CD Verzamelprogramma's

NIGL, GEORG: VANITAS

Nigl, Georg: Vanitas. Schubert: ‘Im Freien’ D. 880, ‘Die Sommernacht’ D. 289a, ‘Die Taubenpost’ D. 965a, ‘Die Forelle’ D. 550a, ‘Der Wanderer an den Mond’ D. 870, ‘Das Zügenglöcklein’ D. 871a, ‘Abendstern’ D. 806; ‘Fischerweise’ D. 881a, ‘Der Winterabend’ D. 938, ‘Die Sterne’ D. 939, ‘An die Musik’ D. D. 547a, ‘Wanderers Nachtlied’ D 768; Beethoven: An die ferne Geliebte op. 98; Rihm: ‘Vermischter Traum’, ”Gryphius-Stück”. Met Olga Pashchenko. Alpha ALPHA 646 (82’31”). 2020 
 
De Oostenrijkse bariton Georg Nigl (1972) heeft ook op cd al een aardige staat van dienst met zijn deelname aan opnamen met onder meer werken van Mozart (Bastien und Bastienne), Haydn (Kleine en Große Orgelmesse, Gloria), Dusaoin (Penthesilea), Goeels (Landschaft mit entfernten Verwandten), Purcell (Indian queen, The prophetes), Maxwell Davies (Songs for a mad king), Neuwirth (Lost Highway), Dünser (Radek) en Mitterer (Om Sturm).
In September 1919 gaf hij met de Russisch-Nederlandse Olga Pashchenko, die we vooral kennen als fortepianiste, een recital in Berlijn, waarvan deze cd een aardige kopie is. Het tweetal verzorgde daar de première van Wolfgang Rihms’ aan de zanger opgedragen ‘Vermischter Traum’, een toonzetting van gedichten van de Duitse barokdichter en dramaturg Andreas Gryphius (1616 - 1640) die vooral bekend werd met zijn mooie sonnetten en het beroemde gedicht Vanitas dat de titel aan deze cd geeft. Rihm schreef deze muziek in de sfeer van Schönberg en Berg terwijl hij herstellende was van een ernstige ziekte.
Verder bestaat het programma uit een stel bekende en minder bekende liederen van Schubert en Beethovens cyclus ‘An die ferne Geliebte’. Vooral de Schubertliederen krijgen iets mooi intiems mee zoals dat past bij een huisconcert. Beethovens cyclus is wat minder treffend en komt het wat trage tempo van het eerste lied nauwelijks te boven.
Nigl zingt dit programma met een aantrekkelijke, vriendelijke stem en grote beheersing. Olga Pashchenko gebruikt hier een moderne Steinway voor Rihm, maar keert voor de rest van het recital terug naar haar geliefde kopie van een Graf fortepiano uit 1819.
Als geheel is dit toch wel een geslaagde onderneming en wat voor een ideale begeleidster blijkt Pashchenko te zijn!