KHATCHATURIAN: GAYANEH
Als Armeense componist was Khatchaturian (1903-1978) zo handig om nooit in conflict te komen met de Russische Sovjet cultuurpolitiek. In zijn werken belichaamde hij steeds het socialistisch realisme in diverse stijlen en vormen en steeds prachtig toebereid, steeds met een fondantlaag folklore. De balletten Spartacus en Gayaneh spreken in dit opzicht boekdelen.
Achtergronden
De bijzondere gave van de componist om pakkende melodieën en onstuimige ritmen te schrijven. Deze zijn beter geschikt voor de meestal episodische natuur van balletmuziek dan voor symfonische of concertante werken. Vandaar dat vooral zijn balletten Gayaneh en Spartacus een grote internationale reputatie verwierven en behielden.
De componist begon in 1939 aan het ballet Gayaneh dat toen nog Geluk heette; het uitgebreide stuk was in vier aktes en zes taferelen met vierentwintig delen, maar noemde als de feitelijke ontstaansdatum 1942. Het libretto was van Konstantin Derzjavin en de première vond in december 1942 plaats in Perm, waar het Leningradse Kirov ballet heen was geëvacueerd. De choreografie was van Anasimova, voor de decors had Natan Altman gezorgd.
Al gauw na het einde van W.O. II hernam het Kirov ballet het werk, nu thuis in het Marijinsky theater. In 1952 volgde een gereviseerde uitgave en in 1957 een definitieve die meteen door het Bolsjoi ballet in Moskou werd uitgevoerd. Al in 1943 had Katsjatoerian als braaf volgende, ideale Sovjetcomponist de Stalinprijs gekregen.
De handeling van Gayaneh vindt plaats op een collectieve boerderij bij Kolkhoz in Zuid Armenië. De katoenplukster Gayaneh is getrouwd met de nietsnut en dronkelap Giko. Zij wil zich scheiden maar steekt haar katoenbalen in brand en neemt hun kind als gijzelaar. Gayeneh raakt gewond in een strijd met haar man en wordt gered door een grenspatrouille. Giko wordt naar de gevangenis gestuurd en Gayaneh trouwt met de leider van de grenspolitie. Aanleiding genoeg voor een stel traditionele dansen uit de Oekraine, Georgië en Armenië. Andere figuren in het verhaal van Gayaneh zijn haar broer Armen en het meisje waarop hij verliefd is.
Ruimte voor veel wisselende kleuren en ritmen die behalve het complete werk ook de drie officieel daaruit samengestelde suites natuurlijk beheersen. Bovendien zijn dan weer suites uit die suites samengesteld wat ook de situatie bij de opnamen compliceert.
Het complete ballet bestaat uit de volgende 24 delen: 1 Sabeldans, 2 Ajesja’s dans, 3 Dans van de rozenmeisjes, 4 Dans van de Koerden, 5 Wiegelied, 6 Dans van de jonge Koerden, 7 Armen’s variaties, 8 Lezhginka, 9 Gopak, 10 Inleiding (andante), 11 Gayaneh’s adagio, 12 Vuur, 13 Lyrisch duo, 14 Dans van de ouderen, 15 Dans van de hooglanders, 16 Noen’s variatie, 17 Russische dans, 18 Welkomstdans, 19 Dans van een oude man en de karpetwevers, 20 Opsmukken door de karpetwevers, 21 Scène, 22 Gayanehs’s variatie en dansfinale, 23 Slotscène, 24 Oezon-Dara.
Het populairst en bekendst werd de manische ‘Sabeldans’ met zijn 3+3+2 (tá-tata-tátata-táta); verder bekende delen zijn het bekoorlijke Adagio van Gayaneh, de dans van de jonge mannen, de dans van de meisjes en het wiegelied. Deze deeltjes komen dan ook in vrijwel alle suites voor.
De opnamen
Misschien is het mogelijk om de volledige Melodyia van Kakhidze uit 1977 nog te bemachtigen of die van Tjeknavorian op ASV. Deze opname is verder verkaveld tot de nrs. 1, 3,-5 en 8 op een cd en de nrs. 7, 12, 13, 16-19 op een andere.
Voor een meer dan bruikbare lezing van liefst 17 delen zorgt de goedkope Naxosversie van Anichanov.
Maar de meeste muziekliefhebbers zullen genoegen nemen met de bekende hoogtepunten. Dan is het natuurlijk vooral interessant om te kijken naar de door de componist zelf gedirigeerde suites. Hoewel componisten net als dichters niet altijd de beste pleitbezorgers van eigen werk zijn, lukt het Katsjatoerian heel goed om eerst het Londense Philharmonia- en daarna het Weens filharmonisch orkest tot uitstekende prestaties aan te zetten. De wat nieuwere Decca opname verdient hier de voorkeur, ook al heeft hij een paar deeltjes minder te bieden. Maar beter nog, briljanter, dramatischer, lieflijker al naar gelang dat nodig is, pakt Lazarev op zijn goedkoper door Warner in de Apexreeks heruitgegeven Eratoplaat de materie aan.
Aan de opnamen van Stein, Katsjatoerian (Melodyia), Black) zal moeilijk te komen zijn, zodat aan het eind eigenlijk alleen de Chandos opname van Järvi uit 1991 overblijft.
Conclusie
Volledigheidshalve komt alleen Tjeknavorian in aanmerking en ook als het ietsje minder mag is hij met twee selecties de eerst aangewezene. Direct daarna komt Lazarev. Denk verder aan Katsjatoerian zelf op Decca en aan de niet misse Järvi op Chandos.
Selectieve discografie
Compleet ballet (?)
Groot Russisch omroeporkest o.l.v. Dzansug Kakhidze. Melodyia 74321-63459-2.
Armeens filharmonisch orkest o.l.v. Loris Tjeknavorian. ASV PLT 8510.
Suites
17 delen: Staats symfonie orkest St. Petersburg o.l.v. André Anichanov. Naxos 8.550800.
8 delen: Philharmonia orkest o.l.v. Aram Katsjatoerian. EMI 555.035-2.
8 delen: Berlijns Radio Symfonie orkest o.l.v. Horst Stein. Berlin Classics BC 9435-2.
7 delen. Armeens filharmonisch orkest o.l.v. Loris Tjeknavorian. ASV CDDCA 884.
5 delen: USSR Symfonie orkest o.l.v. Aram Katsjatoerian. Melodyia 74321-59056-2.
5 delen: Weens filharmonisch orkest o.l.v. Aram Katsjatoerian. Decca 460.315-2.
5 delen: Armeens filharmonisch orkest o.l.v. Loris Tjeknavorian. ASV CDDCA 773.
5 delen: Londens symfonie orkest o.l.v. Stanley Black. Decca 461.007-2.
4 delen: Koninklijk Schots orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 8945.
4 delen: Orkest van het Bolsjoi theater o.l.v. Alexander Lazarev. Erato 4509-94677-2, Warner 8573-89237-2.