GRIEG: PEER GYNT Muziek bij Ibsens toneelstuk op. 23
De aanleiding tot Peer Gynt was een verzoek van Ibsen aan Grieg om toneelmuziek te leveren bij zijn gelijknamige drama in verzen. Daaruit ontstond een compositie in 26 deeltjes waarvan het vaak gemaltraiteerde ‘Morgenstemming’ het bekendste is. Het binnenleven van het geheel laat een clair-obscur van de typisch Noordse klankkleurwereld horen.
Achtergronden
In 1874 besloot Henrik Ibsen om zijn spel in verzen, een ‘dramatisch gedicht’, aan te passen voor een opvoering in het theater in Christiania (thans Oslo). De Noorse theatertraditie was destijds gebaseerd op operettes en muziekspelen en Ibsen zag goed in dat zijn uitwaaierende spel een verbindende, animerende ‘soundtrack’ nodig had om enige kans op succes te waarborgen. Vandaar het verzoek aan Grieg om passende toneelmuziek te leveren. De nieuwe productie kwam voor het eerst in februari 1876 op het toneel en was gelukkig meteen heel succesvol. Aan een mooie reeks voorstellingen kwam alleen abrupt een eind toen een brand alle decors en kostuums vernietigde.
Om zijn muziek een overlevingskans buiten het theater te geven, stelde hij uit het 26 nummers tellende muziekwerk twee suites samen, opus 46 en 55, die samen de beste fragmenten bundelen. Zoals dat wel meer het geval was bij Grieg vertonen deze delen een directheid en een frisheid die we wel vaker tegenkomen bij de componist als hij voor grotere ensembles schreef.
Het bekendst is nog steeds het fluitthema uit ‘Morgenstemming’, dat voor wie goed oplet ook dient als ‘sound bite’ voor heel wat andere fragmenten. Een tweede groot hoogtepunt is Solveigs lied, een stuk vervuld van een prachtige, broze lyriek. Een volledige opvoering van het stuk, dus inclusief Griegs muziek, vergt ongeveer vier uur.
Allereerst een korte inventarisatie:
We hebben te maken met verschillende muzikale edities van het werk om de zaak nog verder te compliceren. Ter wille van de ware volledigheid zijn zangsolisten, acteurs voor een minimum aan dialogen, een koor en een volwaardig symfonie orkest nodig. De gezongen en gesproken teksten gaan bij voorkeur in het Noors, maar vaak ook in het Duits in de vertaling van niemand minder dan Christian Morgenstern.
Ongeveer een eeuw lang ging men uit van de uitgave van Halvorsen-Peeters; Johann Halvorsen had ook een paar deeltjes – de Bruidsoptocht en Solveigs wiegelied - ge(her)orkestreerd en er waren toevoegingen, o.a. een viertal voor uitvoeringen in Kopenhagen waardoor het geheel uitgroeide tot 32 delen. Sinds 1988 baseert men zich met als uitgangspunt de première uit 1876 – zoals vooral Neeme Järvi - op de kritische uitgave van Finn Benestad en Rune J. Andersen met 26 delen.
Hoe volledig is ‘compleet’?
De gehele muziek op. 23 van Grieg bestaat uit:
- 1) Bij de bruiloft
- 2) Halling
- 3) Springar
- 4) Ingrid’s klacht
- 5) Peer Gynt en de herderinnetjes
- 6) Peer Gynt en de vrouw in het groen
- 7) Voorname lieden herkent men aan het paard waarop ze rijden
- 8) In de hal van de bergkoning
- 9) Dans van de dochter van de bergkoning
- 10) Peer Gynt opgejaagd door de trollen
- 11) Peer Gynt en de gebochelde
- 12) Ases dood
- 13) Morgenstemming
- 14) Dief en heler
- 15) Arabische dans
- 16) Anitra’s dans
- 17) Peer Gynts serenade
- 18) Peer Gynt en Anitra
- 19) Solveigs lied
- 20) Peer Gynt bij het standbeeld van Memnon
- 21) Peer Gynts thuiskomst
- 22) Schipsbreuk
- 23) Solveig zingt in de hut
- 24) Nachttafereel
- 25) Pinksterlied
- 26) Solveigs wiegelied
Suite nr. 1 op. 46
- 1) Morgenstemming
- 2) Ase’s dood
- 3) Anitra’s dans
- 4) In de hal van de berkkoning
Suite nr. 2 op. 55
- 1) De bruidsroof/Ingrid’s klacht
- 2) Arabische dans
- 3) Peer Gynts thuiskomst
- 4) Solveigs lied
De opnamen
De oudste, echt volledige opname (hij biedt 32 nummers, dus is inclusief de later o.a. voor opvoering in Kopenhagen toegevoegde vier) is een geheel Noorse aangelegenheid met zelfs de inzet van een Hardanger viool; Per Dreier is de dirigent en hij laat alleen de gesproken dialogen weg. Maar zuiver interpretatief beschouwd ontbreekt het wat aan passie en verfijning.
De oudste andere waardevolle opname is van Beecham op een nog heel actueel mooi klinkende cd. Hij pakt het werk wat theatraal maar met veel gevoel voor sfeer aan. Hier wat verdere korte karakteristieken.
Weller zet de muziek haast iets te zwaar aan.
Temirkanov werkt zonder acteurs en dialogen, maar beschikt over een prachtige Noorse sopraan, Dam-Jensen.
Marriner is correct als altijd, maar huldigt teveel een soort nieuwe zakelijkheid.
Fjeldstad levert een heel positieve bijdrage met een slanke, sfeervolle interpretatie.
Salonen maakte een wat excentrische selectie van 18 nummers; Barbara Hendricks is geen ideale protagoniste en de dirigent ageert tamelijk zelfbewust in een te opgelegd klinkende interpretatie.
De Waart overtuigt sterk met een preciese, gedisciplineerde realisatie die mooie sfeerwisselingen kent. Het Noors van Ameling doet wat merkwaardig aan.
Masur zet alleen de acteur Friedhelm Eberle in in zijn selectie van 15 nummers; mogelijk daardoor gaat de uitvoering meer op Brecht dan op Grieg lijken. Het werk krijgt een haast te Duits, theatraal karakter met een vreemd soort ironie.
Neeme Järvi zorgt voor een muziekhistorisch zeer verantwoorde volledige vertolking, echter zonder verbindende dialogen. Het klinkt allemaal heel efficiënt en duidelijk, maar misschien iets te nuchter.
Blomstedt moest zich blijkbaar beperken tot één cd, maar alle essentiële muziek is aanwezig. De vertolking is mooi en goed, maar het ontbreekt in laatste instantie wat aan sprankeling en persoonlijkheid.
Paavo Järvi ziet af van sprekers, maar heeft uitstekende zangsolisten en geeft het werk wat dramatischer, volbloediger weer dan zijn vader.
Ruud maakt vervolgens gebruik van eerder gegeven ‘live’, dus goed ingespeelde opvoeringen met het werk in de meest complete vorm met een honderd procent Noorse inslag.
Na een aantal zaaluitvoeringen in Lausanne en Genève werd de opname van Tourniaire gemaakt. Deze bevat de 26 nummers van de première in 1876 en bestaat in twee vormen. De zaalervaring spreekt uit een extra dosis drama. De eerste versie op Aeon AECD 0530 heeft het nadeel dat de dialogen in het Frans zijn, terwijl de rest gewoon in het Noors wordt gezongen. In de tweede versie (0642) worden de dialogen in het Engels gesproken, wat het werk voor velen toegankelijker zal maken. De vocale solisten behoren hier tot de besten en de hele vertoning getuigt van veel verbeelding.
Waar het gaat om een hoogwaardige goedkopere lezing van het volledige werk vult Engeset een leemte. Hij beschikt over een uitstekend stel Noorse zangers dat niet alleen stijlvol zingt maar ook goed acteert. De uitkomst maakt een heel sterke indruk.
Kwantitatief een stuk beperkter is de opname van Aadland. Maar bij hem wordt knap gemusiceerd op een manier die de Noorse genen bloot legt. Het enige bezwaar is, dat de aanpak haast te licht is waardoor de dramatische kanten van de muziek tekort komen.
Een geval apart is de dvd opname van Gullberg-Jensen. Hier gaat het namelijk om een door Heinz Spoerli ingericht ballet waarin deels gebruik wordt gemaakt van Ibsens dialogen, maar waaraan ook bestaande eigentijdse muziek van Brett Dean en Mark-Anthony Turnage is toegevoegd. Verder beleven we Peer Gynt zelf niet alleen vocaal, maar ook als acteur en danser. Het is allemaal keurig gedaan en best interessant voor een keer. Maar hoe vaak wil je hiernaar kijken?
Conclusie
Keuze genoeg en het is uiteindelijk maar wat en hoeveel men van het werk verlangt. Voor een zo volledig mogelijke versie van het ‘muzikale drama’ komt vooral die van Ruud in aanmerking; het gesproken Noors moet men dan voor lief nemen. Wat Engeset betreft: deze levert een vrijwel gelijkwaardige prestatie. Maar sinds de versie van Tourniaire met in het Engels gesproken teksten bestaat, heeft deze misschien een neuslengte voorsprong. Probeer ze eerst alle drie te horen en beslis pas dan.
Voor de bekorte mengvorm zijn het vooral Järvi sr. en jr. die in aanmerking komen; verder Blomstedt en eventueel Temirkanov de een wat terughoudender, de ander wat pakkender van uitdrukking. Wie aan de bekende selectie genoeg heeft, is niet slecht af met Beecham.
Discografie
Complete toneelmuziek
1978. 26 delen.Solisten met het Londens symfonie orkest o.l.v. Per Dreier. Unicorn UKCD 2003/4.
1987. 26 delen. Barbara Bonney, Urban Malmberg en Marianne Eklöf met het Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 477.5433 (2 cd’s).
2005. 29 delen; concertversie van Svein Sturla Hungnes. Marita Solberg, Ingebjørg Kosmo en Hakan Hagegard plus 6 acteurs met het Bergen filharmonisch orkest o.l.v. Kristian Ruud. BIS SACD 1441/2.
2005. Dietrich Henschel, Inger Da/Jensen, Sophie Koch, Alex Jennings, Haydn Gwynne, Derek Jacobi met het Ensemble vocal Le Motet, Genève en het Suisse romande orkest o.l.v. Guillaume Tourniaire. Aeon AECD 0530 c.q. 0642 (2 cd’s).
2008. Hans-Jakob Sand, Anne Marit Jacobsen, Isa Katharina Gericke, Gjermund Larsen, Erik Hijvu, Itziar M Galdos e.a. met het Symfonie orkest en kamerkoor Malmö. O.l.v. Bjarte Engeset. Naxos 8.570871/2 (2 cd’s).
Video
2009. Christiane Kohl, Boguslav Bidinski, Agniesszka Adamczak, Huiling Zhu, Angelica Voje met koor, orkest en ballet van de Opera Zürich o.l.v. Eivind Gullberg Jensen. Bel Air Classiques BAC 050 (dvd).
Beide suites met aanvullingen
1957. 10 nummers. Ilse Holweg met het Royal philharmonic orchestra o.l.v. Thomas Beecham. EMI 566.914-2.
1958. 10 nummers. Londens symfonie orkest o.l.v. Oivin Fjeldstad. Decca 448.599-2.
1964. 12 nummers. Patricia Clark en Sheila Armstrong met het Hallé orkest o.l.v. John Barbirolli. EMI 053-01851 (lp).
1981. 12 nummers. Lucia Popp met de Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. EMI 747.003-2.
1983. 12 nummers. Elly Ameling met het San Francisco symfonie orkest o.l.v. Edo de Waart. Philips 411.038-2.
1987. 18 nummers. Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Esa-Pekka Salonenen. Sony 44528.
1988. 19 nummers. Mari-Anne Haeggander, Wendy White, Urban Malmberg en zes acteurs met het San Francisco symfonie orkest o.l.v. Herbert Blomstedt. Decca 425.448-2.
1989. 15 nummers. Gewandhausorkest Leipzig o.l.v. Kurt Masur. Philips 422.343-2.
1991. 17 nummers. Sylvia McNair en Petteri Salomaa, 6 acteurs met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Jeffrey Tate. EMI 754.119-2, 586.627-2.
1992. 12 nummers. Royal philharmonic orkest o.l.v. Walter Weller. Decca 433.614-2.
1993. 16 nummers. Inger Dam-Jensen met het Royal philharmonic orkest o.l.v. Joeri Temirkanov. RCA 82876-65834-2.
2005. Camilla Tilling, Charlotte Hellekant en Peter Mattei met het Est symfonie orkest o.l.v. Paavo Järvi. Virgin 545.722-2
2010. WDR Symfonie orkest, Keulen o.l.v. Eivind Aadland. Audite AUDITE 92.651.