WOROCH, BARTOSZ: DANCER ON A TIGHTROPE

Bartosz Woroch: Dancer on a tightrope. Bacewicz: Solovioolsonate nr. 2; Hindemith: Solovioolsonate op. 31/2; Goebaidoelina: Danser op een strak koord; Prokofiev: Solovioolsonate in D op. 115; Schnittke: Fuga voor soloviool; Cage: Melodieën nr. 1-6. Met Mei Yi Foo (p. in Goebaidoelina en Cage). Champs Hill CHRCD 114 (73’01”). 2015

 

De in Engeland gevestigde Poolse violist Bartosz Woroch speelt op deze cd een boeiend solorecital met louter twintigste eeuwse vioolwerken.

De Sonate van zijn landgenote Grazyna Bacewicz is uit 1924 en is een fel en briljant stuk dat krachtig wordt gespeeld tot het eind met drie pizzicati aan toe. 

Bekender is de sonate van Hindemith op. 31/2, ook uit 1924. Het werk was opgedragen aan Walter Caspar, de tweede violist van het Amar kwartet waarin Hindemith zelf speelde. Meer pizzicati in het tweede deel. Maar het aardigst is de finale op een thema van Mozart met vijf variaties. Erg charmant voor Hindemithbegrippen.

Het werk waaraan de titel van de cd is ontleend, komt van Sofia Goebaidoelina en er komt aan piano aan te pas waarvan de snaren door de pianist moeten worden gestreken. Terwijl de violist vrij introspectief bezig is, strekt en pirouettes draait, treedt de pianist zelfbewuster en ietwat onheilspellend op met gebruikmaking van een tuimelglas.

De Fuga van Schnittke uit 1953 spreekt voor zichzelf; het is een vroeg, op negentienjarige leeftid geschreven stuk, nog onder invloed van Shostakovitch. Heel apart zijn de zes nadrukkelijke maar nogal onstoffelijke Melodieën van Cage waarin schijnbare eenvoud troef is.

Woroch wikkelt dit alles met een vrij lichte, zuivere toon af, past zijn stijl aan, is muzikaal en technisch imposant en doet het voorkomen of mij een normaal concertprogramma uitvoert.√