Verg. Discografieën

GERSHWIN: PORGY AND BESS

GERSHWIN: PORGY AND BESS

De slums van Charleston vormen de coulissen van George Gershwins opera waarin Blues en Spirituals voor een keer salonfähig werden verklaard in 1935. Het gaat daarbij nog steeds om een van de belangrijkste Amerikaanse bijdragen aan het Europese genre van het muziektheater. Daaraan heeft Bernstein met zijn West Side Story weinig veranderd.

Achtergronden

Porgy and Bess is Gershwins meesterwerk en een grandioze opera en ondanks pogingen om er een musical van te maken is het ook een echte opera.

De tekst, vakkundig ontleend aan de novelle Porgy van Edwin DuBose Hayward uit 1925. Daarin wordt het verhaal verteld van de kreupele straatzanger en bedelaar Porgy die in een armenwijk van Charleston in South Carolina woont.

Op een warme zomeravond zingt Clara in de eerste acte een wiegenliedje voor haar baby in Catfish Row en speelt Jasbro Brown daar piano. Vlakbij gaat een groepje mannen beginnen aan een gokspelletje. Robbins wordt door zijn heel godsdienstige echtgenote Serena verboden om daaraan deel te nemen, wat Robbins nijdig maakt. Clara tracht vergeefs haar baby in slaap te krijgen, waarna haar man, de visser Jake zelf een wiegenliedje zingt (‘A woman is is a some time thing’), maar ook hem lukt het niet de baby te laten inslapen. Meer mannen, vooral vissers, voegen zich bij de gokkers, daaronder Jim en Mingo die in de haven als stuwadoor werkt. Jim verklaart dat hij genoeg heeft van zijn job en liever ook visser wil worden.

Dan verschijnt Porgy ten tonele om de gokkerij op gang te brengen, gevolgd door Peter met zijn verkoopstalletje. Ook de brute Crown en zijn meisje Bess arriveren en Crown gaat naar Sportin’Life om een fles clandestiene whisky te kopen. Serena en Maria halen hun neus op voor de hedonistische Bess en Porgy verdedigt haar.

Dan begint het gokken echt en naarmate de tijd vordert lopen de zaken verder uit de hand. Crown heeft vrijwel de hele fles whiskey opgedronken en wanneer hij als laatste met Robbins in het spel overblijft, krijgen ze ruzie. Die eindigt met het neersteken van Robbins, waarna Crown de stad  uit vlucht. Ook Bess loopt gevaar, maar Sportin’Life geeft haar een dosis ‘happy dust’ en nodigt haar uit om met hem naar New York te gaan. 

Ze slaat het voorstel af en klopt op deur na deur om onderdak te krijgen, maar wordt telkens afgewezen. Totdat ze bij Porgy aanklopt, die haar vriendelijk onderdak verleent. 

De dag daarop is een rouwdag waar Serena waakt over haar dode echtgenoot  Robbins die opgebaard ligt met een grote schaal waarop donaties kunnen worden gedaan om zijn begrafenis te betalen. Bess doneert wat, maar Serena pakt het meteen weg.

Bess verklaart dat ze nu met Porgy is en dan duikt ineens een detective op die Peter van de moord op Crown beschuldigt. Peter haast zich om Crown als de ware moordenaar aan te wijzen. Niettemin wordt Peter gearresteerd om als getuige te dienen.

Wanneer de begrafenisondernemer verschijnt vindt hij slechts $15 op de schaal, terwijl een begrafenis $25 kost. Serena smeekt hem het bij uitzondering voor dit bedrag te doen, maar Bess draagt de ontbrekende $10 bij en zingt een gospel. De overige vrouwen zijn onder de indruk van Bess’ houding en stellen zich vriendelijker op jegens haar.

De tweede acte speelt een maand later. Clara vraagt Jake die dringend geld nodig heeft om zijn werk trouw te blijven ondanks het stormachtige weer; Sportin’Life gaat de deur langs met zijn waren, maar Maria scheldt hem uit en jaagt hem weg. Dan klopt Frazier die zegt advocaat te zijn bij Porgy aan op zoek naar Bess om haar scheiding van Crown te bespreken, ook al waren zij niet echt getrouwd. Frazier verhoogt zijn tarief, dwingt Bess te tekenen en verdwijnt met zijn geld.

Een andere advocaat duikt op en vertelt dat Peter de komende dagen wordt vrijgelaten. Porgy vindt dat een slecht teken, maar is blij om samen te zijn met Bess.

Dan verzamelen de bewoners van Catfish Row zich om op Kittiwash Island de picnic van de kerk te houden. Sportin’Life vraagt Bess opnieuw om met hem naar New York te gaan, maar ze weigert weer, ook zijn drugs. Porgy en Bess betuigen hun liefde voor elkaar, Maria vraagt Bess om op de boot mee te gaan naar de picnic, maar de gehandicapte Porgy blijft thuis.

Tijdens picnic geniet iedereen, al betwist Sportin’Life bepaalde uitspraken uit de bijbel. Op weg terug naar de boot is Bess een van de laatsten. Ze wordt gepakt door Crown die in de bosjes was verborgen. Bess verklaart gelukkig te zijn met Porgy, maar Crown lacht haar uit en zegt dit dit slechts van tijdelijke aard  is. Zij vraagt hem om haar te vergeten, maar hij wil haar niet opgeven. Als de boot vertrekt is dat zonder hen.

Een week later staat Jake klaar om weer de zee op te gaan. Porgy keert timide en onzeker van zichzelf terug en Bess ligt met koorts in bed na haar vlucht van het eiland. Gelukkig raakt ze snel koortsvrij. Porgy geeft toe dat hij wist dat Bess mert Crown verkeerde, maar vergeeft haar en belooft om haar te beschermen.

Getroost door Maria wacht Clara angstig het einde van het noodweer af en zingt weer wiegenliedjes.  Clara ziet de boot van Jake ondersteboven langs drijven en vreest het ergste. Terecht naar de volgende ochtend blijkt.

Dat gebeurt in de derde akte waarin de mensen rouwen om het verlies van Clara, Jake en de overige vissers en zelfs Crown. Sportin’Life bespot hen, Maria jaagt hem weg en Bess zingt Clara’s wiegenliedje.

’s Avonds claimt Crown opnieuw Bess, maar Porgy voorkomt dat. Tijdens het daarop volgende gevecht deelt Porgy een fatale, dodelijke klap uit. De volgende dag meldt de detective zich weer maar de vrouwen zeggen van niets te weten. Gefrustreerd neemt hij Porgy mee om het lijk te indentificeren en verdwijnt in de gevangenis. Sportin’Life doet weer een poging om Bess mee te nemen, maar slaagt daarin opnieuw niet, hoewel ze door hem werd gedrogeerd.

Een weekje later wordt Porgy vrijgelaten als een aanzienlijk rijker man omdat hij in het gevang veel geld won van medegevangenen. Terug in Catfish Row deelt hij geschenken uit aan zijn vrienden en wil hij Bess een prachtige jurk schenken, maar kan haar niet vinden.

Pas dan blijkt de bittere werkelijkheid die hij ervaart van Serena en Maria ervaart: Bess is teruggevallen in haar oude ondeugd en met Sportin’Life naar New York verdwenen. Vastbesloten om haar te vinden besluit Porgy om ook naar New York te gaan.  

De tekst van de opera is voortdurend gesitueerd in minutieus gecomponeerde, fantasierijk gearrangeerde en muzikaal coherente scènes. De muziek hierbij kan wedijveren met elke andere opera wat betreft de de treffende omlijsting van de personages op Catfish Row: de moordlustige Crown en zijn vrouw Bess, de gehandicapte Porgy en de drugsdealer Sportin’Life.

De enige reden waarom de operastatus van het werk wel wordt betwijfeld, is het idioom vol jazz, ragtime, blues en spirituals en enkele nummers die bekend zijn als songs van Gershwin. Maar is dat niet een erg snobistische gedachte?                                                                                                                                      

Het zijn juist de mooie songs als ‘My man’s gone’, ‘I got plenty of nothing’, ‘Bess, you is my woman now’, ‘It ain’t necessarily so’ en ‘I loves you, Porgy’ die de hoogtepunten van het werk vormen.

In zijn testament bepaalde Gershwin dat alle rollen alleen door zwarte zangers mogen worden vervuld. Dat kan belemmerend uitpakken.

Kritiek op het werk was er ook. Bijvoorbeeld over het negatieve imago dat wordt opgeroepen van een wereldje van prostitutie, gokken, bedelarij en verslaving. Maar ook over het gebruik van Afro-Amerikaans dialect.Maar het is en blijft een prestatie dat de als Jacob Bruskin Gershowitz geboren componist van Litouwse afkomst dit wek voor elkaar kreeg.

Wel bestaan twee versies van het werk, de originele uit 1935 en die van Broadway uit 1942.

De opnamen

De eerste volledige opname gaat terug tot 1951, dus tot de monotijd met Lawrence Winters als Porgy en Camilla Winters als Bess. Lehmann Engel heeft de leiding. Deze verscheen op LP en nog in mono in de serie Columbia

Masterworks en is niet alleen nog interessant om de bijdragen van Lawrence Winters als Porgy en Camilla Williams als Bess, maar ook om de uitgesproken macho van Warren Coleman als Crown, de verleidelijke Clara van June McMechan en de linke Sportin’life van Avon Long, maar ook omdat nog wat zangers uit de oorspronkelijke productie in 1935 van de partij waren. 

De tweede opname werd in Berlijn gemaakt en is van Alexander Smallens. Deze is te danken aan een tournee van de Every Man operagroep door de V.S. die in Europa eindigde en waarin de veteraan Cab Calloway als Porgy te horen was en de jonge, nog onbekende Leontyne als Bess. William Warfield is een nobele Porgy en helaas is de stem van Price nog niet op het niveau van later, al zingt ze wel heel treffend ‘What you want wid Beth’ en ‘I wants to stay here’. Van Helen Colbert horen we een zwoel ’Summertime’. Helen Thigpen ontroert in ‘My man’s gone now’ en verder valt vooral de stoere Crown van John McCurry op. Interessant: Alexander Smallens dirigeerde ook de eerste opvoering in 1935. 

Hierna legt John Demain duidelijk de nadruk sterk op het oorspronkelijke  idiomatische. In Houston kreeg hij een over de hele linie erg goede bezetting bij elkaar van zangers die ook goed met hun stem weten te acteren. Ook de Stormscène tegen het slot met het klinken van de klok en de schreeuw ‘Jake’ zijn niet vergeten. DeMain besteedt niet alleen veel zorg aan het geheel, maar ook aan het detail. Zijn geestdriftige directie is bevlogen en het geheel kent een paar fascinerende momenten.

Een zekere mate van authenticiteit blijkt in de opname van John Maucerie. Die ging terug tot tot het materiaal van de eerste opvoering en manuscripten en reconstrueerde de opera zoals die destijds klonk, maar dat is niet alleen een zegen, want zo ontbreken pak weg veertig minuten muziek. Maar in muzikaal opzicht in de uitkomst zo gek nog niet, al is de orkestbegeleiding uit Nashville wat ruw uitgevallen.

Alvy Powell is een milde en soms agressieve, Marquita Lister een trotse, vrij uitdagende Porgy. Lester Lynch belichaamt een boze Crown en Linda Williams een uitstekende Maria in ‘Come on sister, come on brother’. OOk de beide andere sopraanrollen zij goed ingevuld door Nicole Cabell (Clara) met een fraai ’Summertime’ en Monique McDonald (Serena) met een dito ‘Come on sister, come on brother’. Van Robert Mack horen we een schurkachtige, povere Sportin’Life.

Door Lorin Maazel wordt een krachtige poging gedaan om serieus gecultiveerde manier van uitvoeren te presenteren. Zijn interpretatie is vol emotionele kracht, maar de sentimentele kanten worden geen moment bekrachtigd. Alle zangers karakteriseren hun rollen goed en de opname als zodanig is een van de mooiste. Een over de hele linie erg goed geslaagde uitvoering met veel hoogtepunten waarvan het niet de moeite loont om ze er apart uit te lichten.

Glyndebourne bood Simon Rattle de mogelijkheid voor een opvoering onder vrijwel ideale omstandigheden. Dat blijkt al uit de eerste maten van de muziek en het orkest toont ook daarna vee; inzicht in de structuur en het karakter van de muziek. Gelukkig zijn ook ongeveer alle vocalisten niet alleen goed voorbereid voor hun taak, maar ook heel competent is het uitvoeren daarvan.

Willard White toont de innerlijke kracht en de oprechte eenvoud van Porgy zonder sentimenteel over te komen. Naast hem is Cynthia Haymon een Bess die in het gevlei wil komen. Damon Evans toont niet alleen de nare, maar ook de burleske eigenschappen van Sportin’Life en Harolyn laat stralend ’Summertime’ horen. Luister - samenvattend - maar eens naar ‘O lawd, I’m on my way’ tegen het einde om het hoge niveau van dit gebeuren bevestigd te krijgen.

Nikolaus Harnoncourt herstelde de voor de Broadway opvoeringen gemaakte coupures en voor de zangers lastige passages’ en voegde de ‘Symphony of noise’ een het begin van de slotscène toe. Dat getuigt van een zekere grondigheid in de behandeling van Leitmotive die we van hem kennen.

De bezetting kent helaas wat zwakke kanten. De Porgy van Jonathan Lemalu is een warmhartige figuur die dat jammer genoeg nogal met veel vibrato uit en de afwerking van de noten is soms nogal vaag. Als Bess heeft Isabelle Kabatu een enigszins doorrookte stem die haar bezwaren tegen Crown haast te nadrukkelijk naar voren brengt. Crown zelf is weer Gregg Baker die we uit de opname van Rattle kennen en hier even gemeen klinkt. Roberta Alexander, verrassend maar niet geheel overtuigend als Maria met een onduidelijke uitspraak. Hoewel niet steeds geheel zuiver intonerend, is Bibiana Nwobilo erg goed in ’Summertime’, terwijl René Simpson heel fraai gospels als ‘My man’s gone now’ zingt. Michael Forest is erg wisselend als Sportin’Life. Zwakke schakel vormt het te braaf, te Europees klinkend koor. Eindoordeel hierover: interessant van opvatting en zorg, maar niet geheel tevredenstellend in de uitwerking.  

Video

Bij de twee dvd opnamen valt op dat die van John DeMain niet identiek is het zijn vroegere cd versie. De uitkomst is nogal omstreden. Of het door de geluidsregie komt is onduidelijk, maar de zangers lijken voortdurend op hun luidst te zingen. In de beeldregie valt op dat de handeling van de jaren twintig naar de jaren vijftig is verplaatst. DeMain schijnt hier ineens dol op rubati te zijn en Chauncey Packer als Sportin’Life overacteert, maar zingt goed. Hij lijkt beter Wagner dan Gershwin te kunnen zingen

Daar staat een choquerende verkrachting van Bess door Crown tegenover waarna Porgy hem wat achterbaks in de rug steekt in plaats van met een frontale aanval. Een van de beste rollen is van Alteouise deVaugn als Maria. 

Op het eindresultaat is dus nogal wat negatief commentaar te leveren.

Blijft Simon Rattle. Maar pas op: de door Trevor Nunn verzorgde studio productie en een low-budgetaffaire met niet goed afgewerkte lipsynchronisatie van de als soundtrack van Rattle’s cd opname.

Hoog tijd voor een wel geslaagde dvd versie. 

Conclusie

Het zijn vooreerst vooral Rattle, Maazel en Mauceri - in deze voorkeursvolgorde die de meest blijvende indruk wekken, Op een ideale dvd opname moeten we helaas nog even wachten.

Discografie

1951. Lawrence Winters, Camilla Williams, Inez Matthews, Avon Long, June MacMechen met koor en orkest o.l.v. Lehman Engel. Sony MH2K 63322, Naxos 8.110287/8. 

1952. William Warfield (b., Porgy), Leontyne Price (s., Bess), Cab Calloway (t., Sportin’ Life), Helen Colbert (s. Clara) met het Eva Jessye koor en het RIAS Unterhaltungsorchester o.l.v. Alexander Smallens. Guild GHCD 3313/4, Audite 23405.

1976. Donnie Ray Albert (b., Porgy), Clamma Dale (s., Bess), Wilma Shakesnider (s., Serena), Carol Brice (s., Maria), Andrew Smith (b. Crown), Alexander Smalls (Jake) en Betty Lane (s., Clara) met het Ensemble van de Houston opera o.l.v. John deMain. RCA RD 82109.

1976. Willard White (b., Porgy), Leona Mitchell (s., Bess), Barbara Hendricks (s., Clara), Florence Quivar (s, Clara), McHenry Boatwright (b. , Crown) en François Clemmons (t., Sportin’Liefe) het het Cleveland orkest en -koor o.l.v. Lorin Maazel. Decca 414.559-2.

1989. Willard White (b., Porgy), Cynthia Haymon (s., Bess), Harolyn Blackwell (s., Clara), Damon Evans (t., Sportin’life) met het ensemble van de Glyndebourne opera o.l.v. Simon Rattle. EMI 749.568-2.

2006. Alvy Powell (b., Porgy), Marquita Lister (s., Bess), Lester Lynch (b., Crown), Monique McDonald (s., Serena) Nicole Cabell (s., Clara), met de Tennesse staatsuniversiteit band en het Nashville symfonie orkest en -koor o.l.v. John Mauceri. Decca 475.7877. 

2009. Jonathan Lemalu (b., Porgy), Isabelle Kabatu (s., Bess), Bibiana Nwobilo (s., Clara), Michael Forrest (t., Sportin’Liefe), Rodney Clarke (b., Jake), Angela Renée Simpson (s., Serena), Robert a Alexander (s., Maria) en Gregg Baker (bs., Crown) met het Arnold Schönbergkoor en het Europees kamerorkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. RCA 88697-59176-2, Sony 88697-59176-2. 

Video

1989. Willard White (b., Porgy), Cynthia Haymon (s., Bess), Harolyn Blackwell (s., Clara), Damon Evans (t., Sportin’life) met het ensemble van de Glyndebourne opera o.l.v. Simon Rattle. EMI 749.568-2 (cd), 492.497-9 (dvd).

 

2013. Eric Owens (b., Porgy), Laquita Mitchell (s., Bess), Lester Lynch (b., Crown), Chauncey Packer (t., Sportin ’life), Angel Blue (s., Clara), Karen Slack (s., Serena) met het Ensemble van de San Francisco opera o.l.v. John DeMain. Euro Arts 205.963-8 (dvd).