MOZART: HOBOKWARTET
Op 21-jarige leeftijd leerde Mozart Giuseppe Ferlendis kennen. Voor hem schreef hij in de zomer van 1777 zij hoboconcert in C KV 314. In oktober van datzelfde jaar hoorde hij in München Joseph Fiala en een maand later in Mannheim Ludwig August Lebrun en Friedrich Ramm, allen vooraanstaande hoboïsten in hun tijd. Ook als componist werden ze gewaardeerd.
Achtergronden
Met Ramm sloot Mozart een nauwe vriendschap die ook al componerend mooie vruchten afwierp. Nadat Ramm het ‘Ferlenisconcert’ een paar maal met groot succes had uitgevoerd, schreef Mozart in Parijs in het voorjaar van 1778 voor hem in München, waar Ramm de eerste hoboïst in zowel het beroemde Mannheimse orkest als in het orkest van de Beierse keurvorst was, de hobopartij uit de Sinfonia concertante KV 297b en in 1781 ook het hobokwartet in F KV 370 (386b).
Dit best bijzondere driedelige kamermuziekwerk is eerder een soort Divertimento dan een echt kwartet. In dit werk ontdekte Mozart het intieme karakter van de kamermuziek: hij vermeed concertante trekken door de vier stemmen op de meest subtiele wijze te integreren en in het bijzonder ook door melodie en tegenmelodie kunstig met elkaar te verweven.
Het adagio, een soort aria, in d is in ‘empfindsame’ stijl geschreven, met slechts 38 maten ook erg kort en in het slotrondo is een bijzonderheid wanneer hobo en strijkers elkaar polymetrisch (maat 95-108) superponeren – de hobo in 4/4 maat en de strijkers, alsof ze niets merken doorgaan met hun 6/8 begeleiding en in de ‘doedelzak’ passages (mt. 52-59 en 165-172) de sfeer van de voorganger van de hobo – de schalmei – oproepen.
Dit deel begint heel dreigend in mineur en de spanning ontlaadt zich pas als de grote terts toonsoort en het parallelle ritme gelijktijdig weer inzetten, en dat zelfs middenin een muzikale zin. De terugkeer van het rondothema demonstreert de pure vreugde die Mozart beleefde aan de hoge ligging van de hobo, een vreugde die op zo’n moment even duidelijk tot uitdrukking komt als zijn bekende voorliefde voor de laagste tonen van de klarinet waarom hij de voorkeur gaf aan de bassethoorn in F die een kwart lager klinkt dan de gewone Bes-klarinet. En dan te bedenken dat de hobo destijds veel minder kleppen had waardoor de bespeler veel meer op zijn embouchure en complexe kruislingse grepen (Gabelgriffe) afhankelijk was.
Maar zo is het hobokwartet ook heel wat fraaier dan de vier eerder geschreven fluitkwartetten samen.
De opnamen
Legio opnamen verblinden haast het beeld. Alle prominenten zijn aanwezig en er is voor elk wat wils beschikbaar. De diverse scholen – Franse, Engelse, Duitse, Nederlandse, Slavische lopen door elkaar en het is aan de hoboïsten en de kenners zelf om daarover voorkeuren te formuleren.
De Engelsman Leon Goossens beet verdienstelijk het spits af. In zijn voetspoor volgden
Nederlandse hoboïsten bevinden zich bijna altijd in de voorste gelederen wanneer het gaat. Dat begon fonografisch al vroeg het de onvergeten Jaap Stotijn en werd op hoog niveau voortgezet door Han de Vries, maar als her er nu om gaat zijn het toch vooral Pauline Oostenrijk en Bart Schneemann die de eer opeisen.
Van de twee opnamen van Heinz Holliger maakt die met Zehetmair c.s. de diepste indruk, hoe fraai de andere met leden van het Parkanyi kwartet ook is. Hier wordt op het allerhoogste niveau gemusiceerd. Ook op dvd komen we de Zwitserse hoboïst tegen, nu met leden van het Keller kwartet. Leuk om nu ook te kunnen zien hoe de muziek hier letterlijk en figuurlijk ademt en het wezen daarvan volkomen wordt uitgediept.
Douglas Boyd komen we ook tweemaal tegen, waarbij zijn optreden in het Gaudier ensemble (met inbreng van violiste Marieke Blankestijn en altiste Iris Juda), al gaat het hier eerder om Susan Tomes en Richard Hosford, de hoogste ogen gooit. Een goede aantekening krijgen Joris van der Hauwe en Paul Goodwin. Een nog betere, lovender verdient François Leleux, met name waar het diens opname met Lisa Batiashvili betreft.
Mogen we Alexei Ogrintchouk langzamerhand ook als Nederlander beschouwen? Naar verwachting is hij in topvorm en zorgt met zijn gelijkgezinde partners voor een mooi geïntegreerde, innemende lezing waarin opnieuw de bijzonder sprankelende toon van de houtblazer treft.
Bij de hier onbekendere instrumentalisten viel Robin Williams op met zijn wendbare interpretatie. Hij houdt van vlotte tempi, fraseert licht en laat zijn partij sprankelend tot klinken komen.
Iets dergelijks geldt voor het diverterende optreden van Christopher O’Neill dat een elegante inslag heeft. Bovendien presteren zijn partners erg goed. Ook bij Patrick Beaugirard en zijn kompanen is sprake van een intiem, spontaan en hartelijk vriendenoptreden vol kleur en afwisseling.
Het is trouwens interessant om ook eens de bewerkingen voor andere blazers te beluisteren.
Conclusie
Als het om het uitspreken van een persoonlijke voorkeur gaat, wint Holliger (op cd met Zehetmair en op dvd met de Kellerkwartet leden) het pleit. Andere topuitvoeringen komen van Boyd/Gaudier, Leleux/Batiashivili, Ogrintchouk en Schneemann.
Discografie
1933. Leon Goossens, Jenö Léner, Sándor Roth, Imre Hartman. Testament SBT 1130.
1955. Hans Kamesch, Anton Kamper, Erich Weiss, Franz Kwarda. Naxos 9.80337.
1956. Jaap Stotijn met leden van het Nederlands strijkkwartet. Globe GLO 6037.
1956. Marcel Tabuteau, Aurea Pernel, Karen Tuttle, Paul Tortelier. Music & Arts 6894, 4 cd’s).
1969? Lothar Koch met leden van het Amadeus kwartet. DG 437.137-2 (2 cd’s).
1972. Maurice Bourgue met het Frans strijktrio. EMI 569.998-2 (2 cd’s).
1973. Brynjar Hoff met het Hindar trio. Simax PSC 1161.
1979 Academy of St. Martin-in-the-Fields kamermuziekensemble. Philips 422.510-2 (3 cd’s) 422.833-2, 446.233-2.
1981. Hansjörg Schellenberger met leden van het Philharmonia kwartet Berlijn. Denon 38C37-7034, DC 8003.
1982. Jiri Krejci met leden van het Panochka kwartet. Supraphon SU 110999-2.
1983. Ingo Goretzki met leden van het Berns strijkkwartet. Claves 50-8406.
1984. Heinz Holliger, István Párkányi, Ferdinand Erblich, Stefan Metz. Philips 412.618-2.
1986. Douglas Boyd, Joshua Bell, Scott Nickrenz, Carter Brey. ASV CD AMM 156R.
1987. Ray Still, Itzhak Perlman, Pinchas Zukerman, Lynn Harrell. EMI 764.617-2 (4 cd’s).
1987. Stephen Hammer met leden van de Academy of ancient music. Oiseau Lyre 421.429-2.
1987. Robin Canter met London baroque. Amon Ra CD-SAR 34.
1989. Jonathan Davis met leden van het Nash ensemble. Virgin 791.074-2, 561.448-2.
1989. George Caird met leden van het Coull kwartet. LDR LDRCD 1011.
1989. Michel Benet, Kenneth Sillito, Tasso Adamopoulos, Roland Pidoux. Calliope CAL 9215.
1989. Leden van het Consortium classicum. MDG MDG L 3314.
1990. Adieux. RCA RD 77158.
1990. Sara Watkins me het Amadeus ensemble. Unicorn DKP 9107.
1990. John Mack, Daniel Majeske, Abraham Skernick, Stephen Geber. Crystal CD 323.
1991. Joris van den Hauwe met de Salzburgse solisten. Naxos 8.555913.
1991. Heinz Holliger, Thomas Zehetmair, Tabea Zimmermann, Thomas Demenga. Philips 434.076-2.
1991. Lajos Lencsés met het Duits strijktrio. Carus 83124.
1991. József Kiss met leden van het Kodály kwartet. Naxos 8.550437 8.571108.
1992. Jana Brozková met leden van het Kocianova kwartet. MAT MK 0002-2.
1992. Esbjerg ensemble. Kontrapunkt 32163.
1993. Marc Schachman met leden van het Artaria kwartet. Harmonia Mundi HMU 90.7107.
1994. Simon Dent met de Münchense solisten. Amati AMI 9305/1.
1994. Lajos Lencsés met leden van het Stamitz kwartet. Capriccio 10525.
1995. Jiri Krejci met leden van het Prazak kwartet. Praga PR 250.095.
1995. Salvador Mir met het St. Petersburg trio. Arte Nova 74321-72102-2.
1995. Nicholas Daniel met leden van het Lindsay kwartet. ASV CD DCA 986.
1995. Jeremy Polmear met leden van het Ambache ensemble. Oboe Classics CC 2007.
1995. Lothar Koch met leden van het Brandis kwartet. Nimbus NI 5487, Brilliant Classics 94051/53.
1996. Paul Goodwin en Terzetto. Harmonia Mundi HMU 90.7220.
1996. Jonathan Kelly met leden van het Brindisi kwartet. EMI 569.702-2.
1997. Simon Fuchs met het Novsak trio. Tudor 7049.
1998. Wayne Rapier met het Diaz-Shame trio. Boston BR 1001.
1999. Leden van het Paul Kuentz orkest. Pierre Verany PV 730103.
2001. Gaudier ensemble. Hyperion CDA 67277, CDH 55390.
2001. Ensemble Villa Musica. MDG MDG 304-1183-2.
2001. Bjorn Carl Nielsen, Tutter Givskov, Lars Grunth, Niels Ullner. Classico CLASSCD 355.
2002. Keisuke Wakao met leden van het Boston symfonie orkest. Pentatone PTC 5186-018.
2002. Max Artved, Elise Batnes, Dimitri Golovaov, Lars Holm Jensen. Naxos 8.557361.
2003. Pauline Oostenrijk met leden van het Utrechts kwartet. Cobra 0007.
2004. Patrick Beaugiraud met leden van het Kuijkenkwartet. Challenge SACC 72145.
2005. Ray Still met leden van het Fine Arts kwartet. Marquis 83108.
2005. Bart Schneemann met leden van het Rombouts kwartet. Channel Classics CCS SA 23906.
2005. François Leleux, Priya Mitchell, Krzystof Chorzelski, Julian Steckel. AVI 553045.
2006. David Walter, Geneviève Laurenceau, Lise Berthaud, Diana Ligeti. Polymnie POL 490.347.
2007. Alessandro Baccini met leden van het Nuovo quartetti italiano. Centaur CRC 3179.
2008. Christopher O’Neal met Fibonacci Sequence. Deux-Elles DXL 1121.
2008. François Leleux, Lisa Batiasvili, Lawrence Power, Sebastian Klinger. Sony 88697-28585-2.
2009. Laila Storch, Veda Reynolds, Alan Iglitzin, Charles Brennand. Carolus 6276.
2009. Michael Niesemann met het Ensemble Rhapsody. Ars ARS 38.070.
2010. Robin Williams met leden van het Scots kamerorkest. Linn CKD 376.
2011. Marco Gironi met leden van het La Fenice kwartet. Dynamic CDS 725.
2012. Alexei Ogrintchouk, Boris Brovtsyn, Maxim Rysanov en Kritine Baumane. BIS SACD 2007.
2012. Hansjörg Schellenberger, Daniel Giglberger, Hariolf Schlichtig, Wen Sinn Yang. Campanella musica C 130199.
2013. Ensemble Pyramide. Brilliant Classics 94928.
Met onbekende opnamedatum, alfabetisch op uitvoerenden
….. American baroque. Music & Arts MACD 1121.
….. Miklós Barta, Tamás Major, Katalin Major, Paul Szabó. RBM 463.034.
….. Harold Gomberg, Felix Galimir, Gabriel Banat, Alexander Kougell. Naxos 9.80254.
……Helmut Hucke met leden van het Collegium aureum. EMI 769.285-2, Duitse Harmonia Mundi VD 77513.
….. Gordon Hunt met de Deense kamermuziekspelers. Classico CLASSCD 769.
….. Gordon Hunt met leden van het Chilingirian kwartet. EMI 678.289-3.
….. André Lardot, Willy Boskovsky e.a. Vanguard 08-6048.71.
….. Moderntimes ensemble. Preiser PR 90668.
….. Leden van het Moskou’s kamerorkest. Melodiya MELCD 1000880.
….. Pierre Pierlot, Arthur Grimiaux, Georges Janzer, Eva Czako. Decca 442.28289.
….. Salzburgse Mozartspelers. Amadeo 427068-2.
….. Alfred Sous met leden van het Endres kwartet. Vox 0018 (2 cd’s).
….. Jacques Vandeville, Atef Halim, Lucienne Kovano, Pierre-Luc Denuit. Pavane 507216.
…… Marcel Tabuteau, Isaac Stern, William Primrose, Paul Tortelier. Pearl GEMS 0174.
….. Han de Vries met het Amerikaans kwartet. Oboe Classics CC 2024 (9 cd’s).
Fluitbewerking (Galway)
1991. James Galway met leden van het Tokio kwartet. RCA 09026-60442-2.
1992. Robert Bick, Richard Roberts, Douglas McNabney, Patrick Binford. Marquis JWCD 9239.
2004. Gary Schocker met leden van het Chester kwartet. Chesky CD 128.
2013. Jasmine Choi, Florian Zwiauer, Vera Reigersberg, Attila Székely. Sony 888883-75349-2.
Klarinetbewerking
2013. Stephan Siegenthaler met het Luzern strijktrio. Sterling CDA 1694-2.
Fagotbewerking (Rechtmann)
1993. Israëlische blazersvirtuozen. Koch 3-7401-2.
Saxofoonbewerking
2010. Otis Murphy met leden van het Masato Kumoi saxofoonkwartet. Saxophone Classics CC 4004.
Video
2005. Heinz Holliger met leden van het Keller kwartet. Medici Arts 2055238 (dvd).