ELISABETH SODERSTROM
Vrijdag 20 november 2009 is de Zweedse sopraan Elisabeth Söderström op 82-jarige leeftijd na een beroerte in een ziekenhuis in Lidingö overleden. Haar loopbaan omvatte zes decennia met een laatste optreden in 1999. Ze werd vooral bekend op de grote internationale operapodia. Volgens een Zweedse woordvoerder zal ze vooral worden herinnerd als Tatiana in Tchaikovsky’s opera Eugen Onegin. Helaas schijnt daar geen opname van te bestaan.
Elisabeth Anna Söderström werd 7 mei 1927 in Stockholm geboren en studeerde daar aan de Koninklijke muziekacademie zang. In 1947 debuteerde ze in het intieme Drottningholm theater als Bastienne in Mozarts opera Bastien und Bastienne. Haar eerste belangrijke engagement had ze logisch van 1949 tot 1980 aan de Koninklijke Zweedse Opera, maar ze was ook een graag geziene gast aan de Metropolitan in New York, de Weense Staatsopera en Londens Covent Garden. Haar laatste theateroptreden was in 1999 in Tchaikovsky’s Schoppenvrouw in New York.
Gedurende haar lange loopbaan had de zangeres de reputatie van een technisch perfecte sopraan met een warme stem, beschikkend over een persoonlijke stijl die haar in staat stelde om een breed repertoire in verschillende stijlen uitstekend te kunnen zingen. Dat ging van Monteverdi tot Nyström met onderweg Gluck, veel Janácek, Debussy en Ravel en R. Strauss. Het hoogtepunt van haar solo optredens is vastgelegd in de complete liederen van Rachmaninof.
Van 1993 tot 1996 was Söderström directrice van het Drottningholm theater. Haar zangcarrière duurde 52 jaar. Geen geringe prestatie,
Hieronder een aantal cd opnamen die Söderströms veelzijdigheid illustreren.
Discografie
Beethoven: Missa solemnis. Met Marga Höffgen, Waldemar Kmennt, Martti Talvela en het Philharmonia koor en –orkest o.l.v. Otto Klemperer. EMI 769.538-2 (2 cd’s).
Debussy: Pelléas et Mélisande. Met Yvonne Minton e.a. en het Ensemble van Covent Garden o.l.v. Pierre Boulez. Sony 47263 (3cd’s).
Delius: Fennimore and Gerda. Met andere solisten en het Deens Nationaal Omroepkoor en - -orkest o.l.v. Richard Hickox. EMI 566.314-2.
Gluck: Orfeo ed Euridice. Met Dietrich Fischer-Dieskau e.a. en het Keuls omroepkoor en de Cappella Coloniensis o.l.v. Ferdinand Leitner. Orfeo C 3919521 (2 cd’s).
Humperdinck: Hänsel und Gretel. Met Ileana Cotrubas,Frederica von Stade, Kiri te Kanawa, Ruth Welting en kinderkoor plus het Gürzenich orkest o.l.v. John Pritchard. Sony 79217 (2 cd’s).
Janácek: De affaire Makrapulos. Met Peter Dvorsky e.a. en het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Charles Mackerras. Decca 430.372-2 (2 cd’s).
Janácek: Jenufa. Met Wieslaw Ochman e.a. en het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Charles Mackerras. Decca 414.483-2 (2 cd’s).
Janácek: Katá Kabanova. Met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Charles Mackerras. Decca 421.852-2 (3 cd’s).
Mahler: Das klagende Lied. Met Evelyn Lear, Ernst Häfliger e.a. en het Londens symfonie orkest en –koor o.l.v. Pierre Boulez. Sony 45841.
Monteverdi: L’incoronazione di Poppea. Met Helen Donath e.a. en Concentus musicus Wenen o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. Teldec 2292-42547-2 (4 cd’s)..
Nyström: Symfonie nr. 3 Sinfonia del mare. Met het Zweeds omroeporkest o.l.v. Stig Westerberg. Swedish Society SCD 2015.
Rachmaninof: Liederen. Met Vladimir Ashkenazy. Decca 436.920-2 (3 cd’s).
Ravel: Shéhérazade. Met het BBC Symfonie orkest o.l.v. Pierre Boulez. BBC Legends BBCL 4153-2.
Shostakovitch: Symfonie nr. 15. Met het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Decca 425.069-2.
Strauss: Vier letzte Lieder. Met het Royal philharmonic orkest o.l.v. Antal Dorati. BBC Legends BBCL 4153-2.
Strauss: Hoogtepunten uit Der Rosenkavalier. Met Régine Crespin, Hilde Güden en het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Silvio Varviso. Decca 452.730-2.
Duetten van Kodály, Dvorak, Tchaikovsky e.a. Met Kerstin Meyer en Jan Eyron. BIS CD 0017.