Jongen: Mélodies pour soprano et quintette avec piano. Chanson roumaine op. 25/2; ‘Parfum exotique’, ‘Quand ton sourire me surprit’, ‘Tableau gothique’, ‘Sur un grève’, ‘Release’ uit Liederen op. 29; Que dans les cieux op. 45/2; Les cadrans op. 45/1; Calmes, aux quals deserts op. 54; Les pauvres op. 64; ‘L’épiphanie des exilés’ uit Les fêtes rouges op. 57; La musique op. 135. Claire Lefilliâtre (s) met Oxalis. Musique de Wallonie MEW 1684 (45’47”). 2016
Joseph Jongen (1873-1953) geldt als een van de belangrijkste Belgische componisten. Hij studeerde aan het conservatorium in Luik en won de prestigieuze Prix de Rome met zijn cantate Comala op.14 (Haeck, Musique de Wallonie MEW 0214).
Die beurs stelde hem in staat om door heel Europa te reizen, zodat hij in contact kwam met Brahms, Richard Strauss, d’Indy en Fauré. Na een korte periode als docent harmonieleer in Luik, verbleef hij tijdens W.O.I in Engeland, maar werd hij daarna directeur van het conservatorium in Brussel waar hij van 1925 tot 1939 directeur was.
Jonhens naam is bekend bij organisten vanwege zijn lastige concertstukken Chain de mai en Sonata eroica (Christian Schmitt, CPO 777.593-2).
Naast de derde symfonie van Saint-Saëns en het orgelconcert van Poulenc geniet zijn Concertante symfonie, geschreven voor de inwijding van het Wanamaker orgel in een warenhuis in Philadelphia bekendheid. Eerder is daarvan de opname van Michael Murray (Telarc CD 80096) besproken.
Dat Jongen zich ook op intiemere schaal heel mooi kon uiten, blijkt uit dit liederenrecital. Het idioom leunt sterk aan tegen dat van Fauré wat als een compliment mag worden opgevat. Jongen schreef een dertigtal liederen waaruit sopraan Claire Lefilliâtre een mooie keuze van twaalf maakte voor deze welkome cd première in deze vorm.
De meeste werden tijdens zijn leven gepubliceerd, maar dan met louter pianobegeleiding. Later breidde hij dat in sommige gevallen uit tot een aanzienlijk kleuriger pianokwintet of zelfs tot orkestlied. Daarvan is een voorbeeld met Mariette Kemmer en het Monte Carlo filharmonisch orkest die in 2003 vijf van die orkestliederen opnamen (Cypres CYP 1635).
Meteen Chanson roumaine blijkt een heel mooi, sfeervol lied te zijn. Dat Claire Lefilliâtre het met een wat nasale stem zingt, stoort niet in de Franse tekst. Een ander hoogtepunt is Tableau gothique.
Oxalis bestaat hier uit Shirley Laub en Frédéric d’Ursel (v), Elisabeth Smalt (va), Amy Norrinton (vc) en Jean Claude vanden Eynden (p) en zorgt voor fraai ondersteunende, mooi levendige begeleidingen.