Janáček: Klaaglied op de dood van dochter Olga; Uit Liederen voor mannenkoor ‘De duif’; Onze berk; De wilde eend; Kantor Halfar; Het wolvenspoor; Liederen van Hradcany nr.1-3; De ronddolende gek; Kinderrijmpjes. Nederlands kamerkoor en Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Philips 442.534-2 (59’56”). 1993
Zijn leven lang componeerde Janáček vocale werken voor koor of solisten vaak inspiratie puttend uit volksmuziek. Het stelde hem in staat om daarmee van alles in allerlei combinaties te ondernemen: voor a cappella koor via koorwerken met instrumentale begeleiding tot cantates voor solisten, koor en orkest.
Dit door Reinbert de Leeuw samengestelde progamma biedt een aardige dwarsdoorsnee van dit genre. Tot de hoogtepunten behoren de Klaagzang op de dood van mijn dochter en de Liederen van Hradcany, maar ook de Kinderrijmpjes zijn erg charmant.
Dit bekoorlijke repertoire wordt heel mooi gezongen door een goed in de taal en uitspraak voorbereid koor dat goed raad weet met de scherpe ritmen die zo kenmerkend zijn voor de Tsjechische taal.
Voor een maar deels deels overlappend programma is daar o.a. de nieuwere, deels betere, deels mindere opname van Daniel Reuss met de Cappella Amsterdam uit 2010 (Harmonia Mundi HMC 90.2097).