Verg. Discografieën

POULENC: LA VOIX HUMAINE

POULENC: LA VOIX HUMAINE

 

La voix humaine uit 1958 is de laatste opera van Francis Poulenc. In een lange monoloog wordt een kroniek geschilderd van de desintegratie van een wanhopige vrouw in een telefoongesprek met haar blijkbaar onverschillige geliefde. Het is in menig opzicht Poulencs rauwste en extreemste werk waarin hij mogelijk de kwetsbaarheid en de pijn van zijn eigen leeft schetst.

 

Achtergronden

De opera is gebaseerd op een eenakter, een monoloog, van Jean Cocteau die met Berthe Bovy 17 februari 1930 zijn première beleefde in de Comédie française. Een eerste schets van de opera ontstond in voorjaar 1958 en werd in augustus al ‘opnieuw gekopieerd’. Het lyrische toneelmatige monodrama komt officieel niet zo vaak tot opvoering, maar er is een informeler circuit, juist ook binnen Nederland, waar zangeressen zich graag met dit lastige werk profileren.

Poulenc, die leed aan vlagen depressiviteit en hypochondrie, stond duidelijk in contact met zijn anima. Zijn vaak gekwelde operaheldinnen lijken gemakkelijk een deel op zich te nemen van zijn eigen vaak depressieve of zelfs hysterische karakter. Maar de afgewezen vrouw in deze opera vertegenwoordigt niet slechts Poulenc zelf (zoals hij in een brief van 30 maart 1958 toegaf: “on pleurait ensemble, et cette Voix humaine a été comme un journal de nos déchirures”), maar ook Denise Duval, de eerste vertolkster van de opera en de sopraan aan wie het werk is opgedragen.

La voix humaine is een soort eigentijdse Arianna abbandonata van Monteverdi uit 1608. Zonder ruige rotsen en een glinsterende Middellandse zee, maar een mistroostige, blauwachtige slaapkamer met aangrenzend een witte en helder verlichte badkamer. Het belangrijkste object is een telefoon, hier het toonbeeld van alle tegenwoordige eenzaamheid en gevoelvolle liefdesgesprekken.

Zijdelings wordt men mogelijk ook herinnerd aan Erwartung van Schönberg uit 1909. Maar de seismografische registratie van de traumatische schokken die de vrouw en mogelijke moordenares op haar nachtelijke tocht door het bos ondergaat, ontbreekt hier natuurlijk volkomen.

Maar de prosodie is zonder een zweem van ouderwetsheid die van de recitar cantando welke de vroege componisten zo dierbaar was. Er is geen ‘aria’, geen ‘groots moment’ (behalve mogelijk in de ‘vergiftiging fase’, die wordt gezongen in het ritme van Sibelius’ Valse triste). Het is puur een monoloog met een onzichtbare en onhoorbare minnaar aan het andere einde van de telefoonlijn, hoewel zelfs diens aanwezigheid daar dubieus is. Als geheel is het werk een ondeelbare eenheid, juist ook omdat de componist voor samenhang zorgde en handig effectief gebruik maakte van een muzikale rangschikking in de fasen van de hond, de leugen en de vergiftiging. Het lijkt misschien geïmproviseerd, maar is het niet. Knap alleen als de vertolkster dat niettemin weet te suggereren.

Duval vertelde zelf achteraf dat de componist en zij in wat de boulevard pers omschreef als ‘liefdesconflicten’ waren verwikkeld en dat het werk op hen beiden slaat.

Bij de première in de Parijse Opéra comique 6 februari 1959 was het monodrama meteen een doorslaand succes. Een succes dat dra werd herhaald in Milaan (Piccola Scala), New York, Edinburgh.

 

De opnamen

Iedere sopraan die zich na Duval aan de rol van Elle waagt, moet van zeer goeden huize zijn om haar kort na de première gemaakte opname te evenaren, laat staan te overtreffen.

Jane Rhodes is eerder een heel assertieve dan een wanhopige Elle; haar vertolking valt echter los daarvan al snel af omdat deze nodeloze coupures bevat terwijl het ‘gesprek’ in zijn totaliteit niet langer dan ongeveer drie kwartier duurt.

Julia Migenes maakt ook een nogal agressieve indruk, maar zij ontroert meer en toont een evenwichtiger theatraal gevoel in haar vooral felle verklanking. Françoise Pollet weet een goed evenwicht te vinden tussen dierbare herinneringen, overmoed en wanhoop maar had wat meer dramatisch instinct aan de dag mogen leggen om de aandacht tot het eind te boeien

Felicty Lott komt een eind in de goede richting. Als Engelse sopraan beheerst ze het Frans heel goed, maar in de vertolking blijft ze toch wat voornaam Brits terughoudend waardoor ze onvoldoende ingaat op noodzakelijke vulgaire en hysterische kanten van haar rol.

Tot tweemaal toe verzorgde Georges Prêtre de orkestbegeleiding. Als dirigent van de première moet hij precies weten wat de componist met zijn soms nogal zoetelijke sensualité orchestrale voor oren stond en hij uit die ook tot in de perfectie. De verfijnde Armin Jordam deed daar in Genève niet zoveel voor onder, Jean-Claude Casadesus bleef hier in Lille iets bij achter, maar overtuigt ook nog goed.

De EMI dvd met de titel Francis Poulenc & Friends mag geen rechtgeaarde bewonderaar van de componist zich laten ontgaan. Het programma begint met de componist zelf in een vraag en antwoord spel waarin hij al zijn charme en esprit toont en waarin hij anekdotes uit zijn schooltijd opdist en vertelt over zijn relatie met schrijvers. Meer in het bijzonder over het ontstaan van La voix humaine. Vervolgens begeleidt hij Denise Duval in een fraaie Yves Laurent avondjurk in fragmenten uit de drie rollen die hij voor haar schiep. Haar wijze van acteren is haast een wonder omdat iedere frase die zij zingt zo duidelijk wordt weerspiegeld in haar expressieve gezicht en haar gebaren.

De VAIA dvd stond niet ter beschikking.

 

Conclusie

Ga voor Duval op cd en dvd. Migenes is een uitstekende opvolgster. Pollet en Lott eindigen in deze race op een gedeelde derde plaats.

 

Discografie

1959. Denise Duval met het Orkest van de Opéra comique, Parijs o.l.v. Georges Prêtre. EMI 566.843-2 (5 cd’s).

 

1976. Jane Rhodes met het Frans nationaal orkest o.l.v. Jean-Pierre Marty. INA IMV 015.

 

1982. Pianoversie. Anne Béranger en Setrak Yavruyan. Le Chant du Monde.

 

1990. Julia Migenes met het Frans nationaal orkest o.l.v. Georges Prêtre. Warner 2564-60680-2.

 

1993. Françoise Pollet met het Nationaal orkest van Lille o.l.v. Jean-Claude Casadesus. Harmonia Mundi HMT 79.01474.

 

2001. Felicity Lott met het Suisse romande orkest o.l.v. Armin Jordan. Harmonia Mundi HMC 90.1759.

 

Video

1959. Denise Duval met het Orkest van de Opéra comique, Parijs o.l.v. Georges Prêtre. EMI DVB 3102009 (dvd).

 

…. . Carole Farley met het Schots kamerorkest o.l.v. José  Serebrier. VAIA VAI DVD 4374.