CD Recensies

JOACHIM: MARSEN, OUVERTURES

Joachim: Marsen nr. 1 en 2; Ouverture ‘Bij een komedie van Gozzi’ op. 8, ‘Elegische ouverture’ op. 13, Ouvertures ‘Hamlet’ op. 4 en in C. Limburgs symfonie orkest o.l.v. Roland Bader. Koch 3.1514-2 (60’22”). 1994
 
De Duitser Joseph Joachim (1831 - 1907) wordt beschouwd als een der beste violisten uit zijn tijd. Al of twaalfjarige leeftijd werd hij concertmeester van het Gewandhausorkest in Leipzig waar Mendelssohn toen dirigent was. M aar het bekendst werd hij doordat Brahms hem raad vroeg bij het schrijven van zijn Vioolconcert en dat later aan hem opdroeg. Zijn cadens voor dit werk behoort nog steeds tot de meest gespeelde. 
Ook het feit dat hij een deel bijdroeg aan de FAE (Frei aber einsam) vioolsonate van Brahms, Dietrich en Schumann. Joachim was ook actief als componist, maar schreef orkestwerken, liederen, Variatiewerken, drie Vioolconcerten. De lijst loopt op tot opus 14 en daarnaast is er nog een aantal WoO. items.
De beide ‘Marsen’ zijn voor ‘groot orkest’ en bij de Ouvertures maakt vooral de 17’41” durende Hamlet uit 1853 nog indruk, zoals dat destijds ook bij Schumann het geval was. De Ouverture ‘Bij een komedie van Gozzi’ volgde een jaar later 
De ‘Elegische’ ouverture is ter nagedachtenis van Heinrich von Kleisten en de Ouverture in C werd in 1896 geschreven voor de dertigste verjaardag van keizer Wilhelm II. Het was bij deze composities Schumann en niet Brahms die over Joachims shouders meekeek.
Het is wel grappig dat deze mooie uitvoeringen uit 1994 nog op naam staan van het in 1883 opgerichte Maastrichts Stedelijk orkest dat in 1955 werd omgedoopt tot Limburgs Symfonie orkest.