Janácek: Zápisnik zmizelého (Dagboek van een verdwenene);14 Moravische volksliederen; 6 Intieme schetsen. Ian Bostridge (tenor), Ruby Philogene (mezzosopraan), Diane Athertonsopraan), Deryn Edwards (mezzosopraan), Susan Flannery (alt) met Thomas Adès (piano). EMI 557.219-2 (56’59”). 2000, 2001

Het eerste werk dat als gevolg van Janáceks verliefdheid op Kamila Stöslová het licht zag, was de liederencyclus Dagboek van een verdwenene, een werk dat net als Het sluwe vosje werd geïnspireerd door een bericht in een krant uit Brno: in dit geval enige gedichten over een jongeman die hals over kop verliefd werd op een zigeunermeisje en zijn familie in de steek liet. De vorm van het werk is uniek: een cyclus van 22 nummers voor tenor en piano, een combinatie die in het midden wordt aangevuld met drie liederen voor vrouwenkoor plus een mezzosopraan die het zigeunermeisje Zefka uitbeeldt.

Dit dagboek kan magertjes klinken in vergelijking met de opera’s, maar eerder maakten Peter Keller, Clara Wirz en Mario Venzago (Accord 22031-2) en Nicolai Gedda, Stepánka Stepánová en Josef Pálenicek (Supraphon 0022-2) al mooie opnamen van het werk. Maar nu komt EMI met een in veel opzichten superieure uitgave. Zo doorleefd, maar ook zo spontaan komen de vaak fragmentarische liederen tot klinken dat men zich ook nauwelijks meer afvraagt hoe juist de uitspraak wel is. De hoge tessitura biedt Bostridge nauwelijks een probleem en al helemaal boeiend is het wanneer hij aan het eind van het ook dankzij wat pianosoli van de bevlogen Adès tussendoor zo boeiende recital nog vroegere, langere versies van twee liederen uit de cyclus laat horen. Zo kwam een ideaal geheel tot stand.