GRÉTRY, ANDRÉ ERNEST MODEST (1741 – 1813): GRONDLEGGER OPÉRA COMIQUE
De in Luik geboren componist steeg nadat hij in Rome door Padre Martini grondig in het vak was opgeleid na zijn aankomst in Parijs in 1767 snel op tot de belangrijkste vertegenwoordiger van de opéra comique. Heel veel succes had hij in 1784 met zijn Richard Coeur-de-Lion, een werk dat niet alleen het tijdens de Franse Revolutie graag uitgebuite bevrijdingsthema benutte en dat later mogelijk invloed had op Beethovens Fidelio, maar dat ook met zijn lichtelijk romantische tendensen al op Weber vooruitliep (Weber voerde het stuk misschien niet toevallig tijdens zijn Praagse tijd daar op).
Dat bevrijdingsmotief speelt ook een rol in het lichtgewicht comédie-ballet met de exotische titel Zémire et Azor waarin de vrouwelijke hoofdrolvertolkster wordt belast met halsbrekende vocale kunsten.
Selectieve discografie
Suite Céphale et Procris. Orchestre de Bretagne o.l.v. Stefan Sanderling. ASV CDDCA 1095.
Richard Coeur-de-Lion. Charles Burles, Jules Bastin, Jeanine Micheau, Mady Mesplé e.a. met solisten, koor en kamerorkest van de Belgische omroep o.l.v. Edgard Doneux. EMI 575.266-2 (2 cd’s).
Zémire et Azor. Mady Mesplé, Roland Bufkens e.a. met solisten, koor en kamerorkest van de Belgische omroep o.l.v. Edgard Doneux. EMI 575.290-2 (2 cd’s).