Pina Napolitano: Elegie. Schönberg: Pianoconcert op. 42; Begleitungsmusik zu einer Lichtspielszene op. 34; Krenek: Symfonische elegie op. 105; Bartók: Pianoconcert nr. 3 Sz. 119, BB. 127. Met het Liepaja symfonie orkest o.l.v. Atvars Lakstigala. Odradek ODRCD 339 (74’06”). 2016
De Italiaanse pianiste Pina Napolitano blijkt tekens weer een uitgesproken specialiste in twintigste eeuwse muziek te zijn. Het voor jazzcomponist Oscar Levent in Los Angeles geschreven Pianoconcert van Schönberg behoort tot zijn toegankelijker twaalftoonswerken met ruim voldoende tonaal gevoel. Net als in veel vroege werken zijn de elementen gerangschikt in vier aparte delen in een doorlopende sequens, maar de vertrouwde vormen van een lyrisch eerste deel, een ontwrichtend scherzo, een zoekend en indringend langzaam deel en een uitbundige finale zijn zeer herkenbaar.
Het idioom moet geen probleem vormen voor een luisteraar die al vertrouwd is met de Pianoconcerten van Bartók.
Net als Alfred Brendel (Philips 446.683-2) en Mitsuko Uchida (Philips 468.033-2) heeft Piana Napolitano die ook de Pianowerken van Schönberg opnam, zich dit concert geheel eigen gemaakt. Ze roept de diverse stemmingen met een zeer volwassen wijsheid plooibaar op. Dan blijkt hoe waarachtig de joie de vivre van de finale is.
In de bedreigend als een naderende catastrofe, maar nooit gebruikte Begleitungsmusik zu einer Lichtspielszene uit 1929 en de bijna een kwartier durende vrijwel onbekende, van de ondertitel ‘in memoriam Anton Webern’ voorziene Symfonische elegie van Ernst Krenek uit 1946, zwijgt ze even. Om met het bekendste van de drie Pianoconcerten te eindigen. Van dat werk bestaan betere opnamen, bijvoorbeeld van Argerich (EMI 556.654-2), maar voor de andere werken is deze uitgave met een interessant, heel behoorlijk door Lakstigala met zijn Letse orkest uitgevoerd programma zeker aan te bevelen.