Verg. Discografieën

FALLA: AMOR BRUJO, EL

FALLA: EL AMOR BRUJO

 

El amor brujo was het eerste grootschalige werk dan Manuel de Falla in 1915 na zijn terugkeer van zeven stimulerende jatren Frankrijk in Spanje schreef. Waarschijnlijk wilde hij zich weer geheel onderdompelen in zijn culturele erfgoed toen hij de opdracht van de beroemde danseres Pastora Imperio met zigeunerbloed accepteerde om een stuk met zang en dans te schrijven op basis van de verhalen die haar moeder haar had verteld.

 

Achtergronden

 

Wat ontstond was het ballet in één akte El amor brujo (Magische liefde of Liefde voor de magiër; eventueel zelfs Betoverde- of Wrede liefde). Dat gebeurde in hetzelfde jaar dat Nachten in de Spaanse tuinen ontstond en beide zijn vervuld van de sfeer der zigeunermuziek. In de handeling wordt het verhaal verteld van hoe een liefdesaffaire tussen het mooie zigeunermeisje Candelas en haar minnaar Carmelo wordt gedwarsboomd door de jaloerse geest van haar vorige minnaar (telkens aangegeven door een schril fanfare motief).

Slechts door die geest weg te lokken met behulp van de charmes van een ander zigeunermeisje, lukt het Candelas en Carmelo zich van die geest te ontdoen.

De eerste opvoering van het oorspronkelijke ballet met zang voor kamerensemble was geen succes waarna Falla de dialoog verwijderde en het werk herschreef voor volledig orkest en de structuur strakker maakte. Daarna kan het werk tot zijn succesvolste worden gerekend.  

Falla laat dat verhaal het verhaal duidelijk volgen en horen in een aantal zeer geconcentreerde deeltjes, waarvan vier met zang. De partituur met zo’n vijfentwintig minuten vergende muziek is vol van openingsfanfares, via gezongen liefdesverdriet, de beroemde ‘Rituele vuurdans’, de ‘Dans der verschrikkingen’, het kalmere ‘Magische kring’ tot het vrolijke gebeier van ochtendklokken wanneer de kwade geest is verdreven.  

De originele, 5 april 1915 in het Lara theater in Madrid ten doop gehouden versie was in twee taferelen voor kamerensemble uit 1915 bestond uit zestien deeltjes, namelijk:

 

Eerste tafereel

1. Inleiding

2. Lied van de treurende liefde

3. Magische betovering

4. Dans aan het einde van de dag

5. De vulgaire liefde

6. Romance van de visser

7. Intermezzo

Tweede tafereel

8. Het dwaallicht

9. De angst

10. Rituele vuurdans

11. Hallucinaties

12. Lied van het dwaallicht

13. Betovering om de geliefde terug te winnen

14. Dans van het liefdesspel

15. Dans en lied van de bedrieglijke heks

16. Finale, de klokken van de dageraad

 

1. Inleiding

2. Scène in de zigeunergrot

3. Lied van de treurende liefde

4. De geestverschijning

5 Dans van de verschrikkingen

6. Romance van de magische kring

7. Middernacht

8. Rituele vuurdans

9. Scène

10. Lied van het dwaallicht

11. Pantomime

12. Dans van het liefdesspel

13. Finale, de ochtendklokken.

 

De opnamen

 

Wie de Discografie nader bekijkt, zal ontdekken dat zich bij het kiezen van een mooie opname tal van mogelijkheden openbaren. Dat gaat van de uitgebreide, maar kleine bezetting van de versie uit 1915 via de soundtrack van de verfilming door Carlos Saura in 1986 tot de vele cd’s met de gangbare, wat bekorte, maar zwaardere orkestvorm. En dan zijn er nog allerlei bewerkingen, waarvan sommige best interessant zijn.

Van de oude versie zijn feitelijk alle drie de uitgaven zeer de moeite waard. Izquierdo vanwege de echte flamenco getinte inbreng van Martha Senn, Pons vanwege het kleinschalige theatrale karakter en Lopez-Cobos dankzij de ingevoegde dialogen.

Bij de standaard vertolkingen springen die van Reiner met Price, Markevitch met Ines Rivadeneyra, van Frühbeck de Burgos met Nati Mistral, Giulini met De los Angeles en Stokowski met Gloria Lane er het positiefst uit bij de oudere opnamen. 

En bij de nieuwere treffen Dutoit met Tourangeau, Wolf met Larmore en Simon met Walker het diepst.

 

Conclusie

 

Overweeg vooral eerst wie op grond van de eigen ervaringen en persoonlijke voorkeuren geschikte kandidaten zijn waarbij de voorkeur voor de beste Spaanse onder de interpreten een goed uitgangspunt is.

Kies anders het veilige spoor, waarbij het de moeite waard is om het 1915 origineel van bijvoorbeeld  Lopez-Cobos, Nafé en de dialoogsprekers te bezitten naast een der betere standaarduitvoeringen uit de grote reeks van bijvoorbeeld Markevitch/Rivandeneyra of Frühbeck de Burgos/Mistral en als het niet-Spaans hoeft te zijn van Simon/Walker.

Bij de magere oogst aan dvd opnamen, springen Valdés/Nafé er het beste uit. De veelsoortige, vaak ingekorte bewerkingen zijn hooguit voor incidenteel gebruik bedoeld en nooit een echte vervanging van het origineel.

 

Discografie

 

Kamermuziekversie 1915

 

1989. Martha Senn (flamencozang) met het Carme ensemble o.l.v. Luis Izquierdo. Nuova Era 6809.

 

1990. Ginesa Ortega met het Lliure theater kamerorkest o.l.v. Josep Pons. Harmonia Mundi HMC 50.5213.

 

1992. Alicia Nafé (ms) met het Lausanne kamerorkest o.l.v. Jesús Lopez-Cobos. Denon CO 75339 (met dialoog door Silvia Aguilar en Antonio Belda Egea).

 

Symfonische versie

 

1945. Nan Merriman (ms) met het Hollywood Bowl symfonie orkest o.l.v. Leopold Stokowski. Dutton CDBP 9705.

 

1946. Carol Brice met het Pittsburgh symfonie orkest o.l.v. Fritz Reiner. Columia ML 2006 (lp).

 

1952. ? met het NDR symfonie orkest Hamburg o.l.v. Leopold Stokowski. Tahra TAH 485/6 (2 cd’s).

 

1953. Ana-Maria Iriarte (ms) met het Parijs’ Conservatorium orkest o.l.v. Ataulfo Argenta. RCA 7243-569235-2.

 

1953. Diana Eustrati (a) met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Fritz Lehmann. DG 477.5486.

 

1955. Marina de Gabarain (ms) met het Suisse romande orkest o.l.v. Ernest Ansermet. Decca 417.691-2, 466.991-2, 480.0077, 433.908-2 (2 cd’s), Praga DSD 350090.

 

1955. Corinne Vozza (a) met het Lamoureux orkest o.l.v. Jean Martinon. Decca 480.5588 (3 cd’s).

 

1957. Oralia Dominguez (a) met het Philharmonia orkest o.l.v. André Vandernoot. EMI 569.305-2 (2 cd’s).

 

1957. Teresa Berganza (ms) met het Frans nationaal orkest o.l.v. Ataulfo Argenta. Stradivarius STR 10059, Memories HR 4464/5 (2 cd’s).

 

1958. Leontyne Price (s) met het Chicago symfonie orkest o.l.v. Fritz Reiner. RCA 88697-04607-2, 09026-62586-2. 

 

1960. Shirely Verrett (ms) met het Philadelphia orkest o.l.v. Leopold Stokowski. Columbia MS 6147.

 

1961. Victoria de los Angeles met het Philharmonia orkest o.l.v. Carlo Maria Giulini. EMI  567.590-2, 769.037-2, 567.587-2 (2 cd’s).

 

1963. Gloria Lane (ms) met het BBC symfonie orkest o.l.v. Leopold Stokowski. BBC Legends BBCL 4005-2.

 

1964. Ines Rivadeneyra (ms) met het Madrileens Concertorkest o.l.v. Jesús Arámbari. Baltic GME 221.

 

1965. Grace Bumbry (ms) met het Berlijns Radio symfonie orkest o.l.v. Lorin Maazel. DG 439.458-2, 447.414-2.

 

1966. Ines Rivandeyra (ms) met het Symfonie orkest van de Spaanse omroep o.l.v. Igor Markevitch. Decca 468.313-2.

 

1966. Nati Mistral (a) met het Philharmonia orkest o.l.v. Rafael Frühbeck de Burgos. Decca 417.786-2, 480.9844, 448.601-2, 466.128-2 (2 cd’s).

 

1972. Anna Reynolds (ms), Steuart Bedford (p) met  het Engels kamerorkest o.l.v. Benjamin Britten. BBC BBCB 8012-2.

 

1976. Nati Mistral (a) met het Londens symfonie orkest o.l.v. Eduardo Mata. RCA 74321-24215-2.

 

1978. Jan DeGaetani (ms) met het New York filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. CBS MYK 44721.

 

1978. Teresa Berganza met het Londens symfonie orkest o.l.v. Luis Garcia Navarro. DG 457.878-2, 429.181-2, 439.458-2.

1981. Huguette Tourangeau (ms) met het Montréal symfonie orkest o.l.v. Charles Dutoit. Decca 410.008-2, 430.703-2.

 

1985. Sarah Walker (ms) met het Londens symfonie orkest o.l.v. Geoffrey Simon. Chandos CHAN 10232.

 

1986. Rocio Jurado (ms) met het Spaans nationaal orkest o.l.v. Jesús López-Cobos. EMI 747.586-2. (Soundtrack van de film van Carlos Saura).

 

1988. Jill Gomez (ms) met Aquarius. Virgin 561.138-2.

 

1993. Jennifer Larmore (ms) met het Saint Paul kamerorkest o.l.v. Hugh Wolf. Teldec 4509-908-2.

 

1994. Martha Senn (flamencozang) met het Simon Bolívar symfonie orkest o.l.v. Eduardo Mata. Dorian DOR 90210. 

 

1995. Nancy Fabiola Herrera (ms) met I Cameristi o.l.v. Diego Dini-Ciacci. Naxos 8.553499.

 

1996. Esperanza Fernandez (ms) met het Catalaans nationaal orkest o.l.v. Edmon Colomer. Naïve V 4768.

 

1996. Odette Beaupré met het Ensemble contemporaine Montréal o.l.v. Véronique Lacroix. Atma ACD 22145.

 

2002. Alicia Nafé c.q. Maria José Martos (ms) met het Asturias symfonie orkest o.l.v. Maximiano Valdés. Naxos 8.557800, 6.110018.

 

2006. Antonia Contreras (flamenco zangeres) met het Poitou-Charentes orkest o.l.v. Jean-François Heisser. Mirare MIR 034.

 

2012. Nancy Fabiola Herrera met  het Mexicaans Staats symfonie orkest o.l.v. Enrique Batiz. Regis RRC 1271.

 

Voor viool

 

2002. Angèle Dubeau (v) met La pieta. Analekta AN 28718.

 

Voor cello octet

 

2000. Teresa Berganza (ms) met octet Conjunto ibérico o.l.v. Elias Arizcuren. Ambroisie AMB 9908.

 

Voor 2 piano’s

 

1993. Katia en Marielle Labèque. Philips 473.582-2 (6 cd’s).

 

Voor piano

 

1989. Jean-François Heisser. Erato 2292-45481-2.

 

1991. 4 delen. Eric Himy. BNL 11282-2.

 

2013. Luis Fernando Pérez. Mirare MIR 219.

 

Voor gitaarkwartet

 

1992. Los Angeles gitaarkwartet. Delos DE 3144, GHA CD 126001.

 

2008. Vida gitaar kwartet. BGS BGS 118.

 

Voor 2 gitaren

 

2008. Juanita Lascarro (s) met de Katona tweeling (git) en David Garcia Mir (slw). Channel Classics CCS SA 28809.

 

Voor sologitaar

 

2002. Liliana Rodriguez (ms) en Raphaëlla Smits. Accent ACC 21141.

 

2005. Rafael Andia. Mandala MAN 5112.

 

Video

 

1991. Gedeelten. Chicago symfonie orkest o.l.v. Daniel Barenboim. ArtHaus 100.034 (dvd). 

 

2004. Alicia Nafé c.q. Maria Jose Martos met het Asturias symfonie orkest o.l.v. Maximiano Valdés. Naxos 5.110018 (dvd).