Verg. Discografieën

BRITTEN: RAPE OF LUCRETIA, THE

 

BRITTEN: THE RAPE OF LUCRETIA

 

Na het grote succes van zijn eerste opera, Peter Grimes is Brittens The rape of Lucretia niet alleen veel kleinschaliger en afwijkend van het gangbare operaconcept maar ook veel eigenaardiger geconcipieerd als kameropera. Op het toneel verschijnen slechts drie mannen en drie vrouwen, aangevuld met een éénpersoons vrouwelijk- en manlijk koor. Slechts twaalf instrumentalisten vormen het begeleidende orkest

 

Achtergronden

 

Alles is gestileerd in deze opera in twee aktes, alles in evenwicht wat de dramaturgische, de muzikale vormen en proporties betreft. Librettist Ronald Duncan en André Obrey kreeg wel wat kritiek voor de ‘christelijke omlijsting’ van het mannen- en vrouwenkoor in combinatie met de verder genotzuchtige taal, maar zijn scenario en zijn poëzie inspireerden Britten wel tot een zeer geslaagd werk.

De geschiedenis begint buiten Rome anno 510 voor Christus waar drie generaals, de jonge prins Tarquinius, Collatinus en Junius een drinkgelag hebben en over de deugdzaamheid van hun vrouwen en hun ridderlijke eer debatteren. De Etruskische Tarquinius zit vol lust voor Lucretia de knappe vrouw van Collatinus. Hij reis naar Rome om in Collatinus’ woning onderdak vraagt. Midden in de nacht verkracht hij haar. De volgende dag vertelt Lucretia dit aan haar man en pleegt vervolgens zelfmoord.

 

De opnamen

 

Het is achteraf heel spijtig dat EMI, toen nog His Master’s Voice, vanwege contractuele problemen deze opera niet meteen na zijn ontstaan in 1946 met de oorspronkelijke bezetting kon opnemen. De verdere oogst is ook gering. Te hopen valt dat de geweldig mooie opvoering in het Holland Festival 2011 met Angelika Kirchschlager, Ian Bostridge, Susan Gritton en Christopher Purves plus instrumentaal ensemble onder Oliver Knussen ooit op dvd of cd verschijnt.

Voor een glimp van de majestueuze Kathleen Ferrier in de titelrol is men aangewezen op (clandestiene?) opnamen, gemaakt tijdens een tournee door Nederland, gedirigeerd door Britten zelf (alleen fragmentarisch) of door Goodall. Het werk is ook tijdens het Holland Festival opgevoerd, maar in de Globe cd box ‘Fifty years Holland Festival, a Dutch miracle’.

Deze opnamen ontstonden voordat Britten de partituur in 1947 herzag. Als geringe troost is er een uitgave met fragmenten ter lengte van tachtig minuten, gemaakt tijdens het Glyndebourne festival in 1947. Goodall, later bekend geworden als traag als Knappertsbusch dirigerende Wagnervertolker, houdt hier van pittige tempi. Nancy Evans voldoet in de hoofdrol verrassend goed en toont een oprechtheid en een vastbeslotenheid die indruk maken. Bijzonder is ook dat hier een nog jonge Joan Cross en Peter Pears te horen zijn als Male- and Female Choruses.

Mogelijk was het vanwege het bestaan van deze verkorte opname dat Britten zelf wachtte tot 1970 voordat hij het in zijn reeks zelf gedirigeerde opera’s opnam en vastlegde. Toen had Janet Baker in Engeland Ferriers mantel overgenomen en zong ze op de toppen van haar kunnen. Ze combineerde de naar binnen gerichte concentratie van een recitalkunstenares met de extroverte overgave van een operazangeres. Maar ook de rest van de bezetting mag er wezen. Naar het eind toe wordt de vertolking steeds doorleefder en spannender en het laatste half uur is hier moeilijk te overtreffen.

Richard Hickox, de enige nieuwere rivaal heeft tien minuten langer nodig om het werk af te ronden. Dat ontneemt enige vaart aan het relaas, maar wordt gecompenseerd door een bereidheid om de gevoelens te ontwikkelen zonder dat daar druk op wordt uitgeoefend. Het is de juiste aanpak voor de Lucretia van Jane Rigby wier rijkgekleurde mezzo er haast iom vraagt om enige tijd te nemen. Haar simpele waardigheid is op een heel eigen manier ontroerend.

Helaas was de video opname niet beschikbaar.

 

Conclusie

Bij zo’n gering aanbod is de keuze niet moeilijk. Kies de in vele opzichten authentieke opname van Britten zelf.

 

Discografie

 

1947 Fragmenten. Nancy Evans, Peter Pears, Joan Cross, Frederic Sharp met het Ensemble van de English Opera Group o.l.v. o.l.v. Richard Goodall. EMI 764.727-2, Pearl GEMS 0231.

 

1970 Janet Baker, Peter Pears, Heather Harper, Benjamin Luxon e.a. met het Engels kamerorkest o.l.v. Benjamin Britten. Decca 425.666-2.

 

1994 Jane Rigby, Nigel Robson, Catherine Pierard, Donald Maxwell e.a. met City of London Sinfonietta o.l.v. Richard Hickox. Chandoos CHAN 9254/5.

 

Video

 

Ensemble van de English National Opera o.l.v. Lionel Friend. ArtHaus 102021.