MOESORGSKY: KHOVANTSJINA
Het zal niet de bedoeling van de componist zijn geweest, maar met betrekking tot de huidige situatie in de wereld lijkt hij overdrachtelijk aan zijn landgenoten in deze opera de vraag te stellen: “Wat is de oorzaak van onze voortdurende calamiteiten en waarom vernietigt de staat steeds weer al het goede?”
Achtergronden
Get centrale thema in Moesorgsky’s Khovantsjina in het conflict tussen conservatieve en progressieve krachten aan het einde van de zeventiende eeuw in Rusland. Het libretto, dat de componist samenn metv zijn vriend Vladimir Stassov schreef, verwijst naar de drie mislukte opstanden tegen tsaar Peter I (Peter de Grote) tussen 1682 en 1689 die bekend werden als de Kovantsjina. Onder Peters leiderschap werd het aangeboren isolationisme van Rusland langzaam vervangen door een meer naar de buitenwereld gerichte blik. Deze luidde tevens de teloorgang van van het feodale systeem in en bracht een religieuze reformatie met zich mee.
Ivan Khiovansky en zijn halfbroer Andrei hebben samen de troon geërfd. In de daarop volgende machtsstrijd spelen de Streltsi, onder aanvoering van Ivan, een beslissende rol. Samen met de orthodoxen verzetten zij zich tegen de hervormingen van Peter. Al de eerder genoemde elementen komen terug in deze opera die draait om de val van en de moors op prins Khovansky, de belichaming van het oude regime. Religieus fanatisme wordt vertegenwoordigd door de Oude Gelovigen, een zeer aan traditie gehechte sekte. Niet bereid en in staat om verandering te aanvaarden, steken die gelovigen zich dus tenslotte ritueel in brand, waarbij ze enkele andere personages met zich mee de dood injagen.
De slotscène is gebaseerd op gebeurtenissen uit 1685 toen veel orthoxen zelfmoord pleegden. Moesorgsky voegt daar eigen gedachten aan toe en versmelt zo de drie opstanden tot één revolte en verzint daar nieuwe personages bij, waaronder Marfa, de verloofde van Andrei Kovansky. Haar fatalisme verleent de opera een extra duistere ondertoon.
Na de eerste schetsen uit 1872 werkte Moesorgsky later niet meer verder aan deze opera zodat deze bij zijn dood in 1881 onvoltooid en ongeïnstrumenteerd achterbleef. Daardoor bleven met name de laatste scènes van de tweede en vijfde akte onvoltooid en waren slechts twee scènes georkestreerd. Daarvoor zorgde in eerste instantie Rimsky-Korsakov en het is diens versie die wordt nog vaak gevolgd; een volgende, betere is van Shostakovitch. Maar ook Stravinsky en Ravel maakten toevoegingen, die het beeld haast alleen maar vertroebelden en een verkeerd beeld van de bedoelingen van de componist geven.
Maar de essentie is dat in deze opera het persoonlijke en het politieke een plaats hebben gekregen en dat Moesorgsky’s theatrale en muzikale ideeën de interventies van goed bedoelende anderen hebben overleefd, er mogelijk krachtiger door zijn geworden.
De opnamen
Sinds 1946 circuleert een behoorlijk aantal opnamen in de cd wereld. Al het aanvankelijke materiaal is van Russische en Bulgaarse herkomst. Een zekere authenticiteitswaarde maar vaak gaat het om zaalopnamen van matige monaurale geluidskwaliteit, waardoor huj belang meer voor musicologen en Moesorgsky fanaten dan voor luisteraars die een optimale uitvoering is weggelegd. Een uitzondering kan worden gemaakt voor de vroege Kirov opname van Khaikin, die door Naxos is heruitgegeven Hij volgt nog de kleurige Rimsky versie en beschikte met Mark Reizen als Dosifey en Sofya Preobrazghenskayya als Marfa over voortreffelijke vertolkers; bovendien wist men de klank heel mooi te restaureren.
Twee latere opnamen steken met kop een schouders boven de rest uit en het gelukkig toeval wil dat deze ook in dvd vorm verkrijgbaar zijn.
Dat is in de allereerst Gergiev met een als altijd heel gemotiveerde, hechte, door erg goede zangers bezette realisatie die gelukkig door Decca is overgenomen. Maar het is tenslotte Abbado die haast elke noot van de partituur nader onderzoekt om de ideeën die aan de opera ten grondslag liggen op de voorgrond te krijgen. Zijn aangrijpende, heel intense uitvoering bevat robuuste bijdragen van het koor en uitstekende karakterinvullingen door de solisten. Ook wat de geluidskwaliteit betreft is deze opname aan te bevelen, met een zeer goede balans tussen de spanning van een theater opname en een nauwgezette studio productie. Abbado volgt in essentie de Shostakovitch versie, die op zijn beurt is gebaseerd op de uitgave van Pavel Lamm uit 1929. Hij maakte alleen soms even de orkestratie wat lichter en laat het triomfantelijke besluit van de vijfde akte met de terugkeer van de Preobrazhensky mars weg en vervangt deze door het einde dat Stravinsky bedacht.
Bij de twee recentere dvd’s is het vooral die van Nagano die de moeite waard is vanwege een uitstekende bezetting, maar ook vanwege de regie en de decors van Dmitri Tcherniakov. Klaus Florian Vogt is een heroïsche prins Andrei, John Daszak een technisch feilloze prins Golitdsin, Anatoli Kotcherga is een religieus gedreven Dosifey en Doris Soffel een quasi Russische Marfa.
Boder, die het werk ook in Brussel dirigeerde, is op een paar bijzondere prestaties van Vladimir Ognovienko als de belangrijkste prins en Andrei Khovansky als diens broer Andrei en Nikolai Putilin als Bojaar na net wat minder geslaagd.
Conclusie
Zonder enige twijfel is het nog steeds Claudio Abbado die met zijn Weense uitvoering nog steeds de discografie van deze opera aanvoert. Bij de dvd’s verdient ook Nagano aandacht.
Discografie
1946. Boris Freidkov (Prins Ivan Khovansky), Ivan Nechayev (Prins Andrei Khovansky), Vladimir Ulyanov (Prins Vasily Golitsin), U Shazkov (Bojaar Shakovity), Mark Reizen (Dosifey), Sofiya Preobazhenskaya (Marfa) e.a. met het Ensemble van de Kirov Opera St. Petersburg o.l.v. Boris Khaikin. Dante LYS 344/6, Naxos 8.111124/6, Arlecchino ARL 103/5 (3 cd’s).
1950. Alexei Krivcheniya (Prins Ivan Khovansky), Alexei Bolshakov (Prins Andrei Khovansky), Mark Reizen (Dosifey), A Kahananiev (Prins Golotsin), Alexei Ivanov (Bojaar Shakovity), Maria Maksakova (Marfa) e.a. met het Ensemble van het Bolshoi theater Moskou o.l.v. Vasily Nebolsin. Great Hall CLASSIC CD 070 (2 cd’s), Dante LYS 504/6 (3 cd’s).
1954. Alexander Marinkovich (Prins Andrei Khovansky), Drago Startz (Prins Vasily Golitsin), Dushan Popovich (Bojaar Shakovity), Miro Changalowvich (Dosifey), Melanie Bugarinovich (Marfa) e.a. met het Ensemble van de Nationale Opera Belgrado o.l.v. Kreshimir Baranovich. Ex Decca lp, Naxos 9.8031-2/4 (3 cd’s).
1958. Mario Petri (Prins Ivan Khovansky), Mirto Pocchi (Bojaar Vasily Golitsin), Boris Christoff (Dosifey), Irenaa Companez (Marfa) e.a. met het Ensemble van de Italiaanse omroep Rome o.l.v. Artur Rodzinsky. VAI VAIA 1052 (2 cd’s).
1971. Dimiter Petkov (Prins Ivan Khovansky), Todor Kostov (Prins Andrei Khovansky), Lyubomir Bodourov (Prins Vasily Golitsin), Nikola Giuselev (Dosifey), Alexandrina Milchewa (Marfa), Maria Dimchevska e.a. met het Svetloslav Obretenov Bulgaars nationaal operakoor en het Sofia Nationaal opera orkest o.l.v. Atanis Margaritov. Fidelio CD 1820/2 (3 cd’s).
1973. Alexei Krivtchenia (Prins Ivan Khovansky), Vladislav Plavko (Prins Andrei Khovansky), I Alexei Maslennikov (Prins Vasily Golitsin), Victor Netchipallo (Dosifey), irina Archipova (Marfa) e.a. met het Ensemble van het Bolshoi theater Moskou o.l.v. Boris Khaikin. Chant du monde LDC 2781024/6 (3 cd’s).
1973. Nicolai Ghiaurov (Prins Ivan Khovansky), Veriano Luchetti (Pris Andrei Khovansky), Ludovic Spiess (Prins Vasily Golitsin), Siegmund Nimsgern (Bojaar Shakovity). Cesare Siepi (Dosifey), Fiorenza Cossotto (Marfa) e.a. met het Ensemble van de Italiaanse omroep Rome o.l.v. Bogo Leskovich. Bella Voce BLV 10740-2 (3 cd’s).
1986. Nikolai Ghiuarov (Prins Ivan Khovansky), Zdravko Gadjev (Prins Andrei Khovansky), Kaludi Kaludov (Prins Vasily Golitsin), Stoynan Popov (Bojaar Shakovity), Nicola Ghiuselev (Dosifey), Alexandrina Tchaikarov (Marfa) e.a. met het Ensemble van de Nationale Opera Sofia o.l.v. Emil Tchakarov. Sony S3K 45831 (3 cd’s).
1988. Artur Eizen (Prins Ivan Khovansky), Vladimir Sherbakov (Prins Alexei Khovanksky), Jevgeny Raikov (Prins Vasily Golitsin), Joeri Grigoriev (Bojaar Shakovity), Jevgeni Nesterenko (Dosifey), Jelena Obraztsova (Marfa) e.a. met het Ensemble van het Bolshoi theater Moskou o.l.v. Mark Ermler. Melodiya MEL CD 10.00445/6 (3 cd’s).
1989. Age Haugland (Prins Ivan Khovansky), Vladimir Atlantov (Prins Andrei Khovansky), Vladimir Popov (Prins Vasily Golitsin), Antaloly Kotcherga (Bojaar Shakovity), Paata Burchuladze (Dosifey), Marjana Lipovsek (Marfa) e.a. met het Slowaaks filharmonisch koor en het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Claudio Abbado. DG 429.758-2 (3 cd’s).
1990. Nicolai Ghiuselev, Stefka Mineva, Stefan Elenkov, Zdravko Gadjev, Stouan Popov met het Ensemble van de Nationale opera Sofia o.l.v. Rouslan Raychev. Baltic GEGA 113/5 (3 cd’s).
1991. Bulat Minkeliev (Prins Ivan Khovansky), Vladimir Galusin (Prins Andrei Khovansky), Alexei Steblianko (Prins Vasily Golitsin), Nikolai Ohotnikov (Dosifey), Olga Borodina (Marfa), Valery Aleev (Bojaar Shakovity) e.a. met het Ensemble van het Kirov thester o.l.v. Valery Gergiev. Philips 432.147-2, 478.322-2 (3 cd’s), Decca 478.305-2 (3 cd’s).
Video
1991. Bulat Minkeliev (Prins Ivan Khovansky), Vladimir Galusin (Prins Andrei Khovansky), Alexei Steblianko (Prins Vasily Golitsin), Nikolai Ohotnikov (Dosifey), Olga Borodina (Marfa), Valery Aleev (Bojaar Shakovity) e.a. met het Ensemble van het Kirov thester o.l.v. Valery Gergiev. Immortal IMM 950014 (dvd).
1989. Age Haugland (Prins Ivan Khovansky), Vladimir Atlantov (Prins Andrei Khovansky), Vladimir Popov (Prins Vasily Golitsin), Antaloly Kotcherga (Bojaar Shakovity), Paata Burchuladze (Dosifey), Marjana Lipovsek (Marfa) e.a. met het Slowaaks filharmonisch koor en het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Claudio Abbado.
ArtHaus 100.310 (2 dvd’s).
2007. Vladimir Ognovienko, Vladimir Galusin, Robert Brubaker, Nikolai Putilin met het Ensemble van het Liceo theater Barcelona o.l.v. Michael Boder. Opus Arte OA 0989 (2 dvd’s).
2007. Paato Burchuladze, Klaus Florian Vogt, John Daszak, Valery Alexejev met het Ensemble van de Beierse Staatsopera o.l.v. Kent Nagano. Medici Arts 2072428 (dvd).