Jolas: B for Betsy. Duo’s voor altviool en piano nr. 1-4; Pièce pour; Quoth the raven (bew.); Pièce pour Saint-Germain; Ruht wohl; Episode sixième; B for sonata. Laurent Camatte (va) en Géraldine Dutroncy (p). Hortus 099 (66’50”). 2012
Ook al is de in 1926 in Parijs geboren Frans-Amerikaanse componiste Betsy Jolas intussen 93, ze blijft stug verder componeren. Ze groeide op in Parijs waar haar ouders in dezelfde artistieke kringen verkeerden als Joyce en Hemingway.
Jolas studeerde bij Messiaen, wiens assistente ze een poos was en Milhaud en schrijft gelukkig best toegankelijke muziek, waarin ze als het ware de hele muziekgeschiedenis omarmt. Haar nieuwste werk is een ode aan Bach in de vorm van het orkestwerk Letters from Bachville dat in september 2019 door Andris Nelsons in Leipzig in première is gebracht.
Ze ontving diverse hoge onderscheidingen en de hier opgenomen voorbeelden van haar kunst geven een een goed idee van de meer intieme kant van haar werk. De beide stukken voor pianosolo - Pièce pour Saint-Germain (1981) en Pièce pour (1997) werden als test voor pianoconcoursen geschreven, Episode sixième (1984) voor een altvioolconcours.
De vier Duo’s voor altviool en piano zijn uit 1978 en betreffen vrouwenportretten in de geest van Couperin, maar waren ook weer ala examenstukken bedoeld. Oorspronkelijk was Quoth the raven, geïnspireerd door het gelijknamige gedicht van Poe, voor klarinet en piano en is Ruht wohl een meditatie over het wiegelied uit Bachs Johannes Passion.
Het belangrijkste werk is B for sonata uit 1973. Een raadselachtige titel, totdat blijkt dat B niet voor Betsy staat, maar voor Bali en dus net als bij sommige pianowerken van Debussy iets van gamelanklanken in zich bergt.
De toegewijde en gevoelige interpretaties van Laurent Camatte en Géraldine Dutroncy dagen veel bij aan een beter begrip voor en inzicht in het werk van Betsy Jolas.