Janáček: Idyll voor strijkorkest; Suite voor strijkorkest; Znélka 1, sonnet voor 4 violen; Strijkkwartet nr. 1 (bew. Kovacic). Wroclaw kamerorkest Leopoldinum o.l.v. Ernst Kovacic. Dux 0946 (68’46”). 2013
Wie op zoek is naar een goede introductie van de muziek van Janáček is goed bediend met deze uitgave. Deze bevat drie van zijn vroege werken en een bewerking van zijn Strijkkwartet nr. 1, Kreutzer sonate voorstrijkorkest.
Het vroegste werk is Znélka 1, sonnet voor 4 violen, een compositie uit zijn studententijd in 1875. Vel fragmenten uit die tijd werden gebruikt in de Suite voor strijkorkest uit 1877. Aanvankelijk kregen de delen baroktitels als ‘Prelude’ en ‘Allemande’, later werd volstaan met alleen de tempoaanduidingen.
Een jaar later, in 1878, ontstond de Suite voor strijkorkest langs dezelfde lijnen. Die vorm keerde later terug in de Sinfonietta. We maakt Idyll een geavanceerder indruk dan de voorafgaande stukken met invloeden van Dvorak en Grieg. Dvorak woonde zelfs de eerste door de componist zelf gedirigeerde uitvoering bij.
In zijn laatste tien levensjaren (nadat hij in 1917 Kamila Stosslová had ontmoet) had de componist nog een golf van creativiteit die tot zijn drie opera’s, de Glagolitische Mis en de beide Strijkkwartetten leidde. Bovendien ontstond een grote belangstelling voor Rusland en de Russische literatuur. Met name Tolstoi was met zijn novelle ‘Kreutzer sonate’ een inspiratiebron voor een onvoltooid Pianotrio uit 1908 en het Strijkkwartet uit 1923 waarin hij triomateriaal hergebruikte. Net als Richard Tognetti (Chandos CHAN 10678) maakte Kovacic een mooie bewerking van dit Strijkkwartet.
Met het Poolse kamerorkest zorgt hij ook voor zeer aansprekende en idiomatische uitvoeringen daarvan.