GRAUN, CARL HEINRICH (1704 – 1759): COMPONERENDE BROERS
Carl Heinrich en Johann Gottlieb Graun waren de diedeldeidi en diedeldeidum aan het hof van Frederik de Grote van Pruisen. Nadat ze eerst afzonderlijk werkzaam waren, trokken ze sinds 1735 samen op. Carl Heinrich was de oudere van het tweetal en hij was de hofkapelmeester en operacomponist. De koning liet de opera aan Unter den Linden voor hem bouwen. Johann Gottlieb was concertmeester in het hoforkest.
Carl Heinrich schreef uitgesproken zangerige melodielijnen en had een voorliefde voor de galante stijl, maar er is ook sprake van Vivaldi invloeden. Zijn opera’s zijn onvermoede juweeltjes om van te smullen. In dit genre vertonen de bijdragen van Graun overeenkomsten met het werk van Hasse en worden stereotiepe gebaren vermeden. In die zin loopt Graun vooruit op Gluck met de opera seria; da capo aria’s krijgen veel plooibaarder dan voorheen vorm; Montezuma is gebaseerd op een door de koning zelf in het Frans geschreven libretto dat door zijn hofdichter in het Italiaans werd vertaald. Een sacraal werk als Der Tod Jesu (een passie oratorium) of het Weihnachtsoratorium is veel minder interessant en blijft achter bij gelijksoortige composities van tijdgenoten als Carl Philipp Emanuel Bach.
Selectieve discografie
Klavecimbelconcert. Waldemar Doling met de Sofia solisten o.l.v. Emil Tabakov. MDG 601.0505-2.
Cleopatra e Cesare. Janet Williams, Iris Vermillion, Lynne Dawson, Jeffrey Francs en Peter Gambill met het RIAS kamerkoor en Concerto Keulen o.l.v. René Jacobs. Harmonia Mundi HMX 29015161.3 (3 cd’s).
Montezuma. Emilio Vasquez, Dorothea Wirtz, Conchita Julian, Lourdes Ambriz e.a. met het Cantica nova ensemble Neuss en de Deutsche Kammerphilharmonie o.l.v. Johannes Goritzki. Capriccio 60.032.