CD Recensies

JANÁČEK: KOORLIEDEREN; SONATE; DAGBOEK, DE LEEUW

Janáček: ‘Klaaglied op de dood van dochter Olga’; ‘De duif’ uit Liederen voor mannenkoor; ‘Onze berk’; ‘De wilde eend’; ‘Kantor Halfar’; ‘Het wolvenspoor’; ‘Liederen van Hradcany’ nr. 1-3; ‘De ronddolende gek’; ‘Kinderrijmpjes’. Nederlands kamerkoor en Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Philips 442.534-2 (59’54”). 1993

 

Janáček: Dagboek van een verdwenene JW. V. 12 (bew.); Liederen van Hradcany nr. 1-3; ‘Kinderrijmpjes’. Ernestine Stoop (hrp), Marja Bon (p) met het Nederlands kamerkoor en het Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Et’cetera KTC 9000/4 (61’49”). 1993/7

 

Janáček: ‘De wilde eend’; ‘Onze berk’; ‘Klaaglied op fe dood van dochter Olga’; Sonáta 1.X.1905 (bew.); ‘Kantor Halfar’; ‘Het wolvenspoor’; ‘De ronddolende gek’; Concertino voor piano, blazers en strijkers; ’Rikadla’ Kinderrijmpjes nr. 1-19. Elisabeth Rapp (s), Paul Bentley-Angell (t), Felix Rumpf (bs), Thomas Dieltjens (p), Julien Herv´´(kl), Wibert Aerts (v), Wietse Beets (v), Vincent Hepp (va), met Collectief en Collegium vocale Gent o.l.v. Reinbert de Leeuw. Alpha 219 (69’12”). 2015

 

Sinds 1993 zet Reinbert de Leeuw zich met tussenpozen in voor de koorliederen van Janáček. Zijn nieuwste bijdrage dateert uit 2015. Het materiaal is verdeeld over drie cd labels en er vindt de nodige overlapping in de programma’s plaats. De oudste (Philips) opname is al apart eerder besproken, maar wordt hier nog even in herinnering geroepen. Het eerste twee uitgaven was met het Nederlands kamerkoor en het Schönberg ensemble, de nieuwste is met het Vlaamse Collegium vocale Gent en het Collectief.

Duidelijk blijkt dat ook de meest aardgebonden, door volksmuziek geïnspireerde koorliederen van Janáček nu ook door niet-Tsjechische koren kunnen worden gezongen. Vaak met succes, zoals deze opnamen van een levendige, idiomatische soort grillige dwarsheid bevestigen. Dat gaat van de vrolijke bijna-onzin Kinderrijmpjes voor Rikadla over een hond die zijn staart brak en een vrouw die in de soep viel tot de fraaie toonzetting van de drie Liederen van Hradcany.

De Leeuw ontlokt heel goede interpretaties aan zijn gevarieerde ensembles. Zo klinkt het ‘Klaaglied op de dood van dochter Olga’ heel ontroerend, terwijl ‘Het wolvenspoor’ een nogal meedogenloos karakter krijgt als dit aan het eind voert naar het raam van de ontrouwe echtgenote van de kapitein. Sopraan Eliabeth Rapp en pianist Thomas Dieltjens leveren hieraan een belangrijk aandeel.

Een geval apart vormt ‘Het dagboek van een verdwenene’, een van de geëngageerdste en elektriserende liederencycli aller tijden. Het gaat om een van de eerste werken die het gevolg was van ’s componisten verliefdheid op Kamila Stösslová en is gebaseerd op iets wat in een krant uit Brno, Lidové noviny was gepubliceerd: een gedicht over jongeman die verliefd werd op een zigeunermeisje en daarvoor zijn familie ontredderd achterliet. De vorm is uniek: een breeks van 22 liederen voor tenor en piano, een combinatie waaraan in het middengedeelte drie liederen voor vrouwenkoor plus mezzosopraan die het zigeunermeisje Zefka vertegenwoordigen, zijn ingelast. De vocale partijen zijn mooi ingevuld door Christoph Homberger en de sensueel klinkende Helena Rasker en de begeleiding is in het arrangement van Geert van Keulen aangevuld. Wie het origineel in een fraaie verklanking wil horen, is bijvoorbeeld goed af met Peter Keller en Clara Wirz, samen met pianist Mario Venzago (Accord 22031-2).

In 1997 toonde Janáček specialist John Tyrell overigens aan, dat het bij de tekst ging om een literair bedrog van de obscure Moravische dichter Ozef Kalda.

Hoezeer De Leeuw zich heeft verdiept in de componist blijkt mooi uit zijn lezing van de bijzonder door hem gearrangeerde pianosonate die hij in alle grilligheid neerzet. Erg goed, net als bijvoorbeeld de vertolkingen van het origineel door Firkusny (DG 429.857-2, RCA RD 60147) en Owen (Somm SOMMCD 028).