Fonografie Techniek

PRO EN CONTRA

PRO EN CONTRA

 

CD’s met partituren op CD-ROM track

 

Als de herinnering niet bedriegt is het een paar jaar geleden begonnen met een opname uit de cyclus pianosonates van Beethoven door Pollini (DG 435.472-2, sonates no. 11, 12 en 21): het principe CD-pluscore, waarbij de gewone cd een extra cd-rom track bevat met de bladmuziek van het gespeelde en als extra faciliteiten een gesynchroniseerde weergavecursor en geïllustreerde artikelen over compositie en werk. Behalve over een cd speler moest de gebruiker van deze interactieve geneugten ook beschikken over een pc met minimaal 8MB ram, tenminste Windows 3.1 of 95 en een cd-rom drive met soundcard. Armand en ik hebben daar destijds ons bepaald niet louter lovende commentaar op gegeven. Opmerkelijk genoeg liet DG het bij die eenling; succes leek dus niet verzekerd.

Die oude draad is nu opnieuw opgepakt door Duitse Harmonia Mundi met de opnamen van Mozarts Requiem door Harnoncourt (82876-58705-2) en Schönbergs Die Jakobsleiter door Nagano (HMC 801821). Niets tegen vernieuwing, tegen meer toegevoegde waarde, tegen experimenten. Maar de vraag blijft: belooft het een succesvol initiatief te worden?

Ik heb (houd) mijn twijfels. Waarom? Weergavetechnisch bezien wordt de gebruiker is een lastige positie gebracht. Zijn muziekweergave wil hij liefst optimaal via een hoogwaardige installatie genieten en staat letterlijk en figuurlijk (nog) geheel los van zijn computergebruik (in mijn geval staan beide zelfs in geheel andere kamers op verschillende verdiepingen) en ik voel (nog)  niet de minste behoefte aan integratie. Het betekent wel dat ik het muziekgedeelte van zo’n combi cd op de ene – hoogwaardige, puur auditieve – manier geniet, terwijl ik voor het andere – audiovisuele – aangewezen ben op de computer met zijn echt primitieve geluidsweergave via nog niet eens Bose melkpak luidsprekertjes. Die discrepantie is me te groot.

Ik heb dus dat cd-rom gedeelte een keer grondig bekeken, daarna nog eens laten zien aan familieleden en aan bezoekende vrienden en kennissen, maar that was it. Ik heb noch de intentie, noch de behoefte regelmatig van deze faciliteit gebruik te maken. Natuurlijk kan dat een typisch geriatrische weerstand tegen ‘het vernieuwende’ zijn, maar omdat ik toevallig in juli te maken had met het Erasmus/Socrates muziekproject in Utrecht waar een uit allerlei Europese landen samengesteld strijkorkest van conservatoriumstudenten enthousiast bezig was, heb ik het thema CD-Pluscore ‘in de groep gegooid’. Hoewel al die jongelui stevig gebruik maken van computers om te internetten, te e-mailen, scripties te schrijven had geen van hen na een demonstratie behoefte om deze cd extra faciliteit te gaan gebruiken. Hij werd afgedaan als ‘leuk, mar vrij nutteloos speeltje’. De echte bladmuziek of partituur voor ogen, dat is pas effectief.

Er is trouwens nog meer. Menig enthousiast muziekgenieter kan geen noot zo groot als een koe lezen en zelfs gevorderden hebben niet zelden moeite met partituurlezen (zeker als die dan nog in kriebelig handschrift zijn) en afgezien van de horden die bij de Matthäus Passion niet zonder klavieruittreksel opdraven en de fanaten die bij kwartetseries over zakpartituren gebogen zitten, stuiten we zelden op ‘meelezende’ luisteraars.

CD-pluscore of hoe Harmonia Mundi het ook gaat noemen, lijkt dus een leuk, maar misbaar speeltje met uiterst geringe toegevoegde waarde wat mij betreft; weer typisch zo’n blijk dat ‘alles wat kan’ niet noodzakelijkerwijs moet leiden tot ‘moet dus ook’.     

Wat me daarentegen wèl nuttig en fijn lijkt, is de toevoeging van een dvd-d schijfje aan een cd album, zoals dat bijvoorbeeld bij de aan Mengelberg en Chailly gewijde Q-Disc boxen het geval is; cd- en dvd-v geluidsweergave zullen velen waarschijnlijk wel logisch via tv èn muziekinstallatie samen ondergaan.