Nederlandse liederen. Diepenbrock: Berceuse; Andriessen, H.: Miroir de peine; Magna res est amor; Vermeulen: La veille; Pijper: La maumaiée; Bosmans: Chanson des escargots qui vont á l’enterrement; Complainte du petit cheval blanc; Les médisants; Badings: Chansons orientales nr. 1-4; Van Baaren: Recueillement; Heppener: Songs on poems by Ezra Pound nr. 1-4. Resp. Elly Ameling (s) met Dalton Baldwin (p) en Richte van der Meer (vc), Elly Ameling en Albert de Klerk (org), Elisabeth Cooymans (ms) en Rudolf Jansen (p), Jsrd van Nes (ms) en Gérard van Blerk (p), Max van Egmond (b) en Thom Bollen (p), Cora Canne-Meijer (ms) en Thom Bollen (p), Hein Meens (t) en Tilly Keessen (p), Wendela Bronsgeest (s) en Thom Bollenn (p), Roberta Alecander (s) en Ed Spanjaard (p). Glossa GLO 6018 (74’26”). 1981  

Uit deze nuttige verzameling van 22 Nederlandse liederen is duidelijk te zien hoe sterk de componisten in de eerste helft can de twintigste eeuw nog gallisch georiënteerd waren. Pas bij Robert Heppener wordt in 1970 de omslag naar Amerika duidelijk.

Her is alleen al interessant om Hendrik Andriessens Miroir de peine uit 1933       nu eens niet met kamerokestbegeleiding zoals door Roberta Aleander met het Radio Kamerorkest onder David Porcelijn (Nederland Muziek NM 92023-71) te horen, maar met orgelbegeleiding waardoor de gedichten van Henri Ghéon in een sacraler Stabat Mater daglicht komen te staan.

Al met al een mooi compendium van de niet zo talrijke Nederlandse liedkunst.