MOZART: HOORNKWINTET
Joseph Leutgeb (1732-1811) of Ignaz Leitgeb kreeg al snel de reputatie een fabuleus hoornist te zijn. Hij werd beroemd om zin warme, zangerige toon en zijn fenomenale techniek die deels was gebaseerd op op een nieuwe manier om de beker met de hand te ‘stoppen’ als aanvulling op de veranderbare lippenspanning op het mondstuk.
Achtergronden
Als goede vriend van Mozart kreeg hij eind 1782 behalve het bekende viertal Hoornconcerten met extra delen dit Hoornkwintet ter beschikking. Daarin is Mozarts sterk ontwikkelde instrumentale kleurgevoel duidelijk, want in plaats van het gewone strijkkwartet met twee violen, worden hier twee altviolen ingezet. Zij dragen een extra donker, warm quasi-romantisch timbre bij. Hoe begeleidende gangbare strijkkwartetten uit de discografie dit oplossen, is niet steeds duidelijk. Vaak neemt de tweede violist de alt waarschijnlijk ter hand.
Klankschoonheid vormt een belangrijke drijfveer. Als is het werk als kamermuziek geconcipieerd, gaat het in feite om een concert in miniatuur. Zeker in de hoekdelen doen de strijkers weinig meer dan voor een fijn gewrocht decor zorgen waarvoor de solist zijn vaardigheden vertoont.
Wanneer uit deze delen ook nog een zeker gevoel voor humor blijkt, dan heeft dat te maken met de vriendschappelijke, grappige sfeer die tussen componist en hoornist bestond.
Voor het andante koos Mozart de toonaard Bes die hij ook gebruikte voor de romantische duetten in zijn opera’s. De climax in dit deel komt als een passage die is ontleend aan de dalende frase van vier noten uit het begin en die leidt tot een kort, zes maten lang discours waarin de vijf musici even een gelijkwaardige rol vervullen.
De opnamen
De weer niet echt volledige lijst met opnamen vertoont zoals zo vaak bij muziek waarin de hoorn een cruciale rol vervult weer een duidelijk Angelsaksische dominantie. Toch zijn het ditmaal niet de beide vertolkingen van grootmeester Dennis Brain die een diepe indruk maken, hoe verfijnd de voordracht ook is.
Die eer valt eerder zijn veel jongere Andrew Clark op zijn debuut cd ten deel. Er wordt met een aanzienlijke panache gespeeld op een sonore waldhoorn.
Maar als het om nog net wat muzikaler, overzichtelijker optreden gaat, steekt Radomir Vlatkovic hem nog net de loef af. Op een dvd is ook te zien hoe dat gebeurt.
Trots mogen we ook zijn op de aanzienlijke Nederlandse inbreng van het Gaudier ensemble dat de briljante Jonathan Williams vergezelt. Opvallend aan hun uitgave is de aanwezigheid van een onvoltooid kwintetdeel voor de ongewone bezetting klarinet, bassethoorn en strijktrio dat Duncan Druce fijn aanvulde.
De oude Philipsopname heeft met Timothy Brown wel een puike hoornist ter beschikking, maar behalve het hoornkwintet is lang niet alles van het verdere programma optimaal gerealiseerd. Bij Pierre Yves Madeuf en het Kuijken kwartet krijgt men de prettige indruk aanwezig te zijn bij een gemoedelijk huiskamerconcert waar op hoog niveau wordt gemusiceerd.
De goedkope Naxos cd laat heel muzikaal spel van Jenö Keveházy horen, maar klinkt als geheel toch wat te onpersoonlijk.
Dat zijn de impressies die de soms reeds lang beschikbare opnamen me gaven.
Conclusie
Bovenstaande beschrijving geeft al een aardig idee van de opnamen waaruit men mijns inziens het beste kan kiezen. Die voorkeur gaat vooral uit naar Vlatkovic. Brown en Madeuf, maar met de anderen is ook weinig mis.
Discografie
1944. Dennis Brain (hrn) met het Griller kwartet. Decca 425.960-2, Dutton CDBP 9717.
1957. Dennis Brain met het Engels Strijkkwartet. BBC Classics BBCCL 4048-2.
1958. Sebastian Huber met het Endres kwartet. Vox 0018 (2 cd’s).
1974. Walter Luxett met leden van het Collegium Aureum. Duitse Harmonia Mundi VD77513.
1977. Gerd Seifert (hrn) met het Amadeus kwartet. DG 437.137-2 (2 cd’s).
1979. Timothy Brown met leden van het Academy of St. Martin-in-the-Fields kamerensemble. Philips 422.833-2.
1983. Norbert Hauptmann (hrn) met het Philharmonia kwartet Berlijn. Denon 38C37-7229, DC 8003.
1983. Frantisek Langweil met het Panocha kwartet. Supraphon 32 CO 1332.
1986. Marie Luise Neunecker met het Mannheim kwartet, Novalis 150006-2.
1987. Michael Thompson (hrn) met het Academy of ancient music kamerensemble. Oiseau Lyre 421.429-2.
1987. Ib Lanzky-Otto (hrn) met de Uppsala Kamersolisten. Four Leave Clover FLC CD 103.
1988. Bruno Schneider met leden van het Weens Strijksextet. EMI 749.398-2, 763.679-2 (4 cd’s).
1989. Jean-Claude Bouveresse (hrn) met het Parijs’ Kamerensemble. Auvidis BNL 112780.
1990. Jindrich Kolar (hrn), Vlastimil Holek (v), Josef Klusin (va), Libor Kanka (va), Michal Kanka (vc). Nuova Era 6802.
1990. Ab Koster (hrn) met Archibudelli. Sony SK 46702, 88725-46398-2 (3 cd’s).
1990. Radovan Vlatkovic (hrn) met de Berlijnse Solisten. Teldec 2292-46467-2, Warner 8573-89080-2.
1991. Lowell Greer (hrn), Linda Quan (v), Nancy Wilson (va), David Miller (va) en Loretta O’Sullivan (vc). Harmonia Mundi HMU 90.7059.
1991. Jenö Keveházy met het Kodály kwartet. Naxos 8.550437.
1992. Hermann Baumann (hrn), Olaf Hallmann met leden van het Gewandhaus kwartet. Philips 426.440-2.
1993. Martin van de Merwe (hrn), Kees Hülsmann (v), Mieke Biesta (v), Gerrit Oldeman (va), Marien van Straalen (vc). Intrada 11.5854-2.
1993. Mark Hughes met het Esbjerg Ensemble Tim Frederiksen (v), Frerik Gislinge (va), Alexa Lütke (va), Mats Olofsson (vc)) . Kontrapunkt 32163.
1993. Luc Bergé met het Arriaga kwartet. Eufodia 1207.
1995. Vladimira Klanská (hrn.) met het Prazak kwartet. Praga PR 250.095.
1995. Stephen Bell met het Lindsay kwartet. ASVCDDCA968.
1995. Gerd Seifert (hrn) met het Brandis kwartet. Nimbus NI 5487, Brilliant Classics 94051/53.
1997. Frank Lloyd met het Nash Ensemble. Virgin 561.448-2.
1998. Andrew Clark (hrn) met het Ensemble Galant. EMI 572.822-2.
2000. Fergus McWilliam (hrn) met Ensemble Villa Musica. BIS CD 9046 (4 cd’s).
2000. Jonathan Williams met het Gaudier Ensemble (Marieke Blankestijn (v), Iris Juda (va), Jane Atkins (va), Christoph Marks (vc)). Hyperion CDA 67277, CDH 55390.
2005. John Barrows (hrn) met het Fine Arts kwartet. Marquis Classics 83108.
2005. Stefan Dohr (hrn), Florian Donderer (v), Krysztof Chorzelski (va), Stefan Fehlandt (va) en Julian Steckel (vc). AVI 553045.
2005. David Pyatt (hrn), Kenneth Sillito (v), Robert Smissen (va), Stephen Tees (va) en Stephen Orton (vc). Warner 2564-68161-9.
2005. Pierre-Yves Madeuf (hrn) met het Kuijken kwartet. Challenge SACC 72145.
2006. Fibonacci Sequence. Deux-Elles DXL 1122.
2008. Teunis van der Zwart (hrn), Marc Destrubé (v), Staas Swierstra (va), Emilio Moreno (va), Albert Brüggen (vc). Glossa GCD 921110.
2010. Nury Guarnaschelli (hrn) met het Signum kwartet. Capriccio C 5059.
2011. Richard King (hrn), Mari Sato (v), Lynne Ramsey (va), Stanley Konopka (va), Julie Myers (vc). Albany TROY 1325.
2013. Pip Eastop met het Eroicakwartet. Hyperion CDA 68097.
Met onbekende opnamedatum
….. Virtuoso Ensemble. Mkay Remastered Series.
….. Zbigniew Zuk (hrn) met het Camerata kwartet. Zuk Records ……
Bewerkingen
1992. Australia Ensemble. ABC 481.0853 (2 cd’s).
2007. Quartz Blazers Ensemble. Quartziade QTZ 006.
2010. Jeff Nelson (hrn), Ik-Hwan Bae (v), Naomi Kudo (p). Opening Day ODR 7384.
Video
1990. Radovan Vlatkovic (hrn) met de Berlijnse Solisten. TDK DV-BPSPR (dvd).