Janáček: 6 Moravische koren; 18 Řikadla (Kinderrijmpjes); “De wilde eend’; ‘Het wolvenspoor’, ‘Elegie op de dood van mijn dochter Olga’, ‘Onze avonden’, ‘Ave Maria’, ‘Onze Vader’. Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss, Radio blazers ensemble, Thomas Walker (t) en Philip Mayers (p.). Harmonia Mundi HMC 90.2097 (71’42”). 2010
Afgezien van de Glagolitische mis is het vrij omvangrijke kooroeuvre van Janáček in West Europa vrijwel onbekend. Wie er op cd op zoek naar ging, kwam meestal terecht bij Tsjechische ensembles als het Tsjechisch filharmonisch koor (Supraphon SU 3292) voor de Kinderrijmpjes (al kwam Hyperion op CDA 66893 met het Nieuw Londens Kamerkoor) of het Moravisch lerarenkoor voor de Moravische Volksliedjes (Naxos 8.553623).
Dat een gereputeerd serieus koor als Cappella Amsterdam zich nu ook voor de uitgesproken aardgebonden muziek van de componist interesseert, is een aangename verrassing. Het klinkend resultaat is een idiomatische en levendige uitvoering van muziek die reikt van het vrolijke, bijna absurde dat inherent is aan de Kinderrijmpjes tot het bloedserieuze ‘Ave Maria’ en ‘Onze vader’. Met als tussenstation de 6 Moravische koren, een transcriptie van Dvoraks Moravische duetten.
Dat ‘Ave Maria’ overigens, is een toonzetting van Byrons Don Juan uit 1883 en niet ‘Zdrávas Maria’ of ‘Wees gegroet Maria’ uit 1904. In ’Het wolvenspoor’ wordt beeldend een wolvenjacht beschreven die eindigt voor het raam van de ontrouwe echtgenote van een kapitein.
Het bijzondere gezelschap uitvoerenden kwijt zich met lof van zijn taak en zorgt voor een prachtige repertoire uitbreiding. De uitspraak van de gezongen teksten lijkt goed te kloppen; er zal vast een (niet nader genoemde) taalcoach aan te pas zijn gekomen. Een uitgave om als een juweel te koesteren.