Verg. Discografieën

KHATCHATURIAN: VIOOLCONCERT

 

KHATCHATURIAN: VIOOLCONCERT

 

Dat het Vioolconcert van Khatchaturian effectvol is met de ingrediënten Armeense volksmuziek en ‘Sabeldans’ ritmen valt niet te ontkennen. Over de waarde van het werk valt echter heerlijk te twisten.

 

Achtergronden

 

Khatchaturian schreef zijn Vioolconcert in 1940 voor de toen beroemdste Russische violist David Oistrakh. Het gaat om een exuberant, vrijpostig werk dat alleen in het bij vlagen iets aan Satie herinnerende andante sostenuto een behoorlijke mate van subtiliteit kent.

Sommigen storen de nogal opgeblazen orkestpartij en de schaarse ideeënrijkdom die langer blijft dan welkom is. Anderen zien in het werk het meest toegankelijke vioolconcert uit het midden van de twintigste eeuw.

Maar over het feit dat het werk alles te danken heeft aan de vioolpartij met zijn wat opdringerige charme die alle kritische bezwaren overwint, zeker in handen van een uitstekende solist: daarover is iedereen het eens. Dat komt vooral dankzij een hoogst gevocaliseerde solorol die wordt ingekleurd door Oosterse stembuigingen en de versieringen van Armeense volksmuziek. Verder wordt deze gedomineerd door een verlangende, rapsodische kwaliteit. Deze krijgt in het middendeel een nocturale sensualiteit en een bijna wild voorkomen vol overgave. 

Tegenover degenen die zich vlot gewonnen geven voor zoveel naïeve energie staan degenen die het werk veroordelen vanwege zijn schaamteloze kitsch. Hoe dan ook, met dit werk won de componist de hoog gewaardeerde Stalinprijs in 1941.

Als geheel heeft de twintigste eeuw best een aantal vioolconcerten in termen van meesterwerken opgeleverd. Het stuk van Khatchaturian kan daar niet toe worden gerekend. Alleen al in de Russische wereld zijn de vioolconcerten van Prokofiev en Shostakovitch een klasse beter en zelfs dat van Glazoenov uit 1903. Maar toch…… met zijn epische proporties, een zekere charme en levendige orkestratie orkestratie maakt het best indruk. 

 

De opnamen - Vioolconcert

 

Tijdens W.O. II en vlak daarna moet David Oistrakh in Rusland al vrij snel een opname of zelfs meerdere opnamen van het werk hebben gemaakt. Niets daarvan schijnt over te zijn. Het discografielijstje had natuurlijk langer kunnen zijn, maar de namen van bijvoorbeeld Taschner (in Furtwänglers tijd concertmeester van het Berlijns filharmonisch), Jelden en Khadem-Missagh zullen tegenwoordige vioolliefhebbers niet erg aanspreken. Zelfs Elman waarschijnlijk niet meer. 

Zodat de Amerikaanse violist Louis Kaufman de eerste moet zijn  geweest die het werk buiten Rusland vastlegde. Daarna volgden vanzelfsprekend enige opnamen van Oistrakh, waarbij die op EMI uit 1954 de eerste hier was welke meteen een gouden standaard vestigde. Authentieker kon ook haast niet met de componist zelf in Londen aan het roer. Het was net voordat stereo opnamen in zwang kwamen, maar de bewuste uitgave is nog steeds een van de markantste. Daarna naam de Rus het werk nog op met Kubelik, Rozdestvensky en de componist, maar die EMI opname is en blijft in wezen het fijnst.

Ruggero Ricci behandelt het werk vooral zodanig dat hij kan schitteren met zijn grote virtuoze kwaliteiten; hij is daarin wel heel consistent waardoor de hoekdelen iets demonisch krijgen. Zo komt de lyriek van het middendeel nog mooier uit. Maar wie heeft er als het primair om het werk van Khatchaturian gaat vier en een halve andere cd’s voor over?

Een naar huidige begrippen wat achterblijvende geluidskwaliteit vormt de handicap van Leonid Kogan, die het werk met veel élan en op heel directe wijze aanpakt hoe mooi en muzikaal hij het werk ook voordraagt.

Iets dergelijks geldt voor Viktor Tretjakov. Zijn opname voldoet feitelijk niet meer aan de eisen van deze tijd.

Destijds maakte Henryk Szeryng een heel positieve en serieuze indruk, maar helaas verdween zijn Philipsopname met zoveel andere uit de catalogus.

Logisch dat Itzhak Perlman deze muziek in alle opzichten het volle pond geeft. In wezen staat hij ver boven de technische en muzikale eisen die het werk stelt en zo komt hij tot een zeer genietbare interpretatie, ook al maakt hij hoorbaar dat de inspiratie niet steeds op het hoogste niveau actief is, met name in de lange cadens uit het eerste deel. De finale is echter voorspelbaar een virtuoze triomf.

Wat Lydia Mordkovich meteen mee heeft, is de mooie, volle en rijke klank van de opname. Misschien staat ze net iets teveel op de voorgrond, maar als leerlinge van Oistrakh weet ze precies hoe ze dit werk moet aanpakken op het gevaar af dat ze de emotionele, sensuele kant te sterk laat meeleven. Maar op haar heel vitale manier levert ze wel een meesterwerk af.

Met een in het lage register volle, rijke toon en prachtige pianissimi geeft Sergei Khachatrian een vooral op lichte articulatie en verleidelijkheid gebaseerde interpretatie. Hij weet de eb en vloedwerking van de muziek goed te kanaliseren net als de spanning en ontspanning. Ook alweer heel overtuigend. Mee dankzij de kleurige begeleiding waarvoor Krivine garant staat.

Meteen de uitstekende SACD geluidskwaliteit heeft Julia Fischer mee. Ze plaatst het concert duidelijk in een Russische traditie, speelt virtuoos en heel bekoorlijk. Haar aanpak is fris en ze speelt het tweede thema uit het eerste deel heel gevoelvol; figuraties, omspelingen worden met zorg afgewikkeld. Tenslotte imponeert ze meer met verfijning dan met stoerheid. Het middendeel vormt een hoogtepunt, maar ook de finale sprankelt licht en helder. Voeg daarbij een geweldige, helder opgenomen orkestbegeleiding van de

Betreurde Kreizberg en het succes is volmaakt.

Zoals zijn naam doet vermoeden, heeft de door DG ontdekte en van een cd debuut voorziene Mikhail Simonyan een Russische, of beter gezegd Armeense achtergrond die een verwantschap met de componist-landgenoot zou kunnen suggereren. Hij onderging een groot deel van zijn muzikale vorming in de V.S. en onderstreept dat door aanvullend het Vioolconcert van Barber vast te leggen. Aan virtuositeit laat zijn vertolking weinig te wensen over. Verrassend is, dat hij een nieuwe cadens van Artur Avenesov speelt. Deze heeft een duidelijk oriëntaalse inslag en werkt graag met open snaren. Verder plaatst Simonyan het concert eerder in een modernere traditie à la Bartók dan in de gebaande Russisch-romantische. Heel interessant om aan te horen, ook dankzij de stipte begeleiding. 

 

Fluitconcert

 

Aangezien het gemiddelde fluitconcert een toepasselijk luchtig, licht karakter hebben, is het begrijpelijk dat fluitisten op zoek zijn naar pittiger stof. Huidige fluitisten op het niveau van Bezaly en Pahud inspireren eigentijdse componisten om speciaal voor hen aangepaste nieuwe werken te schrijven, Jean-Pierre Rampal nam blijkbaar niet zelf het initiatief om een fluitversie van het vioolconcert te maken, maar werd daartoe in 1968 eerst aangemoedigd door de componist.

In de concertzaal moet het voor een fluitist nogal lastig zijn om zich te laten gelden boven de vrij zware orkestratie uit zoals dat de viool wel lukt. Maar voor een opname kan de balans mooi worden ingesteld. Dat is vooral belangrijk voor het eerste thema uit het eerste deel. Daar staat tegenover dat het lyrische tweede thema haast mooier klinkt met een fluit. Zo houden de rest van het werk de voor- en nadelen elkaar mooi in evenwicht. In de cadens uit I waren meer aanpassingen nodig, maar die klinken in vergelijking overtuigend. Het middendeel krijgt in de teerdere lyriek nu iets geheimzinnigs mee en de briljante extroverte melodiek uit de finale van de viool wordt in de finale vervangen door – inderdaad – brutale luchtigheid.

Jean-Pierre Rampal zette destijds letterlijk de toon. James Galway bracht nog wat eigen aanpassingen aan, speelt hoogst virtuoos, maar toch ook wat gemakzuchtig gladjes en Emmanuel Pahud beschikt over het beste van alle werelden, ook profiterend van de best denkbare opnamekwaliteit.

 

Conclusie

 

Het aantal uitstekende opnamen is verrassend groot. Kies Oistrakh (EMI) voor een optimale authenticiteit, Fischer voor de waarschijnlijk beste allround kwaliteiten, Mordkovitch voor indringendheid, Khachatrian voor zijn interessante visie of waag het met de jonge avontuurlijke Simonyan.

Pahud is de uitverkorene bij het Fluitconcert. 

 

Discografie

 

1945. Louis Kaufman met het Santa Monica orkest o.l.v. Jaques Rachmilovic. Biddulph LAB 079, Cambria CD 1063.

 

1947. David Oistrakh met het Praags Omroeporkest o.l.v. Rafael Kubelik. Praga PR 50017.

 

1954. David Oistrakh met het Philharmonia orkest o.l.v. Aram Khatchaturian. EMI 361.570-2, 214.712-2 (17 cd’s).

 

1956. Ruggero Ricci met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Anatole Fistoulari. Decca 448.252-2 (2 cd’s), Decca 475.105-2 (5 cd’s).

 

1958. Leonid Kogan met het Boston symfonie orkest o.l.v. Pierre Monteux. RCA 09026-63708-2.

 

1964. Henryk Szeryng met het Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Philips 462.856-2 (2 cd’s).

 

1965. David Oistrakh met het Moskou’s Omroeporkest o.l.v. Gennady Rozdestvensky. Mobile Fidelity MFCD 899.

 

1965. David Oistrakh met het USSR Staats Omroeporkest o.l.v. Aram Khatchaturian. Melodiya 74321-59056-2 (2 cd’s).

 

1981. Valery Klimov met het USSR Academisch Staatsorkest o.l.v. Jevgeny Svetlanov. Olympia OCD 135.

 

1983. Itzhak Perlman met het Israel filharmonisch orkest o.l.v. Zubin Mehta. EMI 747.087-2, 764.617-2 (4 cd’s).

 

1990. Lydia Mordkovitch met het Schots Nationaal orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 9866.

 

2002. Sergey Khachatrian met de Sinfonia Varsovia o.l.v. Emmanuel Krivine. Naïve V 4959.

 

2004. Arabella Steinbacher met het Birmingham symfonie orkest o.l.v. Sakari Oramo. Orfeo C623041A.

 

2004. Julia Fischer met het Russisch Nationaal orkest o.l.v. Yakov Kreizberg. Pentatone PTC 5186-059.

 

2011. Mikhail Simonyan met het Londens symfonie orkest o.l.v. Kristjan Järvi. DG 477.9827.

 

Met onbekende opnamedatum

 

….. Mischa Elman met het Orkest van de Weense Staatsopera o.l.v. Vladimir Golschmann.   Vanguard ATMC 1656 (2 cd’s).

 

….. Ida Haendel met het Omroeporkest Stuttgart o.l.v. Hand Müller-Kray. Hännsler CD 94207.

 

….. Mihaela Martin met Oekraïns Nationaal orkest o.l.v. Theodore Kuchar. Naxos 8.555919.

 

….. David Oistrakh met het USSR Staatsorkest o.l.v. Alexander Gauk. Pearl GEMMCD 9295.

 

….. Aaron Rosand met het Maleis Filharmonisch orkest o.l.v. Kees Bakels. Vox  VXP 7904.

 

….. Arabella Steinbacher met het Tchaikovsky symfonie orkest o.l.v. Vladimir Fedosejev. Vista Vera VVCD 00060.

 

….. Viktor Tretjakov met het Moskou filharmonisch orkest o.l.v. Dmitri Tulin. Brilliant Classics 93005 (10 cd’s). 

 

Als Fluitconcert

 

1975. Jean-Pierre Rampal met het Frans Nationaal orkest o.l.v. Jean Martinon. Erato 2292-45839-2.

 

1993. James Galway met het Royal philharmonic orkest o.l.v. Myung-Whun Chung. RCA 09026-63441-2.

 

2005. Emmanuel Pahud met het Tonhalle Orkest Zürich o.l.v. David Zinman. EMI 557.563-2.