Verg. Discografieën

PIAZZOLLA: WERKOVERZICHT

PIAZZOLLA: ZIJN WERKEN, EEN INVENTARISTATIEPOGING

 

Wie bijvoorbeeld via Wikipedia gegevens over de Argentijnse (tango)componist Astor Piazzolla (1921-1992) opzoekt, zal verbaasd zijn over zijn leve sloop die hem van Mar del Plata via New York, terug in Argentinië, Frankrijk, opnieuw de V.S., weer Parijs, daarna nog Italië voerde, die hem op achtjarige leeftijd liet kennismaken met de bandoneon, wat wederom maakte dat hij in diverse orkesten en kleinere ensembles ging spelen, pianoles nam bij Wilda en Spivak, compositieles bij Ginastera en Nadia Boulanger, directielessen volgde bij Scherchen, zich bovenmatig interesseerde voor Bartók en Stravinsky en niet alleen muziek schreef voor zijn eigen instrument in allerlei combinaties, maar ook filmmuziek, orkestwerken en een operaatje.

Een Vergelijkende Discografie over de vele werken van de componist heeft weinig zin, want per compositie bestaan niet zoveel algemeen en  gemakkelijk verkrijgbare opnamen.

 

Achtergronden

Eerst nog even wat dorre chronologische gegevens.

1921. 11 maart geboren in Mar del Plata, Argentinië

1925-1936 Verblijf in New York

1929 Eerste bandoneon; studie bij Andres d’Aquila

1936 Terugkeer naar Argentinië; speelt in tango orkesten

1939 Pianostudie bij Belá Wilda

1941 Compositieles bij Alberto Ginastera

1943 Voortgezette pianostudie bij Raul Spivak. Een eerste ‘klassieke’ compositie: Suite para ecuerdas y arpas

1946 Eerste eigen tango: El desbande; schrijft filmmuziek

1949 Neemt directieles bij Hermann Scherchen; interesse voor Bartók en Stravinsky.

1950-1954 Vruchtbare tijd met o.a. Para lucisse, Tanguano, Prepárense, Contrabajeando

1953 Eerst prijs bij Fabien Sevitzky componistenwedstrijd

1954 Compositiestudie bij Nadia Boulanger in Parijs; terugkeer naar de tango.

1958-1960 Terugkeer naar de V.S.; introductie jazztango – was geen succes

1963 Schrijft de 3 Tangos sinfonicos

1965 Belangrijk als eigen opnamejaar

1968 Operaatje Maria de Buenos Aires

1970 Weer in Parijs; ontstaan El pueblo Javer

1973 Naar Italië, meer opnamen met octet Conjunto electrónico

1982 Schrijft Le grand tango voor Rostropovitch

1986 Filmmuziek El exilio de Gardel

1989 Experimenten met strijkkwartet en orkesten

1992 Sterft 4 juli in Buenos Aires aan de gevolgen van een twee jaar eerder in Parijs opgelopen hartinfarct

Hij liet toen zo’n 1000 composities na.

 

De muziek

Ter wille van een beter in- en overzicht is het nuttig om de creatieve opbrengst van Piazzolla’s werken naar genre en tijd in te delen zonder daarbij de chronologie precies in acht te nemen. Van zijn werk uit het midden van de jaren 1940 met zijn eerste eigen orkest geeft de EMI opname 567.943-2 Piazzolla: The tango way, the classic way een uitstekende indruk.

Onder de invloed van Nadia Boulanger maakte hij in 1955 in Parijs de opname Paris 1955 met het Parijse Opera orkest en pianist Martial Solal als volgende stap.

Terug in Argentinië formeerde de componist een nieuw ensemble, bestaande uit twee paar bandoneons en violen, piano, elektrische gitaar, cello en bas waarvan twee RCA opnamen en eentje van Sony met ‘de nieuwe tango’ uit de periode 1960-1963 getuigenis van afleggen (op obscuurder labels is meer).

Samen met de Argentijnse dichter Horacio Ferrer maakte Piazzolla in 1968 de ‘operita’ Maria. Geen echt operaatje, maar meer iets voor het theater van de verbeelding. Het wordt wel als ’s componisten beste werk beschouwd en handelt natuurlijk over de relatie tussen vrouw en man, liefde en seks, leven en dood, lijden en verlossing. Er is op het label Milan een echte operabewerking door Vittorio Antonelli verzorgd, maar voor het overige is de opname van Kremer met een prachtige bewerking door Leonid Desyatnikov het mooist en bovendien voorzien van een waar libretto.

Volgt de periode van het Conjunto 9, een uitbreiding van het octet uit 1971. De tweede bandoneon vervalt, daarvoor in de plaats komen een altviool en slagwerk. Het resultaat is een mengsel van tango, jazz en klassiek, zoals bij voorbeeld blijkt uit een tweetal RCA opnamen.

In 1974, na een eerste hartaanval, trok Piazzolla naar Italië waar hij de octet- en nonetvorm ‘elektrificeerde’. Het begin van die periode is slecht gedocumenteerd, maar in 1978 werd de oude kwintetvorm in ere hersteld en verfijnd. Van deze periode die tot ca. 1988 duurde, bestaat heel wat mooi gedocumenteerd materiaal.

Komen we aan de ‘klassieke’ Piazzolla, die in de rubriek concertante werken het duidelijkst is vertegenwoordigd met – uiteraard - het Bandoneonconcert, waarvan feitelijk de mooiste uitvoering op Harmonia Mundi verscheen. Maar ook Aconagua voor bandoneon, strijkorkest en slagwerk (met Pons op Finlandia), het Concierto del angel voor viool, bandoneon, contrabas, piano en strijkers (met Kremer op Teldec), en Les cuatro estaciones portenas (zijn navolging van Vivaldi’s Vier jaargetijden), ook bij voorkeur met Kremer, en natuurlijk zijn bekendste werk in dit genre, Oblivion voor hobo en orkest uit 1984, liefst weer met Kremer (Nonesuch), een Sinfonietta, Tangazo en enige losse tango’s vallen in deze rubriek met als pleitbezorgers solisten en orkesten uit Toulouse en Württemberg. Bijzonder is last but not least het Concierto de Nácar voor nonet en orkest uit 1972.

Ook kleinere bezettingen, kamermuziek kwam aan bod. In 1982 ontstond voor cellist Rostropovitch Le grand tango, een werk dat hij gelukkig ook zelf opnam en dat bij EMI is verschenen. Maar anders zijn daar Yo-Yo Ma en Katryn Stott op Sony die heel handig ook Fugata aan toevoegen.

Helaas pas na zijn dood steeg de roem van Piazzolla wereldwijd en werd hij ook op onze breedtes erg populair. Een vloedgolf die mogelijk al weer over zijn piek heen is. Toch zijn er ook recent nog veel krachten die zich enthousiast inzetten voor Piazzolla’s tango’s. Een paar daarvan zijn onderaan in de discografie. Tot hen behoort verder natuurlijk Carel Kraayenhof met cd titels als Tango Royal, Street tango, Tango heroes en Guardians of the clouds.

 

De opnamen

Die 1000+ werken zijn vast nooit alle fonografisch vereeuwigd. Alleen van de bekendste treffen we in catalogi een aantal versies aan.

De meest opgenomen werken zijn:

Oblivion voor hobo en orkest

Le grand tango voor cello en piano

Histoire du tango voor fluit en gitaar (1986)

Libertango in diverse arrangementen (1973)

Adiós Nonino voor gitaar

Milonga del angel  voor piano

La muerta del angel voor gitaar

De vier losse delen uit Las cuatro estanciones, maar vooral Invierno portenó en Primavera portená.

 

Discografie

Voor zover verkrijgbaar op relatief gemakkelijk leverbare cd’s:

 Begin van de tangueroThe tango way, the classic way. EMI 567.943-2.Piazzolla: Paris 1955. Editions universelles 301774-2. 

De nieuwe tango

Piazzolla interpreta Piazzolla. RCA 674.259-2.Piazzolla bailable y apiazzollado. RCA 674.260-2.Tango’s del sur: Piazzolla, deel 1. Sony 87568. MariaMaria de Buenos Aires. Julia Zenko, Jairo, Horacio Ferrer, Gidon Kremer, Per Arne Glorvigen, Alois Posch, Peter Sadlo e.a. Teldec 3984-20632-2. Conjunto 9Musica popular contemporanea de… Buenos Aires I en II. RCA 674.268/70-2 Herboren kwintetTangos zero hour. Piazzolla meet kwintet. Nonesuch 7559-79469-2.

The rough dancer and the cyclical night.  Piazzolla met kwintet. Nonesuch 7559.79515-2.

La camorra. Piazzolla met kwintet. Nonesuch 7559.79516-2.Central Park Concert. Piazzolla met kwintet. Chesky JD 107.Buenos Aires. Per Arne Glorvigen, Carrefour. North West Classics NWC 205273. OrkestwerkenMilonga del angel; 3 Movimientos tanguisticos portenos; Sinfonietta; Tangazo. Württembergs filharmonisch orkest o.l.v.  Castagno. Chandos CHAN 10049.Tangazo. Montréal symfonie orkest o.l.v. Charles Dutoit. Decca 468.528-2.Contemplación e danza. Toulouse orkest o.l.v. Alain Moglia Capriccio 10.872.Oblivión voor hobo en orkest; Aconcagua; Adiós Nonino; 3 Tango’s. Mika Väraynen met het Kuopio symfonie orkest o.l.v. Atso Almila. Finlandia 3984-29723-2.

Las quarto estaciones portenas. Gidon Kremer met Kremerata Baltica. Nonesuch 7559-79568-2.

 

‘Klassieke’ en concertante werken

Bandoneonconcert. Piazzolla en el teatro Regina. Met kwintet. RCA 674.264-2.

Bandoneonconcert. Pablo Marinetti met het Teatro Lliure orkest o.l.v. Josep Pons. Harmonia Mundi HMC 90.1595.

Bandoneónconcert.  Piazzolla met St. Luke’s orkest o.l.v. David Shifrin. Nonesuch 7559-79174-2.

Concierto de Nácar. Met ensemble. Milan 35842-2.

 

Kamermuziek

Five tango sensations e.a. Piazzolla met het Kronos kwartet. Nonesuch 7559-79504-2.Soul of the tango. Yo-Yo Ma en Katryn Stott. Sony 63122.

Le grand tango. Mstislav Rostropovitch en Igor Oeriasj. EMI 572.016-2.

 

Tangoënd naar de toekomst

Asfalto: Street tano. Robert Ziegler met het New Tango kwintet. RCA 09026-63266-2.Piazzolla forever Hommage a Piazzolla. Gidon Kremer met Kremerata Baltica. Nonesuch 79407-2.

Tango ballet. Gidon Kremer met Kremerata Baltica. Teldec 3984-22661-2.

 

Video

Astor Piazzolla in portrait. Opus Arte OA 0905D (dvd).