MOESORGSKY: LIEDEREN EN DANSEN VAN DE DOOD
Ten minste twee bekende Nederlandse basbaritons hadden c.q. hebben Moesorgsky’s Liederen en dansen van de dood op hun repertoire: Bernard Kruijsen en Robert Holl. Laatstgenoemde zong de cyclus in november 2010 met het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Jaap van Zweden. Aanleiding genoeg om eens nader naar de bestaande opnamen te kijken en luisteren.
Achtergronden
Het wordt tijd om toe te geven dat Moesorgsky feitelijk na Schubert en Schumann de grootste liedcomponist uit de negentiende eeuw was, ook al is dat aspect van zijn muziek buiten Rusland niet erg bekend helaas. Net als in zijn opera’s was de componist in zijn liederen – 63 in getal - vooral gericht op realisme en probeerde hij – wat Janácek later ook deed – vooral het natuurlijke spraakritme te volgen. Meer dan vrijwel alle andere componisten uit zijn tijd schroomde hij ook niet om de modaliteit van de volksmuziek in zijn vocale muziek te integreren, hoewel hij nauwelijks op directe wijze volksmuziek toeliet.
Afgezien van de vele fraaie individuele liederen schreef Moesorgsky drie opmerkelijke cycli: De kinderkamer (1872) ober de verbeelding en de angsten van een kind dat naar bed gaat, Zonder zon (1874), opvallend door de simpele en hoogst oorspronkelijke harmonieën en de Liederen en dansen van de dood (1875/77). Deze cyclus op tekst van ’s componisten vriend Koetoezov zou aanvankelijk twaalf, daarna uit acht ballade-achtige lederen waarin mensen sterven, in het laatste zelfs bij een ware slachting als een soort uitgebreide vocale Danse macabre moeten tellen, maar kwam niet verder dan vier zodat het meervoud dansen niet klopt, aangezien de ‘trepak’ het enige als dans in 2/4 maat geconcipieerde lied daaruit is.
Sentimentele gevoelens of blijken van verzoening met de dood zal men in deze liederen die wel vervuld zijn van leed en verdriet vergeefs zoeken.
Wat we helaas moeten missen is een oorspronkelijk gepland lied over een asceet die in zijn monnikcel overlijdt bij het horen van ver klokgelui, eentje over een politieke vluchteling die naar huis terugkeert en verdrinkt, een derde over een jonge vrouw die sterkt te midden van haar herinneringen aan haar grote liefde en de laatste avond op een bal en tot slot een lied met de titel 'Anikas, de strijder en de dood’. Waarom die liederen ontbreken, is onduidelijk. Mogelijk omdat Moesorgsky ruzie kreeg met zijn kamergenoot Koetoezov, mogelijk omdat muziekuitgever Peter Jurgenson vier liederen welletjes vond. De cyclus werd pas in 1882 door Vasily Bessel gepubliceerd, een jaar na de dood van de componist. Al snel werden ze georkestreerd: ‘Trepak’ en ‘Wiegelied’ door Alexander Glazoenov, ‘De veldmaarschalk’ door Rimsky-Korsakov en ‘Serenade’ door Rimsky-Korsakov en Maximilian Steinberg. De orkestratie van Shostakovitch dateert uit 1962
In eigenlijk al die liederen, zelfs tot in het populaire, quasi vrolijke ‘Mephistoles’ lied van de vlo’ op tekst uit Goethe’s Faust, gunt Moesorgsky de luisteraar een fascinerende, maar beklemmende indruk van de gevoelswereld en de ziel van een heel innovatieve componist. Zijn innerlijke verscheurdheid en levenstragiek hebben hier een muzikaal expressieve vorm gevonden. Vrijwel elk lied is een drama in het klein.
De opnamen
Allereerst valt op dat er eigenlijk onverwacht zoveel verschillende opnamen van het werk zijn. Die verschillen zijn er onderling verder genoeg alleen al op basis van de diverse mogelijkheden. Allereerst zijn daar de opnamen waarin gebruik wordt gemaakt van de oorspronkelijke pianopartij. Daarna komen de verschillende arrangementen met orkestbegeleiding. Het oudst is de tamelijk ‘beschaafde’ van Glazoenov en Rimsky-Korsakov, gevolgd door de ruigere, elementairder en passender vormen van Shostakovitch en de Fin Aho plus last but not least die van Geert van Keulen voor iets schriller klinkende blazers alleen.
Volgend probleem is dat aan het grote aantal ooit bestaande opnamen flink afbreuk wordt gedaan doordat veel materiaal – vooral dat van Sony, RCA, Decca en Warner – waarschijnlijk niet meer normaal verkrijgbaar is.
In 1958 vestigde de Bulgaarse bas Boris Christoff met zijn uitermate donkere stem als eerste in de lp era meteen een gouden standaard. Eigenlijk is die nog steeds onaangetast.
Naast hem maken Leiferkus en Hvorostovsky de meeste indruk.
Bij de dames zorgde Galina Vishnevskaya met haar man Mstsislav Rostropovitch in 1970 voor de meest stugge en broze verklanking in zowel de piano- als de orkestversie. Brigitte Fassbänder zorgde met haar bijzondere mezzo en haar grote intelligentie voor een heel krachtig expressieve lezing, terwijl Marjana Lipovsek voor een heel subtiele, maar indringende weergave zorgt.
Conclusie
Gun Christoff de eer die hem toekomt en probeer Hvorostovsky, Leiferkus en Vishnevskaya als de mooiste alternatieven.
Discografie
Met pianobegeleiding
Sergei Leiferkus en Semion Skigin. RCA 74321-48710-2. 1993
Paata Burchuladze en Ludmilla Ivanova. DG 419.239-2. 1987
Kim Borg en Erik Werba. Warner 4509-95606-2.
Boris Christoff en Viktor Labinsky. EMI 763.025-2.
Erik Saedén en Hans Palsson. BIS CD 016.
Tom Krause en Irwin Gage. Finlandia 3984-26840-2.
Bernard Kruijsen en Noël Lee. Naïve.
Jenny Tourel en Leonard Bernstein. Sony 60693.
Marjana Lipovsek en Graham Johnson. Sony SK 66858.
Met orkestbegeleiding
Orkestratie Glazoenov en Rimsky Korsakov: Boris Christoff met het Nationaal orkest van de Franse omroep o.l.v. Georges Tzipine. EMI 567.993-2. 1958
Orkestratie Shostakovitch. Sergei Aleksashin met het Chicago symfonie orkest o.l.v. Georg Solti. Decca 458.919-2.
Orkestratie Shostakovitch. Anatoly Kotcherga met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. Sony SK 66276. 1994
Orkestratie Shostakovitch. Galina Vishnevskaja met het Gorky staats filharmonisch orkest o.l.v. Mstislav Rostropovitch. Melodyia 74321-53237-2. 1963
Orkestratie Shostakovitch. Brigitte Fassbänder met het Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 469.169-2.
Orkestratie Boyashov. Robert Lloyd met het Philadelphia orkest o.l.v. Mariss Jansons. EMI 575.178-2.
Orkestratie Van Keulen: Sergei Aleksashkin met het Nederlands Blazersensemble o.l.v. Alexander Vedernikov. Donemus CVCD 80. 1996
Orkestratie Aho. Martti Talvela met het Fins omroeporkest o.l.v. Neeme Järvi. BIS CD 325.
Orkestratie Aho. Matti Salminen met het Lahti symfonieorkest o.l.v. Osmo Vänskä. BIS CD 1186.
Orkestratie Shostakovitch. Dimitri Hovorostovsky met het St. Petersburgs filharmonisch orkest o.l.v. Joeri Temirkanov. Warner 2564-62050-2.
Video
Galina Vishnevskaya en Mstislav Rostropovitch. EMI 490.120-9 (dvd). 1970
Dimitri Hovorostovsky met het Montréal symfonie orkest o.l.v. Charles Dutoit. VAIA VAIDVD 4330 (dvd).