Verg. Discografieën

VILLA-LOBOS: BACHIANAS BRASILEIRAS

VILLA-LOBOS: BACHIANAS BRASILEIRAS

 

Het tropische klimaat van Brazilië vertaalde Heitor Villa-Lobos in tonen, klanken en ritmen. Het ging hem daarbij om het expressiepotentieel van de folklore van zijn land. Wat hem fascineerde, was de rapsodische straatmuziek waarmee hij in Rio de Janeiro was omgeven, het waren de liederen van de inheemse bevolking. Gelijktijdig had hij de Europese muziektraditie leren kennen en waarderen. De naam van de vermoedelijk onbetwist grootste barokcomponist siert daarom zijn bekendste werkgroep, de negen Bachianas Brasileiras uit de periode 1930/45.

 

Achtergronden

De verzadiging van de muziek van deze componist met de folklore van zijn vaderland hoeft zeker geen aanleiding te zijn voor Westerse hoogmoed. Juist de quasi collectieve aard van deze muziek die alles behalve individualistisch is, karakteriseert namelijk fraai de situatie van de kunstmuziek in Zuid Amerika door een vermenging van het haast mythische eigene en de Europese traditie. Dit was in de jaren dertig vorige eeuw daarom een der eerste betekenisvolle bijdragen aan het later ingevoerde (en intussen verwaterde) begrip ‘Wereldmuziek’, naar analogie van Goethe’s aanduiding ‘Wereldliteratuur’.

De componist was griezelig productief, schreef permanent al zijn invallen op, bleek weinig zelfkritiek te hebben en herzag dus zijn werken vrijwel nooit. Geen wonder dat zo een immens oeuvre van ruim vijftienhonderd werken ontstond. Op zijn best bereikte hij een romantisch sterk gekruid en gekleurd amalgaam van lokale en Westerse muzikale waarden en dat blijkt het beste uit deze verzameling Bachianas Brasileiras. Het is een heel ongelijksoortige collectie van stukken waarin voorttuffende motorische barokritmen ineens ondergeschikt worden aan lyrische gemoedsuitstortingen.

Nummer 1, met nr. 5 het bekendste item uit de reeks, illustreert dat volmaakt. De acht celli beginnen en eindigen met gedreven ostinati maar bevatten ook elementair aandoende volksmelodieën. Nummer twee is in wezen een arrangement voor kamerorkest van cellomelodieën maar bezit een veel romantischer sfeer omdat het in feite gaat om een vier exotische en bij vlagen dweperige miniatuur symfonische gedichten waarmee eer wordt betoond aan Brazilië. Het geheel riekt meer naar Hollywood dan naar Bach, hoewel in het laatste deel – Het treintje van de Caipira – een uitbundig beeld wordt geschetst van een boeiende treinreis door Brazilië.

Nummer drie is een klein pianoconcert, nummer vier kan als pianostuk of in georkestreerde vorm worden uitgevoerd. De tweedelige nummer vijf is het beroemdst met zijn sopraansolo bij acht celli. Het eerste deel is een rapsodische en sensuele nocturne, het tweede een geanimeerd eerbetoon aan zingende vogels. Al met al een kleurig en lichtelijk geheimzinnig stuk als pronkstuk voor een sopraan die in staat is om de unieke rapsodische hartstocht te uiten.

De opzet van nr. 6 is bescheidener, kamermuzikaler als duo voor fluit en fagot en de nummers 7-9 zijn weer voor orkest, maar bleven minder bekend; ze delen in elk geval niet in de populariteit van nr. 1 en 5.

 

De opnamen

De stempel van absolute authenticiteit draagt de onder supervisie van de componist in 1958, kort voor zijn dood in Parijs gemaakte en aanvankelijk op 10 lp’s verschenen uitgebreide opname van zijn werken die intussen op 6 cd’s is heruitgegeven.

Aan kleurigheid en passie geen gebrek en iets van het charisma van Villa-Lobos klinkt wel door in de uitvoeringstechnisch lang niet volmaakte verklankingen die destijds helaas nog in saaie monovorm zijn opgenomen. Een groot dirigent was de componist bepaald niet, maar het heeft nog wel iets ontroerends om hem in het Frans een ongeveer tien minuten durend betoog te horen houden. Hoogtepunt is nr. 5 met Victoria de los Angeles. Gelukkig is dat werk met de nummers 2, 5 en 9 uit die collectie gelicht en afzonderlijk verschenen.

Aanzienlijk beter van klank en gedisciplineerder van uitvoering zijn de drie cd’s uit 1985 met eveneens heel idiomatische verklankingen uit Londen en ook Barbara Hendricks overtuigt volkomen. De populaire nrs. 1 en 5 zijn ook – met andere werken – gecombineerd op een Hyperion cd en bezit in de persoon van Jill Gomez een van de beste vertolksters ooit van de vocale partij. Een andere nadrukkelijke aanbeveling geldt voor de versie van nr. 3, een pianoconcert, met de combinatie Cristina Ortiz als soliste en Vladimir Ashkenazy als dirigent. En dan is daar de prachtig klinkende Telarc opname van Lopez-Cobos met de nrs. 2, 4 en 8 die bijzonder idiomatisch gestalte krijgen.

De overige hieronder in de lijst genoemde opnamen in diverse combinaties vervullen eerder een aanvullende dan opmerkelijke rol. Uit meer dan chauvinistische overwegingen verdient nog wel de opname door het Conjuncto Iberico van nr. 1 (Cypres) een eervolle vermelding. Voor de onbekender nr. 6 lijkt de combinatie Pahud/Edelmann (Naxos) een uitstekende keus, voor nr. 7 en 9 komt vooral Tilson Thomas (RCA) in aanmerking.

 

Conclusie

Van de wat de Bachianas Brasileiras betreft volledige versie met de componist zelf is de historische waarde groter dan de muzikale, maar de daaraan ontleende EMI schijf met nrs. 1, 2, 5 en 9 is een uniek document dat gekoesterd moet worden. De uitgave van Bátiz met onder meer Hendricks in nr. 5 is qua afwerking, klank en muzikaal gezien verkieslijk als gesloten geheel. Bij de losse opnamen zijn het vooral die van Gomez/Pleeth (Hyperion), Lopez-Cobos (Telarc) en Ortiz/Ashkenazy (EMI) die de aandacht vragen. Temeer omdat die EMI dubbelaar echt de essentie van ’s componisten oeuvre belicht en met een aantal uitgelezen uitvoerenden (waaronder Angel Romero en Neville Marriner) van een hoog niveau getuigt.

 

Discografie

Compleet

Barbara Hendricks e.a. met het Royal philharmonic orkest o.l.v. Enrique Bátiz. EMI 747.901-8 (3 cd’s). 1985

Victoria de los Angeles, Maria Kareska, Aline van Barentzen,Manoel Braune, Magdo Tagliaferro e.a. met koor en Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 767.229-2 (6 cd’s). 1958 

Nr. 1 voor 8 celli

Cello octet Conjuncto Iberico o.l.v. Elias Arizcuren. Cypres 1623. 1999

De 12 cellisten van het Berlijns filharmonisch orkest. EMI 556.981-2Ensemble Yale celli o.l.v. Aldo Parisot. Delos 3041

William Pleeth cello octet. Hyperion CDA 66257

Cellisten van het Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 566.912-2. Rondo violoncello. Harmonia Mundi HMC 90.5240. 1996 

Nr. 2 voor orkest

Orchestre de Paris o.l.v. Paul Capolongo. EMI 573.761-2.Londens symfonie orkest o.l.v. Leon Goossens. Everest EVC 9007. Cincinnati symfonie orkest o.l.v. Jesús Lopez Cobos. Telarc CD 80393. 1995Jena filharmonisch orkest o.l.v. David Montgomery. Arte Nova 74321-54465-2.

Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 565.224-2, 566.912-2.

 

Nr. 3 voor piano en orkest

Cristina Ortiz met het Philharmonia orkest o.l.v. Vladimir Ashkenazy. EMI 572.670-2 (2 cd’s).

 

Nr. 4 voor  piano en/of orkest

Cincinnati symfonie orkest o.l.v. Jesús Lopez-Cobos. Telarc CD 80393. 1995New World symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. RCA 9026-68538-2.Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 555.224-2.Debora Halász. BIS CD 712Alfred Heller. Etcetera KTC 1123.

Alma Petchersky. ASV ASV 607

 

Nr. 5 voor sopraan en 8 celli (ook in bewerkingen)

Roberta Alexander, Diane Chaplin en Alfred Heller. Etcetera KTC 1165.

Victoria de los Angeles met cellisten van het Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 566.912-2. 1958

Arleen Auger met het Yale cello ensemble. Delos 3041.

Juliane Banse met de 12 cellisten uit het Berlijns filharmonisch orkest. EMI 556.981-2.

Netania Davrath met cellisten uit het New York filharmonisch orkest.  Sony 60571

Renée Fleming met cellisten uit het New World symfonie orkest. RCA 9026-68538-2.

Jill Gomez met het Pleeth cello octet. Hyperion CDA 66257.

Peter Lukas  Graf en Konrad Ragossnig. Claves CD 50-2013.

Barbara Hendricks met cellisten van het Royal philharmonic orkest. EMI 555.280-2.

Wynton Marsalis met het Engels kamerorkest. Sony 42122.

Anna Moffo met cellisten van het American symfonie orkest. RCA 9026-62600-2.

Emmanuel Pahud, Alex Klein, Erich Comba, Daniel Barenboim en Robert Kassinger. Teldec 3984-21482-2

Bidù Sayo met cellisten o.l.v. Heitor Villa-Lobos. Sony 65819 (4 cd’s).

 

Nr. 6 voor fluit, fagot (en orkest)

William Bennett en Robin O’Neill. Hyperion CDA 55057.Ardith Bondi en Donald Johannessen. Etcetera KTC 1144.  Emanuel Pahud en Friedrich Edelmann. Naxos 8.223527. 1993Villa-Lobos kamerensemble. Etcetera KTC 1144. 

Nr. 7 voor orkest

Royal philharmonic orkest o.l.v. Enrique Bátiz. EMI 747.433-2New World symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. RCA 9026-6838-2. 

Nr. 8 voor orkest

Cincinnati symfonie orkest o.l.v. Jesús  Lopez Cobos. Telarc CD 80393. 1995

Nr. 9 voor orkest

New World symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. RCA 9026-68538-2.

Musici de Montreal o.l.v. Yuri Turovsky. Chandos CHAN 9434.

Frans nationaal omroeporkest o.l.v. Heitor Villa-Lobos. EMI 566.912-2.