Uitvoerende Kunstenaars

SPOORENBERG, ERNA

ERNA SPOORENBERG: INTERNATIONALE CARRIèRE

Donderdag 18 maart overleed de soprano leggiero Erna Spoorenberg thuis in Vught op 79-jarige leeftijd. De op 4 april 1925 in Djogjakarta geboren zangeres studeerde bij Aaltje Noordewier-Reddingius, Berthe Seroen en Anna el Tour. Daarnaast studeerde ze viool aan het Amsterdams conservatorium. Volgens eigen zeggen droeg die achtergrond veel bij aan haar zuivere intonatie. In 1947 debuteerde ze voor de radio met Mozarts motet Exsultate, jubilate dat ze later ook mooi op lp vastlegde. 

In 1949 was op uitnodiging van Karl Böhm haar debuut met Mozart (Zauberflöte), Offenbach (Hoffmanns Erzählungen) en Verdi (La traviata) in de Weense Staatsopera. Daarnaast zong ze niet alleen graag Delibes, maar ook werk van eigentijdser componisten als Badings.

Grote naam, ook internationaal, maakte ze niet alleen als concert-, oratoriumzangeres, maar ook als operazangeres. Ze bereisde in die laatste hoedanigheid al zingend Duitsland, Engeland, Oostenrijk, Italië en de V.S. en de Scandinavische landen. In 1958 werd ze verbonden aan de toenmalige Nederlandse Opera en in 1962 maakte ze veel indruk in de Hamburgse Staatsopera als Mélisande in Debussy’s Pelléas et Mélisande. In datzelfde jaar werd quasi als vervolg op de eerder verschenen boekjes van Theo Olof (Daar sta je dan) en Hans Henkemans (Daar zit je dan) haar min of meer autobiografische boekje Daar lig je dan (een verwijzing naar haar rol als de in de derde akte doodzieke courtisane Violetta uit Verdi’s La traviata) gepubliceerd. Ze was toen 37 en moest haar mooiste lp opnamen voor Argo, Decca, CBS (later Sony), Philips en Teldec nog maken. Gelukkig zijn vele daarvan op cd verdoekt. Zo zijn haar prachtige stem, haar volkomen techniek, stijlgevoel en goede instinct nog fijn te beluisteren. Wellicht is haar overlijden voor Universal Nederland aanleiding om liefst in samenwerking met het omroeparchief al het van haar voorhanden moois nu fraai te bundelen.

Die zo fraaie, veelbelovende loopbaan kreeg een minder fraaie keerzijde toen ze door haar huwelijk en moederschap meer aan huis gebonden raakte en haar actieradius werd beperkt tot liederenrecitals met Geza Frid en optredens met oratoriumverenigingen in eigen land; er is zelfs een opname waarop ze met Godfried Bomans liedjes zingt.

 

Nog tragischer werd het in 1971 toen ze na een auto ongeluk met gebroken wervels en een ingedrukte borst in het ziekenhuis belandde en ze daarna tot 1978 vooral als zangpedagoge aan het Amsterdamse Sweelinck conservatorium (o.a. petemoeder van het clubje ‘Quink’), jurylid van het Bossche Vocalistenconcours en panellid gedurende het eerste jaar van het Radio 4 programma Discotabel bekend bleef. Uit die laatste periode bewaar ik heel dierbare herinneringen aan haar.