GOSSEC, FRANÇOIS-JOSEPH (1734 – 1829): REVOLUTIEMUZIEK
Toen hij 13 was ging de Belgische componist Gossec naar Parijs om piano- en compositielessen te nemen. Van 1762-1770 leidde hij het theater van de prins van Condé in Chantilly en vanaf 1766 diende hij ook de prins van Conti. Intussen schreef hij ook komische opera’s, zoals Les pêcheurs (1766). In 1769 stichtte hij het ‘Concert des amateurs’ dat hij tot 1773 ook dirigeerde. Van 1773 tot 1777 was hij directeur van ‘Le concert spirituel’ en vanaf 1775 had hij een belangrijke positie bij de opera waar hij diverse eigen werken presenteerde; met zijn balletten had hij het meeste succes. Sinds 1784 dirigeerde hij de nieuwe ‘École royale de chant’. Tijdens de Franse revolutie was hij leider van de Garde nationale en schreef hij veel revolutionaire werken voor grote ensembles. Het componeren nam af na 1799, maar het lesgeven aan het conservatorium bleef van groot belang.
Gossec schreef ongeveer vijftig symfonieën die duidelijk trekken van de Mannheimse school bezitten. Zij vormen het belangrijkste deel van zijn oeuvre en droegen aanzienlijk bij tot de ontwikkeling van dit genre in Frankrijk. Eentje hiervan uit 1761 was het eerste Franse orkestwerk waarin klarinetten werden gebruikt. Nieuwe orkestratie effecten blijken ook uit zijn Requiem (1760) en oratorium La nativité (1774). Verder liet hij liederen, concertante symfonieën, kamermuziek en theoretische verhandelingen na.
Selectieve discografie
Symfonieën op. 5/2 en 3 en op. 12/5 en 6. London Mozart players o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 9661.
Requiem. Bernadette Degelin, Greta de De Reyghere, Howard Crook en Oliver Widmer met het koor van het Maastrichts conservatorium en Musica polyphonica o.l.v. Louis Devos. Warner 8573-89234-2.