MOZART: ADAGIO EN FUGA IN c KV 546
In het omvangrijke oeuvre van Mozart vormt Adagio en fuga in c KV 546 een nog geen negen minuten durende verscholen parel.
Achtergronden
De fuga werd oorspronkelijk geschreven voor twee piano’s (zie K.V. 426) uit december 1783, maar voor de versie voor strijkkwartet of strijkorkest voegde Mozart 26 juni 1788 een kort adagio toe. Vooral die alla breve fuga heeft een strak motorisch quasi barok karakter.
Zo behoort het werk tot de Weense traditie van tweedelige kerksonates.
De opnamen
Wie onderstaande lange lijst met opnamen overziet, zal begrijpen dat het langzamerhand zelfs bij minder courante muziekwerken meer mogelijk is om alle vermelde opnamen te pakken te krijgen en vergelijkend te beluisteren. Vandaar de oproep aan de lezers: ga zelf eens aan de hand van favoriete uitvoerenden op nader onderzoek uit. Zeker bij een werk als dit dat in zoveel afleidingen voorhanden is, moet dat heel uitnodigend zijn.
Eén van de eerste grootschalige uitvoeringen die diepe indruk maakte, werd door Otto Klemperer geleverd. Maar voorafgaand daaraan had Ferenc Frisay al de norm bepaald. Maar maatgevend is de opname van Klemperer al lang niet meer want de muziek klinkt vrij traag, nadrukkelijk en in de fuga overgedramatiseerd. Maar imposant klinkt het wel en interessanter ook dan de hoge caloriewaarde die Herbert von Karajan aan zijn punt zoete Sachertaart meegeeft. Ook uit Berlijn komend is het beter om aan Itzhak Perlman voorrang te verlenen.
Veiliger is het daarom zich te oriënteren op een slankere, lichtere opvatting zoals die van Neville Marriner en Benjamin Britten of op een meer aan de eisen van de authentieke uitvoeringspraktijk zoals bij Andrew Manze te richten.
In de kwartetvorm gooien het Hagen kwartet, Paul Roczak c.s., in mindere mate ook het Kuss kwartet met in de authentieke hoek het Quatuor mosaïques bovenaan.
Erg mooi is in de sfeer van de bewerkingen zeker wat het Amstel saxofoon kwartet laat horen. Bij de zettingen voor twee piano’s blinkt met name het duo Tal/Groethuysen uit. En bij de orgelopnamen maakte met name Yanka Hekimova indruk. Maar laat de keuze bij een zo kort werk vooral ook mede afhangen van de rest van het vastgelegde programma.
En besef dat dit slechts wat tips zijn en dat iemand die bereid en in staat is om een veel vollediger onderzoek te doen van harte is uitgenodigd om zijn of haar licht over deze materie te laten schijnen.
Conclusie
Voor zover gehoord zijn in een contrastprogramma vooral Klemperer, Marriner, Manze, het Hagen- en het Mosaïques kwartet het lonendst.
Discografie
Voor strijkorkest
1937. Busch kamerorkest o.l.v. Adolf Busch. Pearl GEMMCD, 9278, Biddulph 83066-2.
1947. Weens filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. EMI 512.038 (88 cd’s), Vox 0015 (2 cd’s).
1953. RIAS Symfonie orkest Berlijn o.l.v. Ferenc Fricsay. DG 477.5807 (2 cd’s).
1957. Philharmonia orkest o.l.v. Otto Klemperer. EMI 763.620-2.
1961. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 449.515-2, 463.654-2.
1965. Engels kamerorkest o.l.v. Benjamin Britten. BBC Legends BBCL 4206-2.
1986 Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. Philips 416.386-2.
1987. Camerata Salzburg o.l.v. Sándor Végh. Capriccio CD 10192.
1988. Ensemble orchestral Harmonia Nova o.l.v. Didier Bouture. Gallo CD 542.
1989. Ensemble Wolfgang von Karajan. Charlin AMS 66.
1990. Engels kamerorkest o.l.v. Jeffrey Tate. EMI 749.931-2.
1990. Orchestra di camera di Padova e del Veneto o.l.v. Bruno Giuranna. Claves CD 50-9022.
1991. Orkest van de Weense Volksopera o.l.v. Peter Maag. Vox 0015 (2 cd’s).
1994. Staatskapel Dresden o.l.v. Peter Schreier. Philips 446.240-2.
1995. Accademia I Filarmonici o.l.v. Alberto Martini. Arts 47359-2.
1998. Stuttgarts kamerorkest o.l.v. Dennis Russell Davies. ECM 462.651-2 (2 cd’s).
2000. Follia o.l.v. Christophe Poiget. Calliope CAL 9289.
2002. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Itzhak Perlman. EMI 557.418-2.
2002. Schots Kamerorkest o.l.v. Charles Mackerras. Linn CKD 211.
2002. Tasmaans symfonie orkest o.l.v. Ola Rudner. ABC 472.826-2.
2003. The English Concert o.l.v. Andrew Manze. Harmonia Mundi HMU 90.7280, 80.7280.
2003. Libera Classica orkest o.l.v. Hidemi Suzuki. Arte dell’arco ADJ 006.
2006. Mozarteum orkest Salzburg o.l.v. Dietrich Fischer-Dieskau. Orfeo C 844121 B.
2007. Spohr kamerorkest Kassel o.l.v. Roberto Paternostro. Naxos 8.570897.
2007. Londens kamerorkest o.l.v. Christopher Warren-Green. Signum SIGCD 201.
2009. Weense Mozartisten o.l.v. Hans Peter Ochsenhofer. Camerata CM 28200.
2005. Brandenburg Collegium o.l.v. Anthony Newman. Newport NCD 60137.
2006. Sinfonia Varsovia o.l.v. Emmauel Krivine. Denon 75597.
…… Stradivari orkest o.l.v. Daniele Gatti. Nuova Era 6780.
Voor strijkkwartet
1947. Griller kwartet. Dutton CDBP 9713.
1959. Griller kwartet. Vanguard 08802471, ATM-CD 1204 (2 cd’s).
1967. Paul Roczek, Peter Katt, Jürgen Geise en Wilfred Tachezi. Vox 115770-2.
1972. Italiaans kwartet. Philips 456.058-2 (2 cd’s).
1978. Amadeus kwartet. DG 423.643-2.
1986. Gidon Kremer, Daniel Phillips, Kim Kaskashian, Yo-Yo Ma. Sony SK 42134.
1987. Pro Arte kwartet. RCA RD 60209.
1989. Muir kwartet. EMI 754.008-2.
1990. Takács kwartet. Decca 430.772-2.
1991. Quatuor mosaïques. Auvidis E 8748.
1992. Talich kwartet. Calliope CAL 9245.
1993. Eder kwartet. Naxos 8.550547.
1995. Les Adieux. NCA MA 9507811.
1996. Elisa kwartet. Antes BM-CD 961037.
1996. Brodsky kwartet. Silva SILKD 6012.
1998. Sine nomine kwartet. Claves 050-5245, 50-9903.
1999. Koczian kwartet. Praga PRD 250.138.
2001. Hagen kwartet. DG 471.580-2.
2002. Cleveland kwartet. Andante AND1951 (3 cd’s).
2003. Coull kwartet. SOMM 040.
2004. Kuss kwartet. Oehms OC 528.
2004. Ysaye kwartet. Adami AECD 0422.
2004. Debussy kwartet. Arion ARN 68718.
2012. Chiaroscuro kwartet. Aparté AP 051.
Voor koperblazers
1986. Canadian Brass. CBS MK 44545, Sony 88697-76798-2.
Voor blokfluitkwartet
2004. Loeki Stardust kwartet. Channel Classics CCS SA 22205.
Voor saxofoonkwartet
2011. Amstel saxofoon kwartet. Challenge CC 72534.
Voor 2 piano’s
2003. Nicolai Petrov en Alexander Ghindin. Melodiya MEL CD 1001261.
2005. Yaara Tal en Andreas Groethuysen. Sony 82876-78363-2.
Voor 2 fortepiano’s (J. Rigal)
1986. Nadine Palmier en Joël Rigal. Arion ARN 68028.
Voor 2 orgels (D. Fuller)
1995. David Higgs en Todd Wilson. Delos DE 3175.
Voor orgel
1958. Jeanne Demesseux. Festivo FECD 132.
1979. Martin Haselböck. Schwann 317003 F-1.
1989. Karol Golebiowski. Adda 148.010.
1990. Yanka Hekimova. Autographe 148.011.
1992. Hans Fagius. BIS CD 606.
1994. Ales Bárta. Supraphon SU 00082131.
2001. Martin Sander. Audite 97484.
2003. Keith John. Priory PRCD 774.
Video
…… Canadees strijkkwartet. Sony 88697-95210-9 (10 dvd’s)
2011. Ensemble Aurora. Euro Arts 2072558 (dvd).