ASTRID VARNAY: IDEALE WAGNER- EN STRAUSS ZANGERES
“Waarom zou ik een boom op het toneel nodig hebben als ik over Varnay kan beschikken?” vroeg Wieland Wagner zich af toen hij grondig opruiming hield in de aankleding van de uitvoeringen tijdens het Bayreuth festival begin jaren vijftig vorige eeuw.
De vocale en theatrale intensiteit van Astrid Varnay, haar psychologische suggestiekracht was die van een begenadigde tragedienne. Hoezeer haar gulle, draagkrachtige stem met zijn ietwat archaïsch aandoende timbre alleen al op zichzelf fascineert (nog eens Wieland Wagner: “Haar hoogdramatische, donker getimbreerde sopraanstem heeft een metaalachtige hardheid, een intellectuele uitstraling en is in het lage register vol demonische kracht.”) kan voortleven, wordt gelukkig in een aantal – meest mono – opnamen aangetoond.
De in Stockholm 25 april 1918 geboren zangeres was de dochter van de Hongaarse tenor en regisseur Alexander Varnay en de coloratuursopraan Maria Yavor. Toen Astrid twee jaar oud was, emigreerde het gezin naar de V.S. Ze kreeg aanvankelijk zangles van haar moeder, daarna van Hermann Weigert met wie ze in 1944 trouwde. In 1943 verkreeg ze het Amerikaanse staatsburgerschap.
Haar officiële debuut was in 1941 aan de New Yorkse Metropitan Opera, waar ze op het laatste moment als Sieglinde voor de ziek geworden Lotte Lehmann inviel. Al snel ontpopte ze zich als een van de beste Wagnersopranen uit haar tijd. Ieder jaar opnieuw vierde ze triomfen aan de Met.
In 1948 trad ze voor het eerst in Europa op in Londens Covent Garden en tijdens de Maggio musicale in Florence. Sinds 1951 was ze een van de hechte pilaren tijdens de Wagnerfestivals in Bayreuth. Glansrollen waren daar Sieglinde (een rol die ze 140x zong) en Brünnhilde in de Ring, Ortrud (meer dan 100x) in Lohengrin, Senta in de Fliegende Holländer en Isolde in Tristan und Isolde. Maar ze blonk ook uit in de titelrol van Verdi’s Macbeth en in die van de opera’s Salome en Elektra van Richard Strauss van wie ze ook in de Frau ohne Schatten zong.
Hermann Weigert overleed in 1955; na zijn dood besloot Varnay naar München te emigreren; ze bleef vrijwel jaarlijks in Bayreuth optreden tot 1968. Zij overleed 5 september 2006 in München. Wie haar op haar best via muziekconserven wil horen, is het beste af met haar opnamen van Wagners Wesendonckliederen uit 1955, Götterdämmerung onder Knappertsbusch uit 1951 en Strauss’ Elektra uit 1953 toen ze op de toppen van haar kunnen was en het ene annus mirabilis na het andere beleefde.