Jacobi: Passacaglia en fuga op. 9; Suite in oude stijl op. 10; Pianosonates nr. 2 en 3; Sonatine; Koraalvoorspel over Durch Adams Fall voor 2 piano’s; Miniaturen voor piano-vierhandig. Tatjana Blome en Holger Groschopp. Grand Piano GP 726/7 (2 cd’s, 1u. 43’41).

Met zijn Divertissement, Capriccio, Études en Concertino is hij een bekende naam in de accordeonwereld, terwijl zijn saxofoonsonate in de kring van saxofonisten bekend zal zijn. Het gaat om de Duitse componist en muziekpedagoog Wolfgang Jacobi (1894-1972). In de Nazitijd behoorde hij tot de verboden, want immers gedegenereerde half-Joodse kunstenaars.

Dat hij enerzijds blootstond aan invloeden van Debussy, Reger Hindemith en Bartók zou haast doen vergeten dat ook Italiaanse barokinvloeden qua vorm en intentie aan het licht komen in dit recital van de twee pianisten Tatjana Bloome en Holger Groschopp die zorgen voor enige cd- en grotendeels zelfs voor wereldpremières van werken voor twee piano’s van deze componist.

Die barokke kant blijkt natuurlijk het duidelijkst in de Passacaglia en fuga (1922), de Suite in oude stijl (1922), de Sonatine (1968) en de bekoorlijke Miniaturen. Maar ook door de symboliek van een van Bachs bekende koraalbewerkingen Durch Adams Fall ist ganz verderbt BWV 637 en BWV 705 die hij in een eigen versie voor twee piano’s uit 1951 vat.

De andere invloeden spreken meer uit de tweede en derde Pianosonate (resp. 1936 en 1938). 

Tatjana Blome, die zich eerder profileerde met pianowerken van Gerhard Frommel, Wolfgang Rihm, Joachim Mendelsohn en Ursula Mamlok is duidelijk gespecialiseerd in twintigste eeuwse Duitse muziek, vond in Holger Groschopp een betrouwbare partner voor de geslaagde introductie van Jacobi’s onbekende werken die echt een cd première verdienen, zo toegewijd en verzorgd gespeeld.