Verg. Discografieën

DVORAK: PIANOTRIO NR. 4, DUMKY TRIO

DVORAK, PIANOTRIO NR. 4 IN e OP. 90 (B 166), DUMKY TRIO

 

In het naar het karakter van een Oekraïnse volksdans, de Dumka, genaamde Vierde Pianotrio van Dvorak volgen meerdere volksdansen op elkaar in behoedzaam gestileerde vorm.

 

Achtergronden

Hoe het toch komt dat muziekwerken met bijnamen zo vaak uitverkoren worden ten koste van hun omringende soortgenoten terwijl ze kwalitatief vaak helemaal niet beter zijn? We hoeven slechts voorbijgaand te denken aan Haydns Symfonie met de paukenslag, Mozarts Jupiter symfonie en Dissonanten- en Jacht kwartet, Beethovens Mondschein, Appassionata, Pathétique, Mendelssohns Schotse en Italiaanse symfonie, Dvoraks Nieuwe wereld dito. Bovendien gaat het meestal om namen die niet door de componisten zelf werden bedacht. Voer voor muzieksociologen.

Dvoraks Dumky trio is altijd erg gefêteerd ten koste van het overige drietal. De bijnaam is afgeleid van een Oekraïnse volksdans waarin levendige uitgelaten vrolijke, vaak door stampende voeten begeleide melodieën worden afgewisseld met rustiger, langzamer, contemplatiever, elegische passages. Dumkasporen zijn ook terug te vinden in werken van Tchaikovsky, Janácek, en Balakirev, maar behalve in het Dumky trio bij Dvorak ook in diens achtste strijkkwartet, het Strijksextet in A en de finale uit het Vioolconcert. De folklorist Ludvik Kuba bracht Dvorak tijdens een cafébezoek op de gedachte.

Dvorak schreef het trio in 1891. De dankbare cellopartij werd geschreven voor de virtuoos Hanus Wihan, die ook meehielp om het werk ten doop te houden met de componist aan de piano en violist Ferdinand Lachner.

Verder gaat het om een rijp werk, waarin de componist ook zijn door veel tempowisselingen gekenmerkte en op Boheemse  volksmuziek gebaseerde achtergrond niet verloochent.

 

De opnamen

De lijst met opnamen is eigenlijk onverwacht lang. Een uitgebreide en zorgvuldige vergelijking wordt in dit geval sterk bemoeilijkt door het feit dat zoveel opnamen op kleine, onbekende, dus niet zo makkelijk verkrijgbare labels zijn verschenen. Andere, best wel interessante en goede opnamen – bijvoorbeeld die van het Fontenay trio - zijn helaas met stille trom uit de catalogus verdwenen. Of de ontbrekenden veel verschil zouden hebben gemaakt? De gemotiveerde speurder mag het op eigen houtje uitzoeken.

 

Lange tijd voerde het Beaux Arts trio de reeks uitvoeringen aan en ook nu nog maakt hun interpretatie een heel positieve indruk. Vooral de welsprekendheid en de vitaliteit van pianist Menahem Pressler maken indruk, de opeenvolgende violisten vormden een tijdlang de zwakke stee in het ensemble. De oudere opname klinkt als heruitgave nog frappant goed.

 

Het Tsjechisch-Duitse Max Brod trio dankt zijn naam aan de Tsjechisch-Duits-Joodse componist schrijver en is weerspiegeld in de samenstelling van het ensemble met twee Tsjechische strijkers en een Duitse pianist.

De droge opnameklank laat vooral de mooie articulatie van de pianist goed uitkomen. De langzame gedeelten klinken hier teer en warmbloedig, mooi meditatief, de snelle veerkrachtig.

 

Bij het Oslo trio ontbreekt het niet aan welkome contrastwerking, er wordt ook gezorgd voor dramatische continuïteit in tempo en expressie. Destijds was dit een van de mooiere versies als men niet grondig ging vergelijken.

 

Het uit pianist Martino Tirimo, violist Ben Sayevich en cellist Daniel Veis bestaande Rosamunde trio. Hier is het de pianist en niet de cellist die het voortouw neemt met mooi expressief, haast rapsodisch spel. Over het geheel blijft de verklanking aan de introspectieve, (te) milde kant.

 

Hebben de van origine Tsjechische uitvoerenden een streepje voor? Luisterend naar het Suk- en het Smetana trio zou men het haast menen. Opvallend zijn verder de grote concentratie en de beheerste energie van het spel bij beide ensembles.

Het is vooral goed dat de eerste opname van het Suk trio uit 1958 weer beschikbaar is. Het trio bestond toen uit pianist Jan Panenka, violist Josef Suk en cellist Milos Sádlo. Laatstgenoemde steelt haast de show met zijn warme, vurige toon en Suk zorgt van zijn kant ook voor veel zangerigheid. De contrasten tussen vreugde en melancholie worden goed uitgediept.

Een tweede opname op Denon uit 1978 scoorde ook hoog op de lijst favorieten, maar zal wel niet meer leverbaar zijn, net zomin als de versie van het destijds jonge Trio Fontenay dat de afzonderlijke stemmen alle ruimte gaf en vooral in de bezonnen passages heel mooi was.

 

Tot de grote kanshebbers behoort ook het Borodon trio met een ‘live’ opname op een levensecht klinkende Chandos cd. Een paar onvolmaaktheden waren zo helaas niet te vermijden, maar de levendige, ja felle vertolking en de getoonde spontaniteit doen dat snel vergeten.

Zonder die ‘live’ imperfecties komt de voortreffelijke opname van het Weens pianotrio met een nog fellere attaque en iets geheimzinnigs in de langzame passages net nog wat verder richting ideaal.

 

Het Smetana trio zorgt voor een zeer idiomatische verklanking met volkomen natuurlijke en spontaan klinkende tempowisselingen. Vooral de fijnzinnige aanpak treft dankzij de lichte aanpak van pianist Jitka Cheková.

 

Met pianiste Susan Tomes, violist Anthony Marwood en cellist Richard Lester is het Florestan trio op en top Engels. Zonder enige expressieve terughoudendheid heeft het zich op deze muziek gestort. Belangrijker is dat men de couleur locale zo raak wist te treffen. Zo ontstond een van de mooiste uitgaven waarin allure en gevoeligheid mooi samengaan.

 

Op de Harmonia Mundi cd van pianist Alexander Melnikov , violiste Isabelle Faust en cellist Jean-Guihen Queras vormt eigenlijk het Vioolconcert de hoofdschotel, maar het trio is zeker niet een plichtmatige toegift, In tegendeel, het krijgt een prachtige, in  alle geledingen

 

Het Nederlandse Osiris trio rond pianiste Ellen Corver is met twee, een paar jaar na elkaar ontstane opnamen vertegenwoordigd. Reden kan de wisseling van violist zijn geweest. Violist Peter Brunt maakte na 1998 plaats voor Vesko Eschkenazy. Drastische verschillen tussen beide opnamen zal men vergeefs zoeken. Beide zijn ver boven het routineuze verheven en hier geldt grosso modo wat hierboven over het Florestan trio is opgemerkt. De ‘zang en dans’ elementen met hun oprechte melodieën in volksstijl zowel als Boheemse invloed krijgen de volle aandacht. De verklankingen zijn mooi afgewogen, in-muzikaal en doorleefd.

 

Wie op zoek is naar een moderne, goedkope uitgave, komt uit bij het geïnspireerde, stijlvolle en nog jonge Joachim trio op Naxos dat voortreffelijk is vastgelegd.

 

Conclusie

Aan het eind van de rit is geen duidelijke ‘overwinnaar’ aangetreden. Bij de tenslotte uitverkoren opnamen van de beide Tsjechische teams sluiten zich op geringe afstand vrijwel ex aequo het Florestan trio, het Weens pianotrio (bij voorkeur op MDG), Isabelle Faust c.s. en de beide mooie versies van het Osiris trio, dat zich internationaal uitstekend handhaaft. Het Joachim trio is een mooi goedkoop alternatief.

 

Discografie

 

1952 Oistrakh trio. Brilliant Classics 9101 (10 cd’s).

 

1958 Suk trio. Decca 480.0489.

 

1964 Beaux Arts trio. Philips 454.259-2 (2 cd’s).

 

1978 Suk trio. Supraphon SU 3545-2 (2 cd’s).

 

1980 Cohen trio. CRD CRD 386/7 (2 cd’s).

 

1985 Borodin trio. Chandos CHAN 2412-4 (2 cd’s).

 

1985 Beaux Arts trio. Philips 416.297-2, DG 469.133-2 (2 cd’s).

 

1990 York trio. Meridian CDE 84187.

 

1990 Trio Fontenay. Teldec9031-76458-2 (2 cd’s).

 

1992 Oslo trio. Victoria VCD 19020.

 

1993 Haydn trio. Arabia Z 6646.

 

1995. Weens Pianotrio. Nimbus BI 5472, MDG 342.1261-2.

 

1996 Florestan trio. Hyperion CDA 66895.

 

1996 Joachim trio. Naxos 8.550444.

 

1997 Ahn trio. EMI 556.674-2.

 

1998 Gryphon trio. Analekta FL 23110.

 

1998 Golub, Kaplan, Carr trio. Arabia Z 67262 (2 cd’s).

 

1998 Osiris trio. Channel Classics CCS 13098.

 

2003 Alexander Melnikov, Isabelle Faust en Jean-Guihen Queras. Harmonia Mundi HMC 90.1833.

 

2006 Max Brod trio. Arco Diva UP 0098-2.

 

2006 Smetana Pianotrio. Supraphon SU 3872-2.

 

2008 Osiris trio. Cobra 0025.

 

2009 Rosamunde trio. Alto ALC 1058.

 

Met onbekende opnamedatum

 

…. Abegg trio. Tacitus TA 88.

 

…. Eroica trio. EMI 556.673-2.

 

…. Brown, Crayford, Kampen. Virgin 561.321-2.

 

…. Weens Pianotrio. MDG 342.1262-2.

 

…. Dvorak trio, München. Farao Classics B 108.004.

 

…. Guarneri trio. Supraphon SU 3786-2.

 

…. Nash Ensemble. Virgin 561.516-2 (2 cd’s).

 

…. Grieg trio. Sima PSC 1256 (2 cd’s).

 

…. Dresdens Pianotrio. Et’cetera KTC 1303.

 

…. Grumiaux trio. Cypres CYP 2606.

 

…. Trio di Torino. Musik Welt Real Sound RS 05-10175.

 

…. Trio Ex aequo. Discover DICD 920111.

 

…. Trio Poroja. Vereinigte Motor Verlage 2700000042.

 

…. Mersson, Fietz, Starck. Tuxedo TUX 2004.

 

…. Rembrandt trio. Dorian DOR 90160.