Jeths: Onde; Bella figura; TIM/BA; Chiasmos . Euterpe blaaskwintet en Osiris Trio, John Addison (vc), Eddy Janning met 3 slagwerkers. NorthWest Classics NWC 202090 (61') 2002.
Begin juni 2007 ging bij het Gelders orkest waar Willem Jeths (1959) een seizoen 'composer in residence' is zijn grootschalige, op de Keltische wereld geïnspireerde orkestwerk Seanchai, an afterimage met succes in première. Donemus (of NM) had op een dubbel cd (CV 88/89) al eerder werk van hem - Fas/Nefas, Flux/Reflux, Glanz en het pianoconcert - uitgebracht.Deze cd uit 2002 biedt een staalkaart van Jeths' werk van kamermuzikale proporties uit de periode 1998 tot 2000. Voor een beter begrip vooraf van 's componisten intenties is het nuttig zijn als volgt luidende statement (credo?) te absorberen: "Voor mij is de schepping van een compositie als het exploreren van een kronkelende, onbekende doolhof - ongeveer zoals een melkwegstelsel - dat leidt tot de kern van de essentie van het werk. Deze doolhofachtige paden maken altijd omwegen die ik graag wil volgen omdat ik heb geleerd de daarmee samenhangende risico's te aanvaarden om zo in grotere vrijheid de centrale zuil van de muzikale structuur te benaderen. Welke weg ik tenslotte ook volg, deze moet bovenal leiden tot kleuring: melodie en ritme zijn van dominant belang in de resulterende kleuren die worden bereikt. Dat zoeken naar nieuwe kleurdimensies is voor mij als componist een belangrijke inspiratiebron. Ik voel me vaak als een ontdekkingsreiziger die op zoek is naar nieuwe sterren en planeten in de 'wereld van trillingen' waaruit muziek bestaat".
Gemeen hebben de hier gepresenteerde stukken alle en bondige, bevattelijke eendelige structuur waarin het relaas telkens in ongeveer een kwartier wordt afgewikkeld. In het blaaskwintet worden extra kleuren ingebracht door dubbelrollen voor fluit en piccolo, bes en es klarinet en hobo en althobo. De fundamentele beweging is in dit werk met zijn fraaie primaire en mengkleuren vrij traag, maar een zekere mate aan 'oprispingen' zorgt voor spanning en verlevendiging.Ook de ongeveer als gewaagde étude opgezette solocello als Bella figura moet het uitgaande van een lage C hebben van een exploratie van kleuren, aftasten van extremen in de registers en de dynamiek met als doel klankverrijking. Het resulteert in een boeiend, rustig exposé. Hierna in TIM/BA veel gedurfder. Het werk voor slagwerk (en de piano kan hier gevoeglijk ook als zodanig worden beschouwd) is gebaseerd op een vijftoons toonladder van de gamelan die het Oosten vertegenwoordigd en de chromatische toonladder van de vleugel. Samen gaat men heel subtiel beginnend op zoek naar vermenging, naar een synthese, maar in hoeverre Oost en West zich hier harmonisch vinden blijft een enigszins open, dus onbeantwoorde vraag. Ondanks een aantal keren beluisteren bleef deze luisteraar - misschien te ongevoelig voor dit soort magie - steken in een onbestemd esoterisch gevoel.
Chiasmos, alsof het al jaren vertrouwd is, wordt door het voortreffelijke Osiris trio gespeeld, en is dan weer veel pakkender. De melodiek is hier duidelijk ondergeschikt aan ritme, toonhoogte en kleur. Fascinerende effecten zijn er per instrument te over zodat het kleurenspectrum van het traditionele pianotrio aanzienlijk wordt opgerekt. Het resultaat is heel boeiend en een werk als dit geeft niet zo gauw al zijn geheimen prijs. De gemeenschappelijke noemer van Jeths' muziek is hier onder de begrippen spannend en fascinerend samen te vatten.