014): 

 

Geboren in de buurt van Bari in Italië, debuteerde de lyrische sopraan Felicia Albanese in 1934 in Milaan als Cio Cio San in Puccini’s Madama Butterfly; het is altijd een van haar glansrollen gebleven en het is jammer dat die blijkbaar nooit van haar enige RCA opname van lp naar cd is verdoekt.

Wel bezorgde haar succes haar op aanbeveling van Beniamino Gigli een engagement aan de Met in New York, waar ze in 1940 debuteerde en bleef met o.m. 300 voorstellingen in deze rol als opvolgster van Lucrezia Bori. Haar grote sterkte lag in de manier waarop ze met haar vrij kleine en niet markant, opvallen mooie stem de kwetsbaarheid en de charme van deze en andere Puccinirollen wist te uiten. Ze wist zich echter grondig met die rollen te identificeren.

Maar ze zong bijvoorbeeld eveneens in Werther van Massenet met Tito Schipa, Liu in Puccini’s Turandot met Eva Turner in de titelrol. Veel succes had ze ook als Nanetta in Verdi’s Falstaff en Violetta in Verdi’s La traviata. In 1948 zong ze naast de Otello van Ramon Vinay Desdemona in Verdi’s Otello – de eerste keer dat een opera uit de Met op tv werd uitgezonden. 

Ze bleef de Met zesentwintig seizoenen trouw en zong daar zeventien rollen in zestien opera’s. Ook in San Francisco verscheen ze een aantal keren op het podium, in Europa echter nauwelijks meer.

Nadat Albanese zich van het toneel had teruggetrokken gaf ze op veel plaatsen samen met haar echtgenoot Joseph Gimma masterclasses en stichtte ze in 1974 de Licia Albanese-Puccini Stichting ter ondersteuning van jonge zangers. In 1995 ontving ze van president Clinton de National Medal of Honor for the Arts.

 

Discografie

 

Bizet: Carmen. Met Risë Stevens, Jan Peerce en Fritz Reiner. Naxos 9.80475/7.

 

Gounod: Faust. Met  Raoul Jobin, Ezio Pinza, Martial Singher en Thomas Beecham. Guild GHCD 2258/9, Radio Years RY 2324 (2 cd’s).

 

Leoncavallo: Pagliacci. Met Raoul Jobin, Leonard Warren en Cesare Sodero. Naxos 8.110037.

 

Puccini: La Bohème. Met Beniamino Gigli, Afro Poli en Umberto Berrettoni. EMI 556.236-2, Naxos 8.110072/3 (2 cd’s). (1938)

 

Puccini: La Bohème. Met Jan Peerce, Francesco Valentino, George Cehanovsky en Arturo Toscanini. RCA GD60288,  Naxos  8.110252/3 (2 cd’s). 1946

 

Puccini: La Bohème.  Met Carlo Bergonzi, Lorenzo Alvary en Thomas Schippers. Sony 80463 (2 cd’s). 1958

 

Puccini: Madama Butterfly. Met Jan Peerce en Vincenzo Bellezza. RCA (lp). 1956

 

Puccini: Manon Lescaut. Met Jussi Björling, Robert Merrill o.l.v. Jonel Perlea. Naxos 8.111030/1.

 

Saint-Saëns: Samson et Dalila (ged.). Cala CACD 0540

 

Verdi: Falstaff. Met Leonard Warren, Giuseppe Valdengo, Regina Resnik, Giuseppe di Stefano en Fritz Reiner. Guild GHCD 2309/10 (2 cd’s).

 

Verdi: Otello. Met Ramon Vinay, Leonard Warren en Fritz Busch. Arkadia CD 651500, Preiser 90377 (2 cd’s).

 

Verdi: La traviata. Met Jan Peerce, Robert Merrill en Arturo Toscanini. RCA GD 60303 (3 cd’s).

 

Opera-aria’s en duetten met Mario Lanza. RCA 09026-63491-2.

 

O Paradiso. Opera aria’s. RCA 09026-68429-2.