Janáček: Sonáta 1.X.1905 Zulice JW. 8/19; Op een overwoekerd pad I nr. 1-10, JW. 8/17; ‘Andante’ en ‘allegro’ uit II; In de mist JW. VIII/22; Zdeňka variaties op. 1, JW VIII/6; Herinnering JW VIII/32. Jan Bartoš. Supraphon SU 4266-2 (75’36”). 2019

Eén van de weinigen die de complete pianowerken van Janáček heeft opgenomen, is Håkon Austbø (Brilliant Classics 92295, 2 cd’s), maar hij kwam niet tot optimale resultaten. Niet zo verwonderlijk dat een Noorse pianist letterlijk en figuurlijk wat verder af staat van deze uitgesproken Moravische muziek dan de daar geboren Jan Bartoš wiens grootvader cimbalon speelde.

Aardig dat hij zowel het eerste pianowerk van de componist op 26-jarige  leeftijd als student in Leipzig schreef, als een van zijn laatste miniatuur, Herinnering uit 1928 in zijn programma opnam. Bovendien speelt hij van Op een overwoekerd pad uit 1908 niet alleen de gangbare 10 nummers, maar ook de twee toevoegde.  

De naast Op een overwoekerd pad essentieelste pianocomposities, de Pianosonate 1.X.1905 en het gedurende een moeilijke periode in zijn leven ontstane In de mist uit 1912 ontbreken evenmin.

Bartoš lijkt zich te realiseren dat cimbalonklanken en de Moravische volksmuziek belangrijke inspiratiebronnen waren voor Janáček. Hij interpreteert diens muziek in ieder geval met een aangeboren idiomatisch gevoel en zorgt voor een steeds juiste expressie in zijn verhalende, zeer  poëtische, mooi gekleurde spel. Zo zorgt hij voor een nuttige aanwinst.