Uitvoerende Kunstenaars

WALTER, BRUNO II

BRUNO WALTER AAN HET WERK

“Ik heb een hekel aan schuchterheid in de kunst, maar ik waardeer die in het leven.” Deze uitspraak van Bruno Walter, opgetekend tijdens een koorrepetitie van de Wiener Singverein zo’n negentig jaar geleden, tekent een wezenlijke karaktertrek van de in 1876 in Berlijn, niet ver van de Alexanderplatz als Bruno Walter Schlesinger geboren dirigent.

Walter heeft in de loop van zijn lange leven meer gedaan dan orkestconcerten en operavoorstellingen gedirigeerd, festivals en theaters geïnspireerd. Hij heeft het (nood)lot van de Europese muziek mede gestuurd en gevormd. Door zijn kracht als lichtend voorbeeld, door de morele energie die uit de geschreven partituren van de grote componisten trachtte een ideaal klankbeeld te realiseren. Onvervalst.

Aan Walter is een hoofdstuk gewijd in het boek Spraakmakende dirigenten, maar er zijn nog heel wat andere facetten aan een beschrijving van leven en werk van hem toe te voegen. Terugblikkend wordt Walter het sterkst geïdentificeerd met het werk van Mozart en Mahler. Wenen, het Weense muziekleven in de eerste dertig jaar van de 20e eeuw waren daarvoor de voedingsbodem.

Van zijn voorbereidende werkwijze met een orkest – in dit geval het ad hoc, deels uit musici van filmstudio’s rond Los Angeles gerekruteerde Columbia symfonie orkest (Amerikaanse Columbia ofwel CBS bracht de bewuste opnamen op de markt) in zijn laatste levensjaren is gelukkig een en ander gedocumenteerd tijdens orkestrepetities.

Een van de bekendste, wel algemeen beschikbare voorbeelden, is de aanvankelijk door Philips in licentie, later onder eigen CBS-nummer en nu als deel van de Bruno Walter Edition verschenen opname The Birth of a Performance, waarop Bruno Walter met het Columbia Symphony Orchestra Mozarts zesendertigste, Linzer symfonie repeteert en uitvoert. Minder verbreid zijn ook de aanvankelijk op een Philips lp vastgelegde repetitiefragmenten van Beethovens Vijfde, Zevende en Negende symfonie met Walter. Verder heeft CBS repetitiefragmenten uit Mahlers Negende en een interview met de dirigent geregistreerd. Die schatten uit het lp repetitierepertoire, in Nederland aanvankelijk dus op Philips, later op CBS verschenen, zijn gelukkig door Sony heruitgebracht op drie dubbel cd’s, maar ze zijn deels ook terug te vinden in de Bruno Walter Edition, een set van 10 cd’s.

Mozart

Wanneer de repetitie van de Linzer symfonie af en toe wat pietluttig, zelfs gezocht lijkt, dan dient te worden bedacht dat Walter quasi aan het begin van een late, nieuwe loopbaan stond als dirigent van een speciaal voor hem samengesteld orkest, waarvan de leden - deels gerekruteerd uit de Hollywoodse filmstudio's en individueel erg getalenteerd - nog nooit samen hadden gemusiceerd als ensemble.

Hij besteedt zorgvuldige aandacht aan de kleinste details van accent, ritme en dynamiek. Walter onderbreekt de muziek herhaaldelijk om verbaal zijn bedoelingen duidelijk te maken, praat met individuele musici: "Sing, Mister Bloom!" en laat omgekeerd ook met zich praten, alles om tot mooiere resultaten te komen. Zijn lange ervaring als liedbegeleider motiveerde hem duidelijk bij zijn onblusbare wens om de lyrische lijnen van Mozarts melodiek optimaal weer te geven, maar hij draagt ook grote zorg voor ritmische beheersing, met name in het tweede deel. Dat gebeurt door vooraf uit te leggen wat hij van de musici verlangt. Walters stem is nauwelijks die van een getrainde zanger, maar al zingend brengt hij zijn bedoelingen volkomen duidelijk over.

Die repetitie begint als volgt:

“Good morning, gentlemen, good morning. Now gentlemen, we rehearse….. the symphony is six, the introduction…… a little shorter than thirty seconds….. once more, please…… Gentlemen, your eights are too long…… in the moment I beat the next beat, it must already be out. Ra-off, ta-ti off….. Too long! It’s too long, it’s too long, your eights are too long. Ra-off, tati-off, tati-off, you only once have quarters are trumpets: you have a quarter, everybody else has eights…. It’s wrong …. You must Be able to say “off”…… Please, don’t play in trumpets. Just strings and woodwinds…… This is nearly good, not quite…… you overdo it….. that’s it! Yes, ja …. And this is at a quarter, now already, allright. Everybody…… keep it! …… on the string…… I tell you, you could give a little more espressivo here, just do it with the left hand and Be very piano, very pianissimo. I do it once more from the beginning, my frirends. From beginning…… Off!…. Off!… Off!…….. piano, sing!….. O no, no, now this is an accent: Rum! Look here, let’s have the .. um.. second violins, the G. Count you four, five, six, the seventh bar diminuendo, make a diminuendo on the G, and we in the first violins make a diminuendo in the second bow on the D…… let it fade out, then you can take it up when it fades out, and …. Not I, but I marked after my…. It’s transferred from my score. I begin once more; 0 not 37. Give me the fourth bar, fourth bar. Sing!….. No, I’m not happy. No accents. You play….. one string of sound, come, fourth bar….. yes…… these accents, my friends, are “rum”, always a little after the note. We call it in Vienna accent after the note. Ja. I do the same thing once more. The fourth bar………”

Beethoven

Wat Beethovens Vijfde betreft, valt vooral op hoe fris en vitaal deze grote vertolker van de Weense klassieken zo'n afgedraaid werk aanpakt. Hij staat op stuwkracht in de eenvoudige, heel directe benadering van het noodlotsmotief en streeft naar een complexe finesse bij de frasering in het tweede deel. De luisteraar lijkt als het ware in het orkest te zitten.

In het eerste deel van de 7e symfonie gaat hij als volgt aan de slag:

“May I have once more the 6/8. There is something…… In this period of Beethoven the gracenotes are always before, never on the beat. They are before the beat….. Come 6/8….. Your gracenote is a shade too slow….. you know what I mean, ja, no, before the beat. May I have this once more….. not much, not much, not much, now! Crescendo!!….. Fermate

Horns……. You understand what I mean? That the first eighth was too long…. Let’s try in flute to Be a little more piano. I think we can do it you know in the first beginning I thought they may Be too heavy. They are not. Let’s be more piano, as he. I do it once more. Begin …. It is good. Good, not much, that’s good! ….. Now!…… Crescendo!…… I must hear….. accent on the topnote…. On the A… I must also hear hear the violas the passng note. Allright. Letter C…… I don’t like this, first violins. Play….. allright. Letter? C, letter C…… you change the bow? No?……. come out! ……. Ja …… the flute, the flutes, they play….. So you continue the like. Is there a letter here? D. Letter D. Och, let’s have C once more. C. Come, letter C…….”

Mahler

Walter besteedt veel zorgvuldige aandacht aan de balans, ook in het Mahlerfragment. De kruisdynamiek tussen ongestopte en gestopte hoorns bijvoorbeeld, de frasering van een cellothema, de juiste balans binnen de trombonegroep - dat alles draagt bij tot kleine, fraaie kleureffectjes binnen het grote geheel.

Walter vat deze houding ten opzichte van het werk aardig samen, wanneer hij aan het begin van het tweede deel opmerkt: "The difficulty is, it's very different if one part plays piano and the other part plays forte, so don't just join the others; everyone should look what his marking is."

Het begint zo:

“We do the second movement of the symphony, the ninth. Gentlemen, the difficulty is, it’s very different in one part plays piano, the other part plays forte. So don’t just join the others, everybody should look was his marking is. Very difficult. May I have it?…..

(stem van opnameleider John McClure: Incidentally, you hear Dr. Walter stamp on the podium at the downbeat before the entrance of the main theme, seventeen seconds from the beginning of the movement. His years in Vienna had got the Ländler rhythm so firm in his blood, he was unable to control this dance-derived impulse and he did it each time the bar returned, even during the ‘takes’, despite my reminders).

…… You are too loud, you are too loud, very piano in the bassoons. Come, once more…. Second violins play….. mezzoforte, mezzoforte under C, forte Mr Lotti (1e fagot), the solo, it’s very audacious….. May I have it once more? It must Be softer in the bassoons……. No, no, they are too soft. The topline, I must hear that. Gentlemen, clarinets could Be a little more. You could play fortissimo. Well, let’s once more begin from the beginning……”

Walter is volkomen wars van de autocratische werkwijze, die tijdgenoten als Mengelberg en Toscanini er op na hielden. Zijn methodes herinneren in sommige opzichten aan die van Mahler, wiens fanatieke streven naar perfectie bij de Weense Opera het artistiek niveau van dat gezelschap aanzienlijk verbeterde. Een bescheiden terughoudende tweede hobo of tweede klarinet, die niet even in het zonnetje wilde spelen, ontdekte bijvoorbeeld dat Mahler in de repetitiepauze "forte" op het gewenste punt in zijn partij had geschreven. Vanaf dat moment was elk risico op een halfhartige bijdrage uitgebannen. Walter gebruikt dit foefje tegenover zijn contrafagotspeler: "This is your solo, I must hear this very well!"

Discografie

Beethoven: Repetitiefragmenten uit de symfonieën no. 3, 5, 7 en 9. Columbia symfonie orkest. Sony 64465 (2 cd’s). 1958

Mahler: Repetitiefragment uit de symfonie no. 9. Columbia symfonie orkest. Sony 64452  (2 cd’s). 1961

Mozart: Symfonieën no. 36 en 38; Repetitiefragmenten Symfonie no. 36. Columbia symfonie orkest o.l.v. Bruno Walter. Sony 64474 (2 cd’s). 1956

 

Bruno Walter Edition. Sony 66246 (10 cd’s).